Tracheotomie zorg

Tracheotomie zorg
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
SkillsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tracheotomie zorg

Slide 1 - Tekstslide

Wie krijgen er een tracheotomie?

Slide 2 - Open vraag

Wie krijgen er een tracheotomie?
  1. zwelling bij een allergische reactie
  2. zwelling van ontstoken weefsel
  3. zwelling na operatief ingrijpen in hoofd/halsgebied
  4. zwelling of schade na trauma
  5. verlamming van één of beide stembanden
  6. obstructie door corpus alienum (vreemd voorwerp)
  7. obstructie door littekenweefsel ten gevolge van decubitus in de luchtpijp, wanneer bij beademing de ballon rond de tube op weefsel heeft gedrukt
  8. (voorlopig-) inoperatieve tumor ter plaatse
  9. langdurige beademing

Slide 3 - Tekstslide

Wie krijgen er een tracheotomie?
Een tracheotomie kan ook noodzakelijk zijn voor invasieve beademing bij cliënten die langdurig beademd moeten worden, bv. cliënten met spierziekten. Dit zijn cliënten:
  • bij wie non-invasieve beademing niet meer lukt
  • die zich voortdurend verslikken en daardoor aspiratiepneumonie oplopen
  • die niet kunnen hoesten en geen baat (meer) hebben bij aangeleerde hoesttechnieken

Slide 4 - Tekstslide

Waar zit de canule?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Soorten

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Complicaties
Wondinfectie
Bloeding
Stemverandering
Woekering van weefsel (granulatie)
Vernauwing (stenose)
Slappe luchtpijp (malacie)
Lucht dat zich ophoopt onder de huid (subcutaan emfyseem)
Fistel tussen de slokdarm en de luchtpijp

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een tracheotomie en een tracheostoma

Slide 11 - Open vraag

Tracheotomie

  1. Tijdelijk
  2. Ademen zonder via normale weg nog mogelijk
  3. Patiënt heeft nog stembanden
  4. Er kunnen verslikproblemen ontstaan, omdat de patiënt gehinderd wordt bij het slikken vanwege de aanwezigheid van de canule.
  5. Vorm en functie van de tomie is afhankelijk van de canule
Tracheostoma

  1. Permanent
  2. Alleen ademen via stoma (reanimatie)
  3. Geen stembanden
  4. geen verbinding met onderste en bovenste luchtweg: Verslikken onmogelijk.
  5. Definitieve constructie die na verloop van tijd niet afhankelijk is van canule.

Slide 12 - Tekstslide