6.5 gedrag
1 / 23
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het nut van wenkbrouwen?
A
Fel licht tegen houden om je ogen te beschermen
B
Traanvocht maken zodat je ogen vochtig blijven
C
Zorgt ervoor dat er geen vocht in je ogen komt
D
Niks, zitten daar maar gewoon
Slide 5 - Quizvraag
Welk onderdeel van het oog heeft zintuigcellen
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Oranje vlek
D
Kleine vlek
Slide 6 - Quizvraag
Het vaatvlies
A
zorgt ervoor dat je oog voedingsstoffen en zuurstof krijgt
B
zorgt ervoor dat je een helder beeld kunt maken
C
geeft impulsen door aan je oogzenuw
D
zorgt ervoor dat je oog kan bewegen
Slide 7 - Quizvraag
Waar liggen je traanklieren?
A
Boven je oog
B
Onder je oog
C
Naast je oog
D
In je traanbuisjes
Slide 8 - Quizvraag
Wat maakt je traanklier?
A
Zweet
B
Traanvocht
C
Water
D
Vuiltjes
Slide 9 - Quizvraag
Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
Oogleden
Slide 10 - Quizvraag
wat is de functie van de netvlies?
A
Impuls naar hersenen brengen
B
prikkel omzetten in een impuls
C
brengt voedingsstoffen naar het oog
D
maakt een scherp beeld op het netvlies
Slide 11 - Quizvraag
Waar zorgen de wimpers voor
A
Tegen vuil en fel licht
B
Tegen vuil en donkerlicht
C
Tegen zuurstof en licht
D
Tegen regen en zweet
Slide 12 - Quizvraag
Gaat traanvocht via de traanbuis naar de neusholte?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Wat is GEEN onderdeel van het oog ?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Traanvlies
Slide 14 - Quizvraag
Met welk nummer is de traanbuis aangegeven?
A
Nummer 1
B
Nummer 6
C
Nummer 7
D
Nummer 8
