In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Vandaag gaan we verder met §6.2
Van alle markten thuis.
Slide 1 - Tekstslide
Lesindeling
Terugblik vraag 12 t/m 17
Afmaken §6.2
Slide 2 - Tekstslide
Aan het eind van deze les kun je:
een voorbeeld geven van een concrete markt
een voorbeeld geven van een abstracte markt
een verschil noemen tussen een concrete en een abstracte markt
Doel van deze les
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Vraag 13
Als het bij economie gaat over de automarkt, dan is dat een abstract / concrete markt
Op de automarkt komt de vraag naar auto's van bedrijven / consumenten, terwijl het aanbod afkomstig is van de bedrijven / consumenten
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 14a
aantal occasions 308.000
Procenten 90 1 100
Slide 6 - Tekstslide
Vraag 14b/c
c De vraag naar goedkopere, zuinige auto’s is het grootst, want de prijzen hiervan stijgen harder.
Slide 7 - Tekstslide
Vraag 15a
Er zijn dan meer mensen die het product willen kopen. Degenen die wat meer willen betalen, hebben meer kans dat ze het product ook echt kunnen kopen. De anderen vallen af en kunnen het product niet kopen.
Slide 8 - Tekstslide
Vraag 15b
Het risico dat zijn product te weinig gekocht wordt, waardoor hij te weinig verdient. Of er komen snel concurrenten bij die het product voor een lagere prijs verkopen en dan gaan de klanten daar naartoe.
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 15c
Klanten kopen dan bij de goedkoopste aanbieder. De aanbieders zijn bang producten over te houden en verlagen hun prijs om toch genoeg klanten te krijgen.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag 16
a Dan verdient hij er niets op, want hij heeft de fietsen voor
diezelfde prijs ingekocht.
b Voor die prijs zijn er maar 30 die er zo veel voor willen betalen.
c Bij € 525.
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 17
Slide 12 - Tekstslide
Abstracte markt,
een markt = geheel van vraag naar ...... en aanbod van ......
Slide 13 - Tekstslide
Evenwichtshoeveelheid
Evenwichtsprijs
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Marktaandeel berekenen.
Slide 16 - Tekstslide
Jan heeft een bedrijf, hij verkoopt 120.000 producten. in de totale markt worden 640.000 producten verkocht.
Hoe groot is het marktaandeel van Jan?
Slide 17 - Open vraag
Hebben we de doelen behaald?
wat is een markt?
Slide 18 - Tekstslide
Hebben we de doelen behaald?
hoe vraag en aanbod invloed hebben op de prijs
Slide 19 - Tekstslide
Hebben we de doelen behaald?
waarom is het marktaandeel belangrijk voor een bedrijf