2.5 Breuken optellen of afhalen

Mobiele telefoon bij je houden!
spullen op tafel!
Nakijken!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Mobiele telefoon bij je houden!
spullen op tafel!
Nakijken!

Slide 1 - Tekstslide

lesinhoud

welkom/nakijken

vragen over huiswerk?

quiz om te herhalen

wat ga je leren?

uitleg 2.5

huiswerk


wat heb je geleerd?



Slide 2 - Tekstslide

wat ga je leren?

Aan het einde van de les kun je:

zie leerdoelenformulier 2.5


Slide 3 - Tekstslide

Herhaling!
Pak je telefoon.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel is de waarde van de 3 in
305.678?
A
30.000
B
3000
C
3
D
300000

Slide 5 - Quizvraag

schrijft in getallen
9,3 miljard
A
930.000.000
B
9.300.000.000
C
93.000.000.000
D
930.000.000.000

Slide 6 - Quizvraag

Waar hoort de 0 bij?
A
Positief getallen
B
Negatief getallen
C
Geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een negatief getal?
A
Alle getallen > 0
B
Alle getallen < 0
C
Alle getallen die kleiner of gelijk zijn dan 0
D
Alle breuken

Slide 8 - Quizvraag

Negatieve getallen aftrekken
78
A
-1
B
1
C
-15
D
15

Slide 9 - Quizvraag

negatieve getallen aftrekken


1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 10 - Quizvraag


Negatieve getallen optellen
4+-3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 11 - Quizvraag

- 4 - - 7 = ...
A
11
B
-11
C
-3
D
3

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen de de getallen bij een product
A
Termen
B
Factoren
C
Onderdelen
D
Stukjes

Slide 13 - Quizvraag

Bij een quotiënt vermenigvuldig je getallen met elkaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Welk van deze getallen is het product?
4 x 363 = 1452
A
4
B
1452
C
x
D
363

Slide 15 - Quizvraag

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 16 - Quizvraag

Afronden op een heel getal:
7,6
A
7
B
8
C
7,5
D
6

Slide 17 - Quizvraag

Afronden op twee cijfers achter de komma.
4,5749 wordt:
A
4,57
B
4,56
C
4,55
D
4,60

Slide 18 - Quizvraag

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 19 - Quizvraag

Een breuk bestaat uit twee getallen. Een getal staat boven en noemen we ook wel de ......
A
noemer
B
teller

Slide 20 - Quizvraag

De delers van 12 zijn:
A
2, 3, 4, 6
B
1, 2, 3, 4, 6, 12
C
3, 4 en 6
D
1, 2, 3, 4 en 12

Slide 21 - Quizvraag

de eerste vier veelvouden van 4 zijn:
(met komma ertussen)

Slide 22 - Open vraag

Rekenvolgorde
Op de tweede plaats
Op de eerste plaats
Op de derde plaats
De som tussen de haakjes
+
-
x
:

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

welke breuk hoort erbij?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

aanpak
Deel teller en noemer door hetzelfde getal.
uitwerking

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk

NAKIJKEN!


maken:

opgave 86, 87, 90, 92, 93

Klaar! 



timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide

wat heb je geleerd?
Kun je een breuk vereenvoudigen?
Kun je uit een breuk de helen halen?
Kun je twee breuken bij elkaar optellen?
Kun je twee breuken van elkaar afhalen?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video