De Passé Composé van de Sterke Werkwoorden in het Frans

De Passé Composé van de Sterke Werkwoorden in het Frans
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De Passé Composé van de Sterke Werkwoorden in het Frans

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling
Aan het einde van de les kun je de Passé Composé van de sterke werkwoorden in het Frans uitleggen en toepassen op het niveau havo 3.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het doel van de les en leg uit wat studenten zullen leren.
Wat weet je al over de Passé Composé?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn sterke werkwoorden?
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die een klinkerwisseling hebben in de verleden tijd. Bijvoorbeeld: 'parler' wordt 'parlé' in de Passé Composé.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat sterke werkwoorden zijn en geef een voorbeeld.
Basisvormen van sterke werkwoorden
Er zijn drie basisvormen van sterke werkwoorden: de infinitief, de stam en het voltooid deelwoord. Bijvoorbeeld: 'parler' - 'parl-' - 'parlé'.

Slide 5 - Tekstslide

Geef een overzicht van de basisvormen van sterke werkwoorden en geef een voorbeeld.
Stappen om Passé Composé te vormen
Om de Passé Composé te vormen, moet je de hulpwerkwoord 'avoir' of 'être' gebruiken en het voltooid deelwoord van het werkwoord dat je wilt gebruiken. Bijvoorbeeld: 'j'ai parlé' (ik heb gesproken).

Slide 6 - Tekstslide

Leg de stappen uit om de Passé Composé te vormen en geef een voorbeeld.
Voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden wordt gevormd door de stam te nemen en '-é', '-i' of '-u' toe te voegen, afhankelijk van de klinkerwisseling. Bijvoorbeeld: 'parlé', 'fini', 'bu'.

Slide 7 - Tekstslide

Laat zien hoe het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden wordt gevormd en geef voorbeelden.
Vervoeging met 'avoir'
De meeste sterke werkwoorden worden vervoegd met 'avoir'. Bijvoorbeeld: 'j'ai parlé', 'tu as fini', 'il a bu'.

Slide 8 - Tekstslide

Laat zien hoe sterke werkwoorden worden vervoegd met 'avoir' en geef voorbeelden.
Vervoeging met 'être'
Sommige sterke werkwoorden worden vervoegd met 'être'. Dit zijn vaak werkwoorden die betrekking hebben op beweging of verandering. Bijvoorbeeld: 'je suis allé(e)', 'tu es venu(e)', 'elle est née'.

Slide 9 - Tekstslide

Laat zien hoe sterke werkwoorden worden vervoegd met 'être' en geef voorbeelden.
Wat is de juiste vervoeging van 'naître' in de tweede persoon enkelvoud?
A
Tu es venu(e)
B
Tu as né(e)
C
Tu es né(e)
D
Tu as été né(e)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste vervoeging van 'aller' in de derde persoon enkelvoud?
A
Il/Elle a allé(e)
B
Il/Elle est allé(e)
C
Il/Elle est allé
D
Il/Elle a été

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkwoorden worden vaak vervoegd met 'être'?
A
Zwakke werkwoorden die betrekking hebben op emoties.
B
Sterke werkwoorden die betrekking hebben op beweging of verandering.
C
Zwakke werkwoorden die betrekking hebben op beweging of verandering.
D
Sterke werkwoorden die betrekking hebben op kleuren.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Vul de ontbrekende vorm van het voltooid deelwoord in: 'Nous avons ____ (finir) nos devoirs.'

Slide 13 - Tekstslide

Geef een oefening om te controleren of studenten de lesstof begrijpen en laat hen hun antwoorden delen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.