Bestaansmiddelen les 6

Welkom
  • Ga alvast zitten volgens de klassenopstelling

  • Pak je schrift en opdrachtenboekje uit je tas

  • Leg je telefoon aan de kant
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Ga alvast zitten volgens de klassenopstelling

  • Pak je schrift en opdrachtenboekje uit je tas

  • Leg je telefoon aan de kant

Slide 1 - Tekstslide

B132 specialisatie & mechanisatie & B133 Intensieve landbouw

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Welkom
  • Lesdoelen
  • Korte terugblik vorige theorie
  • uitleg B132 -133
  • Opdrachten B132-133
  • Ouiz vragen Lessonup
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt bij de specialisatie van landbouwbedrijven onderscheid maken tussen twee groepen/soorten.
  • Je kunt voorbeelden noemen van mechanisatie en intensivering binnen een landbouwbedrijf.
  • Je kunt verklaren waarom er in rijke landen meer specialisatie in de landbouw plaatsvindt dan in arme landen.
  • Je kunt twee voordelen en twee nadelen van specialisatie van de landbouw benoemen en toelichten.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt drie vormen van intensieve landbouw benoemen en toelichten waarom deze vormen intensief te noemen zijn.
  • Je kunt bij een vorm van intensieve landbouw beredeneren of deze kapitaal-, kennis-, en arbeidsintensief- of extensief is.
  • Je moet onderscheid kunnen maken tussen bio-industrie en biologische landbouw en daar voorbeelden van noemen.
  • Je kunt verklaren waarom er kritiek is op de bio-industrie (vee) en een eigen mening vormen rondom bio-industrie tegenover biologische landbouw.

Slide 5 - Tekstslide

Vorige lessen
  1. Productiemiddelen
  2. Grondstoffen
  3. Arbeidsintensief en kapitaalintensief

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken specialisatie
  • Mechanisatie, sterke stijging lonen
  • Intensivering
Voor- en nadelen
  1. Beter/meer product(en)
  2. Kennis
  1. product afhankelijk
  2. Kleine bedrijven verdwijnen

Slide 8 - Tekstslide

Intensieve landbouw

  • Gebruik van veel kapitaal en kennis om hoge opbrengst per hectare of dier te halen

Slide 9 - Tekstslide

3 soorten intensieve landbouw
  • De Sawa's (akkerbouw)
Dit zijn terrasachtige akkers die onder water staan voor rijstbouw. 3x per jaar oogst door arbeiders en is dus een arbeidsintensief-proces.
  • (glas)tuin/landbouw
Kapitaalintensief, De kassen kosten veel geld, denk aan de beregening-, bemesting- en luchtverversingsmachines. Kennisintensief voor de toepassing.
  • Intensieve veehouderij
Zoveel mogelijk dieren op een klein oppervlak. Dit wordt gedaan om de winst te optimaliseren.
Kennisintensief, voeding en ziektes.
Kapitaalintensief, machines/robots en voer.

Slide 10 - Tekstslide

Bio-industrie en biologische landbouw
  • Bio-industrie is intensieve veehouderij.

  • Biologische landbouw is landbouw waar zo min mogelijk middelen gebruikt worden om het milieu te vervuilen

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten
  • Maak de opdrachten van B132-133 uit je opdrachtenboekje
  • Je hebt 15-20 minuten voor de opdracht, de eerste 8 minuten werk je weer voor jezelf daarna mag je samenwerken met je buurman/vrouw
  • Heb je vragen steek je hand dan op
  • Ben je eerder klaar? laat de opdrachten controleren
timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Lesstof vragen
  • We gaan zo een een aantal vragen beantwoorden op lessonup.

  • Belangrijk is dat je je eigen naam invult.

  • Onzin namen worden verwijderd.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden van mechanisatie zijn
A
Oogstmachine en melkrobot
B
Aardbeiplukkers en rijst verbouwers
C
Voedersysteem en met de hand melken
D
Tractor en iemand die bollenpellen is

Slide 14 - Quizvraag

De oorzaken van specialisatie in de landbouw zijn
A
Intensivering en sawa's
B
Arbeidsextensief en grondstoffen
C
Mechanisatie en intensivering
D
halffabricaten en kapitaalintensief

Slide 15 - Quizvraag

Een nadeel van specialisatie van de landbouw is
A
Producten worden steeds beter
B
Kleine bedrijven verdwijnen
C
Productie wordt vergroot

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is er in rijke landen meer specialisatie in de landbouw mogelijk dan in arme landen?

Slide 17 - Open vraag

Welke uitleg past bij het begrip bio-industrie?
A
Weinig dieren op een oppervlak
B
Milieu vriendelijk productie
C
Allemaal verschillende dieren in 1 bedrijf
D
Zoveel mogelijk dieren op een klein oppervlak.

Slide 18 - Quizvraag

Waarom er zoveel kritiek is op de bio-industrie?

Slide 19 - Open vraag

De 3 productiemiddelen die nodig zijn bij het maken producten zijn
A
Arbeid, natuur en kapitaal
B
Arbeid, natuur en grondstoffen
C
Natuur, mechanisatie en kapitaal
D
Werknemers, halffabricaten en landbouw

Slide 20 - Quizvraag