persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Herhaling

Enkelvoudige zin

Samengestelde zin

Voegwoorden

Nederlands

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord 

Wat gaan we doen?

1. Lezen

2. Herhaling voegwoorden

3. Nakijken opdracht 3 blz. 202

4. Leerdoel vandaag

5. Uitleg par. 4: pers. en bez. vnw

6. Aan de slag

7. Kahoot 

Lesdoel van vandaag

-Je kunt persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen.

-Je weet het verschil tussen de twee voornaamwoorden. 

Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een persoonlijk voornaamwoord?

1. Jouw verhaal
2. Het verhaal van jou
3. Onze telefoon
4. Geef elkaar een hand

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Het woord:
JOUW
is een

1. persoonlijk voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. wederkerend voornaamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Aan de slag

Je maakt opdracht 1 t/m 5 van blz. 210-211 

Je werkt 10 min in stilte, daarna mag je in 2-tallen overleggen

Klaar?  Lezen of ga aan ander huis- of leerwerk