5.2 Bezetting, vervolging, bevrijding les 2

H5 'De prijs van vrijheid'


cursus 5.2 'Bezetting, vervolging, bevrijding' (1939-1945)


Tijdvak 9:

Tijd van oorlogen (1900-1950)


Les 2


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare school

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H5 'De prijs van vrijheid'


cursus 5.2 'Bezetting, vervolging, bevrijding' (1939-1945)


Tijdvak 9:

Tijd van oorlogen (1900-1950)


Les 2


Slide 1 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 5.2 les 1

Slide 2 - Tekstslide

Waarom werd Duitsland extra hard door de wereldcrisis (1920) getroffen?

Slide 3 - Open vraag

Wat gebeurde er toen Duitsland in 1923 de schulden aan Frankrijk niet meer kon betalen?
A
Veel mensen in Duitsland werden werkloos.
B
Frankrijk bezette het Ruhrgebied in Duitsland.
C
Duitsland hoefde Frankrijk niet meer te betalen.
D
Hitler kwam aan de macht in Duitsland.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent het begrip dictatuur?
A
Land dat door één persoon wordt geregeerd.
B
Het volk beslist mee door middel van verkiezingen.
C
Het volk beslist.
D
Land waar één persoon door middel van verkiezingen de macht heeft.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe loste Hitler de werkloosheid in Duitsland op ?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer brak de Tweede Wereldoorlog uit? Met welke gebeurtenis gebeurde dit?

Slide 7 - Open vraag

Wie was de leider van de NSB?
A
Anton Mussert
B
Adolf Hitler
C
Hannie Schaft
D
Benitto Mussolini

Slide 8 - Quizvraag

Welke stad wordt gebombardeerd waarna Nederland zich overgeeft?
A
Amsterdam
B
Utrecht
C
Rotterdam
D
Den Haag

Slide 9 - Quizvraag

Wat waren de belangrijkste geallieerde landen?

Slide 10 - Open vraag

5.2 Bezetting, vervolging, bevrijding
Les 2

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je: 
  • het verschil uitleggen tussen antisemitisme, racisme en discriminatie
  • uitleggen wat de Holocaust is
  • uitleggen wat bezetting en terreur betekent

Slide 12 - Tekstslide

Het leven tijdens  WOII
Tijdens WOII bestuurd door Duitsland
  • Dit heet bezetting; met soldaten was de leiding over een gebied ingenomen

Alleen de wetten en regels van de Duitsers golden nog

Slide 13 - Tekstslide

Het leven tijdens  WOII
Veel mannen werden gedwongen in Duitsland te werken.

De Duitsers wilden dat de Nederlanders goed gehoorzaamden. Dit deden ze door de Nederlanders heel bang te maken. Dat heet terreur. 

Slide 14 - Tekstslide

Nederland onder Duitse bezetting (2)
Het gewone leven ging zoveel mogelijk door, maar niet voor de joden
  • 1941: Begin discriminatie joden

Slide 15 - Tekstslide




Voor sommige beroepen (bijvoorbeeld: leraren) 
moet een Ariërverklaring worden getekend.
Hierin verklaar jij, je ouders en grootouders, niet Joods te zijn.

Eind november 1940 waren er al 
2200 mensen hierdoor ontslagen...

Slide 16 - Tekstslide

Nederland geeft zich over in:
A
1939
B
1940
C
1941
D
1945

Slide 17 - Quizvraag

In eerste instantie verandert er weinig voor de meeste Nederlanders
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Alle docenten die 1942 lesgaven op reguliere scholen waren niet-Jood
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag






  • Vanaf april 1941 verschijnen de bordjes "Voor Joden verboden"  in de Nederlandse steden.

Slide 20 - Tekstslide






  • Vanaf mei 1942 zijn Joden verplicht om een Jodenster te dragen.
  • In dat jaar gaan ook de eerste Joden via Westerbork naar Auschwitz...

Slide 21 - Tekstslide



  • Anne Frank (1929-1945) is wereldberoemd door het dagboek dat ze als onderduiker schreef.
  • In 1942 dook de familie onder in Amsterdam, in het bedrijf van vader Otto.
  • Na twee jaar werden zij verraden en Anne werd met haar vader, moeder en zus via doorgangskamp Westerbork naar concentratiekampen in Duitsland gebracht.
  • Daar stierf Anne aan uitputting en ziekte.
  • In 1947 gaf Otto, die als enige de oorlog had overleefd, Annes dagboek uit.

Slide 22 - Tekstslide



1942: Westerbork
Vanaf 1943 werden 140.000 joden opgepakt en naar concentratiekampen gedeporteerd.
 

Slide 23 - Tekstslide

Houding van de Nederlanders
1. Collaboratie
  • = samenwerken met de vijand
  • NSB
  • Burgemeester, politie, ambtenaar, enz.
  • 20.000 Nederlanders in de SS

Slide 24 - Tekstslide

Houding van de Nederlanders
2. Verzet

  • Pas laat in oorlog groter verzet (vanaf terwerkstelling Nederlandse mannen in Duitsland)
  • Hulp aan onderduikers
  • Tegenwerken Duitsers en NSB’ers


Slide 25 - Tekstslide




  • In totaal waren er rond de 45.000 Nederlanders die actief verzet pleegden. 
  • Maar dat konden ze niet doen zonder de hulp van honderduizenden anderen.
  • Verzet plegen was levensgevaarlijk: niet alleen voor jezelf, maar ook voor je omgeving.

Slide 26 - Tekstslide








Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...

Slide 27 - Tekstslide

Houding van de Nederlanders
3. Aanpassen

  • Overgrote deel van de Nederlanders
  • Hooguit passief verzet



Slide 28 - Tekstslide


Onderduiken


  • Onderduiken om je te verbergen zodat je niet wordt opgepakt door de politie of Duitsers. 
  • Dit zijn niet alleen Joden, maar iedereen die het risico loopt opgepakt te worden: studenten, mannen, verzetsstrijders enz. 
  • Op het hoogtepunt zijn er alleen al in Nederland ruim 350.000 mensen ondergedoken


Slide 29 - Tekstslide

Holocaust
massamoord op 6 miljoen joden in de WOII

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 32 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de Holocaust?
A
Feestdag
B
Herdenkingsdag
C
Jodenvervolging
D
politieke partij

Slide 34 - Quizvraag

Hoe noemen we de haat tegen Joden?
A
discriminatie
B
holocaust
C
antisemitisme
D
racisme

Slide 35 - Quizvraag

Hoe wordt de vernietiging van Joden genoemd?
A
Vernietiging Joden
B
Joden doden
C
Holocaust
D
Massamoorden

Slide 36 - Quizvraag

Jodenhaat
Controle vooraf op radiozenders en kranten.
Mensen ongelijk behandelen.
De massamoord van de Nazis op de joden.
Mensen verschillend behandelen op basis van hun ras of afkomst.
Geweld gebruiken om mensen bang te maken.
Antisemitisme 
Censuur
Discriminatie 
Holocaust 
Racisme 
Terreur 

Slide 37 - Sleepvraag