Les 2

Beantwoord de vragen in je schrift
Begrippen-schrijf de betekenis erachter
VOC
Handelsmonopolie

beantwoord de Vragen
Wat was de VOC
Wat deed de VOC in Oost-Indië(handel en bestuur)
timer
5:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beantwoord de vragen in je schrift
Begrippen-schrijf de betekenis erachter
VOC
Handelsmonopolie

beantwoord de Vragen
Wat was de VOC
Wat deed de VOC in Oost-Indië(handel en bestuur)
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken antwoorden
Begrippen-schrijf de betekenis erachter
VOC
Handelsmonopolie

beantwoord de Vragen
Wat was de VOC
Wat deed de VOC in Oost-Indië(handel en bestuur)

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken antwoorden
Wat was de VOC
Wat deed de VOC in Oost-Indië

Slide 3 - Tekstslide

Hoe beantwoord je een vraag?
twee soorten vragen
1. Reproductievragen.
(leer vragen)
2. Inzichtvragen.
(bronnen, zienswijze, vergelijkingen)

Slide 4 - Tekstslide

1. Reproductievragen.
(leer vragen)
  1. Herhaal de vraag
  2. welke begrip zit er in
  3. lees nauwkeurig
Volgende les; de inzichtvraag

Slide 5 - Tekstslide

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


2. Van verlies naar winst (1800-1870)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Nederland, na de VOC-tijd,  Indië weer winstgevend maakte.

Slide 8 - Tekstslide

Het 'arme' Nederland
  • Franse bezetting (1795-1813)

  • Java in Engelse handen

  • Nederlandse vloot ouderwets en kan concurrentie met andere landen niet meer aan.

  • Java-oorlogen (1825-1830) kosten veel geld

Slide 9 - Tekstslide

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden (wens van koning Willem I)

  • Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)

  • Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo (cultures)

  • Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (2)

  • Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

  • De Javaanse vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

Slide 13 - Tekstslide

Bestuur tijdens het cultuurstelsel
  • Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur intact

  • Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij)
Gouverneur-Generaal
Gouverneur
Resident
Binnenlands bestuur
Assistent-resident
Regent
Inlands bestuur
Districtshoofd
Onderdistrictshoofd
Dorpshoofd
Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
Hoofd van een provincie
Controleur
Javaanse vorsten

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen voor Nederland
  • Indië is binnen paar jaar weer winstgeven voor Nederland: het batig slot

  • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten

Slide 15 - Tekstslide

Positieve gevolgen voor Java

  • Verbetering van de infrastructuur op het eiland

  • Ontstaan van een geldeconomie

Slide 16 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java
  • Uitbuiting door eigen Javaanse vorsten (regenten)

  • Vaak meer dan 66 dagen herendiensten

  • Plantloon is laag

Slide 17 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java

  • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt

  • Hongersnoden

Slide 18 - Tekstslide

Hoe groot was het percentage dat de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 19 - Quizvraag

Welke producten werden in het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout

Slide 20 - Quizvraag

Welk bedrijf was verantwoordelijk voor het cultuurstelsel
A
VOC
B
HMA
C
VED
D
NHM

Slide 21 - Quizvraag

Goed of fout?
Het cultuurstelsel werd in heel Nederlands-Indië
ingevoerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken

Slide 23 - Quizvraag

Goed of fout?

In het cultuurstelsel draaide het om de levering
van cultuurproducten aan de Nederlanders.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Goed of fout?

De boeren waren erg blij met de cultuurprocenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Welke combinatie is juist?
A
Boeren - plantloon Regenten - cultuurprocenten
B
Boeren - cultuurprocenten Residenten - plantloon
C
Regenten - plantloon Residenten - cultuurprocenten
D
Boeren - plantloon Residenten - cultuurprocenten

Slide 26 - Quizvraag

Op welke manier gingen de Nederlanders met het bestuur van Java om?
A
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
B
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
C
Ze lieten het grotendeels intact en plaatsen er een Nederlandse bestuur naast en boven.
D
Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.

Slide 27 - Quizvraag

Schrijf  in je schrift
Begrippen
  • Cultuurstelsel
  • gouveneur-generaal
Jaartallen
  • 1830-1870  Cultuurstelsel
  • 1799: einde van de VOC
Vragen
  • Om welke reden begon Nederland het cultuurstelsel in Nederlands-Indië?
  • Wat waren de gevolgen voor de bevolking van Nederlands-Indië?(positief en negatief)

Slide 28 - Tekstslide

maken 6 t/m11 (blz 6+7)

Slide 29 - Tekstslide