2B Th5 B6 Zwangerschap geboorte UITLEG

D2BTh5 
 B6:  Zwangerschap en geboorte
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D2BTh5 
 B6:  Zwangerschap en geboorte
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Op welke manier krijgt een embryo voedingsstoffen binnen?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

bevruchting
Je kunt het verhaal 
vanaf de eisprong t/m 
de innesteling vertellen

Slide 5 - Tekstslide

In de baarmoeder
  • Het vruchtwater beschermt het embryo tegen stoten
  • De vruchtvliezen zitten om het vruchtwater
  • Op de plaats waar innesteling plaatsvindt zit de moederkoek/placenta
  • De moederkoek is weefsel met veel bloedvaten

  • De navelstreng (met bloedvaten)  is met moederkoek verbonden.  
       Van de moeder gaan voedingsstoffen en zuurstof naar het kind.
       Van het kind gaan afvalstoffen en koolstofdioxide naar de moeder.

Slide 6 - Tekstslide

Zwanger
Vijf tot zeven dagen na de ovulatie vindt de innesteling plaats van de bevruchte eicel.
Als na 28 dagen het baarmoederslijmvlies niet afgestoten wordt, vindt er geen menstruatie plaats.

De vrouw is dan zwanger.

Na de innesteling: geen menstruatie!

Slide 7 - Tekstslide

Voeding van de embryo
Een embryo (foetus) is een kindje dat zich ontwikkelt in de baarmoeder.
Het baarmoederslijmvlies zorgt de eerste 2 weken voor de voeding van de embryo. 
Daarna krijgt de embryo de voeding vanuit de moederkoek, de placenta. Dit is een speciaal deel van de baarmoederwand / baarmoederslijmvlies. 

Het bloed van de moeder en de embryo stroomt daar vlak langs elkaar. Daardoor kunnen stoffen worden uitgewisseld. Zuurstof en voedingsstoffen gaan uit het bloed van de moeder naar het bloed van de embryo. Afvalstoffen en koolstofdioxide gaat van het bloed van de embryo naar het bloed van de moeder. Door de navelstreng is de embryo verbonden met de placenta.

Slide 8 - Tekstslide


Wat gaat via nr. 1
van de embryo terug naar de moeder?
A
afvalstoffen
B
koolstofdioxide
C
zuurstof
D
A en B

Slide 9 - Quizvraag


Embryo, placenta, navelstreng, 
baarmoeder en vagina

Embryo met 2 vruchtvliezen, 
vruchtwater en placenta (12 weken)
NIET leren.
Het vruchtwater ontstaat in de eerst 14 weken uit vocht vanuit het bloed van de moeder. Het bestaat uit 1 liter water met wat zouten en cellen van de embryo. Om het vrchtwater liggen 2 vliezen. Na 4 maanden slikt en urineert de embryo (recyling). Het vruchtwater blijft van goede kwaliteit omdat het elke 3 uur ververst wordt (in contact met bloed van de moeder). Het heeft de juiste temperatuur. De embryo kan bewegen, leert slikken en de navelstreng wordt niet dichtgedrukt. Het beschermt tegen stoten en infecties. Het is helder vocht.
Binnen de 2 vruchtvliezen zit vloeistof, het vruchtwater. De embryo drijft in het vruchtwater en wordt beschermd tegen stoten, uitdroging en temperatuurverschillen. De embryo kan hierin ook gemakkelijk bewegen.
Echoscopie:  De embryo is zichtbaar in de baarmoeder

Slide 10 - Tekstslide

Het lichaam van de moeder verandert tijdens de zwangerschap
De melkklieren in de borsten ontwikkelen zich. De borsten worden groter.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link


nr. 5
A
placenta
B
vruchtwater
C
vruchtvlies
D
baarmoedervocht

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Bevalling
Na ongeveer 9 maanden volgt de geboorte (bevalling). 

Via de vagina komt de embryo naar buiten.

In je schrift:
3 Fasen van het geboorteproces zijn:
                                      - ontsluiting
                                      - uitdrijving
                                      - nageboorte

Slide 15 - Tekstslide

Ontsluiting

Door weeën gaat de baarmoedermond open.

Weeën zijn samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand. 
Ze vinden met tussenpozen plaats.
De weeën worden steeds krachtiger.


De vruchtvliezen breken.


Slide 16 - Tekstslide

Uitdrijving

Als de baarmoedermond ver genoeg open is kan de embryo 
naar buiten.

Persweeën duwen de baby naar buiten.

Slide 17 - Tekstslide

Na de geboorte
Bij de moeder:
Na de geboorte zijn er wat lichte weeën die de moederkoek, de vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten duwen.

Bij de baby:
De baby begint meestal na de geboorte meteen te huilen.
De ademhaling is daarmee op gang gekomen.
De verloskundige maakt het mondje schoon.
De navelstreng wordt afgeklemd met klemmetjes.
De navelstreng wordt doorgeknipt. 
Het stompje van de navelstreng valt er naar een paar dagen af. 
Op die plek ontstaat de navel. Het is een litteken op de buik. 
Nageboorte met o.a. de placenta (moederkoek):    15 tot 20 cm in doorsnede en 2 tot 3 cm dik. 
Het gewicht is 500 tot 600 gram.

Slide 18 - Tekstslide

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Baarmoederhals wordt wijder
Kind wordt naar buiten geperst
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Video

1. Vruchtvliezen zijn vliezen om het embryo en vruchtwater
heen.
2. De functie van de vruchtvliezen: Zij beschermen de embryo
tegen uitdroging, stoten en wisselingen in temperatuur
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 nietwaar 2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Kindje


Na innesteling -> ontstaan alle organen


Na 8 wk-> al een klein mensje

nu groeit de embryo alleen nog maar ...

Slide 23 - Tekstslide