iweh esttenten

Woche 40
Hausaufgaben und Vokabeln
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woche 40
Hausaufgaben und Vokabeln

Slide 1 - Tekstslide

Was ist das?

Slide 2 - Tekstslide

lesen, Seite 142
1) Aufgabe 8
welke woorden herken je?
3min, zusammen

2) Aufgabe 7
Lees EERST de vragen van opdracht 7, lees pas dan de tekst.
Werk 8min zelfstandig en stil.

Slide 3 - Tekstslide

hören
Aufgabe 1 und 2, Seite 138

Slide 4 - Tekstslide

Wiederholen für das SO

Slide 5 - Tekstslide

Stam op -d of -t?
Ja: (fe)esttenten-uitgang met eventueel extra -e
Nee: (fe)esttenten-uitgang

Slide 6 - Tekstslide

Ergänze die Verbform:
...(warten)... du vor der Schule auf mich?
A
wartet
B
wartest
C
wartst

Slide 7 - Quizvraag

-------------------------------------------------------------------------
1
2
Isis und Nadia ...(finden)... Informatik interessant.
Ich habe die Frage richtig ...(beantworten)... .
finden
findet
findeen
beantwort
beantwortt
beantwortet

Slide 8 - Sleepvraag

Am Sonntag habe ich viel ...
Wir haben einen Film in diesem .... gesehen.
Wenn schönes Wetter ist, gehen wir ... . 
Wir ...... ein Lied von Katie Perry.
Ich bin musikalisch. Ich spiele ... .
Brigitte spielt Gitarre, sie macht sehr schöne .....
Freizeit
schwimmen
Klavier
singen
Kino
Musik

Slide 9 - Sleepvraag

Hey Junge, wie (heißen) du?

Slide 10 - Open vraag

Peter und Petra (wohnen) in den Niederlanden.

Slide 11 - Open vraag

Mo, du (baden) immer sehr lange.

Slide 12 - Open vraag

Das Mädchen (antworten) ihre Mutter.

Slide 13 - Open vraag

Übersetze: skiën
A
Ski machen
B
skien
C
Ski fahren
D
Ski reiten

Slide 14 - Quizvraag

Das Gegenteil von leicht ist
A
toll
B
schwierig
C
schön
D
interessant

Slide 15 - Quizvraag

Übersetze: de piano

Slide 16 - Open vraag

Welches Wort passt nicht in die Reihe?
A
die Gitarre
B
das Schlagzeug
C
die Geige
D
das Fahrrad

Slide 17 - Quizvraag

Übersetze: de vakantie

Slide 18 - Open vraag

Ergänze: Wenn ich Hausaufgaben mache, ...........
A
höre ich gerne Musik.
B
spiele ich Klavier.
C
tanze ich gern.
D
gehe ich ins Kino.

Slide 19 - Quizvraag

Das Gegenteil von blöd ist:
A
schwierig
B
langweilig
C
interessant

Slide 20 - Quizvraag

Übersetze: het drumstel

Slide 21 - Open vraag

Wie sagt man: wij gaan naar het zwembad
A
Wir gehen zum Schwimmbad
B
Wir gehen nach dem Schwimmbad
C
Wir gehen ins Schwimmbad

Slide 22 - Quizvraag

Übersetze: de stad

Slide 23 - Open vraag

Hausaufgaben

Slide 24 - Tekstslide