Spelling Blok 6 week 1 les 1

Spelling blok 6 week 1 les 1
Doel: leren schrijven van het trottoirwoord.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spelling blok 6 week 1 les 1
Doel: leren schrijven van het trottoirwoord.

Slide 1 - Tekstslide

's meervoud
's bij bezit
lolly's
kiwi's
Anna's jas

Slide 2 - Sleepvraag

noem garagewoorden

Slide 3 - Woordweb

noem klankgroepenwoorden
met ueel/eaal

Slide 4 - Woordweb

Zet in de verleden tijd:
De kunstenares heeft verbeeld.

Slide 5 - Open vraag

Zet in de verleden tijd:
De leerling sjeest.

Slide 6 - Open vraag

Zet in de verleden tijd:
De was druipt.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Trottoirwoord
Trottoirwoorden zijn Franse leenwoorden. 
het trottoir 
het dressoir

Slide 9 - Tekstslide

Tijd voor het dictee!

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf op....

Slide 11 - Open vraag

het trottoir

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf op.....

Slide 13 - Open vraag

het labyrint

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf op.....

Slide 15 - Open vraag

Experimenteel

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf op.....

Slide 17 - Open vraag

Zij hebben het onderhoud verzorgd.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf op.....

Slide 19 - Open vraag

Het architectenbureau heeft een speciale techniek gebruikt.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het voegwoord in deze zin:
Hij heeft deze prachtige mozaïeken vloer ontworpen, nadat het gebouw gerestaureerd was.
A
heeft
B
prachtige
C
nadat
D
gerestaureerd

Slide 21 - Quizvraag

Welke hulpwerkwoorden staan er in de volgende zin:
Hij heeft deze prachtige mozaïeken vloer ontworpen, nadat het gebouw gerestaureerd was.
A
heeft/was
B
prachtige/gerestaureerd
C
heeft/ontworpen
D
was/gerestaureerd

Slide 22 - Quizvraag

Welke categorie zie je hier?

Slide 23 - Open vraag

Ik weet nu hoe ik een trottoirwoord moet schrijven?
Ja
Ik blijf nog even oefenen.
Nee, nog niet!

Slide 24 - Poll