7.1 Het periodiek systeem

bij NaSk2!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

bij NaSk2!

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik?

Annemiek Koole (KEA)

 Biologie/Nask/
Scheikunde/Nask2/
Natuurkunde/Nask1

Slide 2 - Tekstslide

Starten met LessonUp

Download de app en registreer met je reviaanwijk emailadres. 
Gebruik je wachtwoord voor dit emailadres

Voer de code in: gkbwa

Je ziet deze les in je overzicht staan!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe werkt het boek?
5 hoofdstukken T4 en 6 hoofdstukken T3

Per week doen we 3 tot 4 paragrafen. 

Slide 4 - Tekstslide

Tip!
Voor alle vakken zijn er samengevat boekjes verkrijgbaar. Misschien slim om te doen voor vakken waar je wat minder zeker over bent. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

7.1 Het periodiek system
Julius Lothar Meyer
Dmitri Mendelejev

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis h1?
Je kunt onderscheid maken tussen ontleden en scheiden.
Je kunt de namen en symbolen van de meest voorkomende elementen noteren.
Je kunt zuivere stoffen onderverdelen in ontleedbare stoffen en niet-ontleedbare stoffen.
Je kunt aan de formule van een stof zien of het een ontleedbare of niet-ontleedbare stof is.

Slide 8 - Tekstslide

We gaan even een stukje herhalen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ontleedbaar of niet ontleedbaar
Een niet-ontleedbare stof bestaat uit één atoomsoort en kan niet door middel van een ontledingsreactie worden omgezet in andere stoffen.
Water
Water is een ontleedbare stof. Je kunt deze stof ontleden in H(waterstof) en O(zuurstof).
Zwavel
Zwavel is een niet-ontleedbare stof. Het molecuul bestaat maar uit 1 soort stof (S) zwavel. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Introductie
We maken eerst de introductie. Zoek in je (online)boek de voorkennis van H7 op en maak opdracht 1 tm 5. 

Slide 14 - Tekstslide

Doelen van 7.1 
Je kunt met behulp van Binas de elementen onderverdelen in metalen en niet-metalen.
Je kunt de molecuulformules met toestandsaanduidingen geven van de zeven elementen die als twee-atomig molecuul voorkomen.
Je kunt in Binas opzoeken in welke periode en groep een element in het periodiek systeem staat.
Je kunt benoemen in welke groep van het periodiek systeem de edelgassen en de halogenen staan en welke eigenschappen ze hebben.
 Je kunt in Binas op een juiste manier informatie vinden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

PSdE
Alle stoffen die bestaan kun je opbouwen uit maar 110 elementen. 

Deze zijn staan in de belangrijkste tabel uit de scheikunde: het periodiek systeem der elementen. 

Slide 17 - Tekstslide

PSdE
In het periodiek systeem zijn de atomen van links naar rechts gerangschikt volgens hun atoomnummer. 
 Linksboven zie je dat je:
• een horizontale rij in het periodiek systeem een periode noemt;
• een verticale kolom in het periodiek systeem een groep noemt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

PSdE
De elementen in het periodiek systeem zijn in twee groepen te verdelen: de metalen en de niet-metalen

We gaan het even opzoeken in de Binas. 

Slide 20 - Tekstslide

Niet metalen
De niet-metalen hebben in vaste toestand de volgende stofeigenschappen:

• Ze zijn dof.
• Ze zijn breekbaar.
• Het zijn slechte geleiders van warmte en elektriciteit.

Slide 21 - Tekstslide

Metalen
De metalen hebben de volgende stofeigenschappen:

• Ze glimmen als ze gepolijst worden.
• Ze zijn buigbaar.
• Het zijn goede geleiders van warmte en elektriciteit.

Slide 22 - Tekstslide

We maken nu opdracht 1 en 2
In je werkboek

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

We maken nu opdracht 3 tm 9
In je werkboek

Slide 25 - Tekstslide

Zeeslag

Om de elementen, groepen en periodes te oefenen gaan we Zeeslag spelen ;-)


Slide 26 - Tekstslide

Spelregels 1
Bovenste helft is voor jouw schepen. 

Zet neer (en laat niet aan je medespeler zien). 
- 1 schip met 2 elementen
- 1 schip met 3 elementen
- 1 schip met 4 elementen
Schepen zijn recht, dus alleen recht naar boven of opzij. Niet schuin. 

Slide 27 - Tekstslide

Spelregels 2
De onderste helft is om op te spelen.  De jongste mag beginnen. Je noemt een groep en periode: bv groep 14-periode 2 (koolstof).

Als er niets staat zegt je tegenstander: Plons! Staat er wel een schip, dan zegt je tegenstander: Boem! Heb je raak, mag je nog een keer. Bij Plons mag de tegenstander weer. Degene die alle schepen van de tegenstander tot zinken heeft gebracht heeft gewonnen. 

Slide 28 - Tekstslide

We maken nu opdracht 10 tm 12
Ja, de * opdrachten maken we dit jaar ook. Dat zijn namelijk allemaal examenoefeningen. Dan wen je alvast aan de soort vragen die worden gesteld. 

Slide 29 - Tekstslide