Hoofdstuk 8 Paragraaf 4 Emancipatiebewegingen

Heeft burgelijke ongehoorzaamheid zin?

8.4 Emancipatiebewegingen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Heeft burgelijke ongehoorzaamheid zin?

8.4 Emancipatiebewegingen

Slide 1 - Tekstslide

Welke stromingen streden tegen elkaar tijdens de Schoolstrijd
A
Socialisme en conservatisme
B
Liberalisme en conservatisme
C
Liberalisme en confessionalisme
D
Socialisme en confessionalisme

Slide 2 - Quizvraag

Welke stroming werd benadeeld door de Pacificatie van 1917 (Grondwet van 1917)
A
Conservatisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Feminisme

Slide 3 - Quizvraag

Emancipatiebewegingen
Confessionelen, socialisten en feministen voelden zich achtergesteld.

Ze willen gelijke rechten voor hun groep.

Slide 4 - Tekstslide

Schoolstrijd
  • Houding diverse 'stromingen' in de politiek:
  • Liberalen: 
  • 'wie iets bijzonders wil, moet een bijzondere bijdrage leveren'  > tegen
  • Socialisten:
  • 'overheid moet christendom niet subsidiëren'  > tegen
  • Confessionelen:
  • 'openbaar onderwijs heeft te weinig oog voor traditie en religieuze waarden'   > voor
einde schoolstrijd: Pacificatie, 1917

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat het belangrijkste ideaal is van feminsten.

Slide 7 - Open vraag

De opkomst van het feminisme 
  • 1867: voorstel vrouwen kiesrecht geven. Kansloos, máár: beweging voor vrouwenkiesrecht geboren (suffragettes o.l.v. Emmeline Pankhurst over tot radicale acties).
  • Feminisme, socialisme & confessionalisme = emancipatiebewegingen.

  • Feminisme: gelijkberechtiging vrouwen
  • Socialisme: betere positie arbeiders
  • Confessionalisme: volwaardige positie samenleving voor gelovigen 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden systematisch discriminatie
  • Vrouwen waren er niet om te werken.
  • Vrouwen moesten zich erop richten op huisvrouw te zijn. 
  • Vrouwen mochten zonder begeleiding niet uit huis. 
  •  Gehuwde vrouwen deelden niet in ouderlijke macht. 
  • Mochten geen rechtszaken beginnen. 
  • Hadden geen recht op eigen vermogen. 
  • Waren juridisch minderjarig.
  • Hadden geen toegang tot het Hoger Onderwijs.
  • Stopten met werken als ze gingen trouwen. 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom kwamen feministen vooral vrouwen uit de hogere burgerij?

Slide 10 - Open vraag

De Suffragettes
  • Begin 1900 streden  de suffragettes – voor vrouwenkiesrecht in Groot-Brittannië.







Slide 11 - Tekstslide

Emmeline Pankhurst

Christabel Pankhurst

Slide 12 - Tekstslide

Emily Davison
Op 4 juni 1913, tijdens de Epsom Derby, sprong Emily Davison, met twee vlaggen in de hand, voor het renpaard van koning George V. Zwaar gewond stierf ze vier dagen later in het Epsom Cottage Hospital.

Slide 13 - Tekstslide

De Suffragettes
  • Demonstraties: Suffragettes organiseerden massale optochten en demonstraties
  • Het verstoren van politieke bijeenkomsten: Suffragettes onderbraken soms politieke bijeenkomsten en speeches om hun eisen kracht bij te zetten.
  • Ongehoorzaamheid: weigerden soms belasting te betalen of weigerden zich aan bepaalde wetten te houden 
  • Vernieling: Sommige suffragettes pleegden acties van vandalisme, zoals het breken van ramen van openbare gebouwen, als een vorm van protest.
  • Brandstichting en bomaanslagen: Een extreme vorm van protest was het plegen van brandstichting. Suffragettes staken soms postbussen, treinstations en zelfs lege gebouwen in brand om aandacht te vragen voor hun zaak.











Slide 14 - Tekstslide

Hongerstaking
  • Suffragettes werden niet gezien als politieke gevangenen. 
  • Ze gingen in hongerstaking om deze status wel te krijgen. 
  • De Britse overheid was bang voor martelaarsschap van de vrouwen
  • Ze gingen over het gefoceert voeden van de vrouwen in de gevangenis
  • Dit zorgde voor grote verontwaardiging. 







Slide 15 - Tekstslide

Emancipatie
  • Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de activiteiten van de Suffragettes neergelegd. 
  • In 1918 krijgen vrouwen van 30 jaar en ouder actief kiesrecht. 
  • In 1928 worden de kiesrechtregels gelijk getrokken tussen man en vrouw. 







Slide 16 - Tekstslide

Klimaatblokkeerders
Burgelijk ongehoorzaam

Slide 17 - Tekstslide

Na alles wat we hebben besproken, zou je meedoen aan een ontwrichtende protestactie? Leg uit.

Slide 18 - Open vraag

Leg het verband uit tussen de verlichting (H7) en het feminisme.

Slide 19 - Open vraag

Conservatisme
Confessionalisme
Feminisme
Naastenliefde
Traditie
Tegen progressivisme
Gelijke rechten
Gelijkheid = chaos

Slide 20 - Sleepvraag

Welke kenmerkend aspect (1x) hoort NIET bij de tijd van burgers en stoommachines? Sleep deze naar het rode vlak.
NIET
I - De industriële revolutie en het ontstaan van een industriële samenleving in de westerse wereld.
II - Discussies over de 'sociale kwestie'.
III - Het modern imperialisme dat verband hield met de industrialisatie.
V - Voortschrijdende democratisering; steeds meer mannen en vrouwen nemen deel aan de politiek.
IV -De opkomst van emancipatiebewegingen.
VI - De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
VII - Opkomst van verzet in de koloniën tegen het West-Europese imperialisme.

Slide 21 - Sleepvraag