Les 2 - periode 3 - 8 februari 2022

Clase 2 - período 3 - 08-02-2022
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Clase 2 - período 3 - 08-02-2022

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
LEERDOELEN:
  1. Ik oefen met het spreken van korte zinnetjes met de dagen van de week 
  2. Ik laat zien hoe ik een Spaanse datum moet uitschrijven
  3. Ik maak kennis met de 'Pretérito perfecto', een van de verleden tijden in het Spaans
  4. Ik oefen de 'pretérito perfecto' in de ik- en de jij-vorm, met behulp van marcadores temporales



Slide 2 - Tekstslide

Los ejercicios de la semana pasada
Respuestas ejercicio 1 (página 3):
uitgeven = gastar <------> ahorrar = sparen
betalen = pagar 
kopen = comprar <------> vender  = verkopen
in rekening brengen = cobrar
verdelen = dividir
kosten = costar 

Slide 3 - Tekstslide

Los ejercicios de la semana pasada
Respuestas ejercicio 2 - página 4

trabaja - vende - gana - pagar - ahorrar - divide - gasta - comprar

Respuestas ejercicio 1b - página 5
Verano: junio, julio, agosto
Otoño: septiembre, octubre, noviembre
Invierno: diciembre, enero, febrero
Primavera: marzo, abril, mayo

Slide 4 - Tekstslide

¿Qué dia es hoy?
A
Hoy es miércoles
B
Hoy es viernes
C
Hoy es martes
D
Mañana es sábado

Slide 5 - Quizvraag

Ejercicio            
¿Qué dia es hoy?
Ayer fue .....
Mañana es ...
 

                AYER = GISTEREN  
                MAÑANA = morgen 

Ayer
Hoy
Mañana
lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de Spaanse woorden naar de Nederlandse betekenis.
s'middags
s'ochtends
elke dag
s'avonds
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
het weekend
zaterdag
zondag
por la tarde
por la mañana
por la noche
el fin de semana
lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo
todos los días

Slide 7 - Sleepvraag

La fecha (=de datum)
¿Qué día es hoy?                                  Welke dag is het vandaag?

Hoy es ........................... (el día de la semana) ...... (número) de ................................ (el mes) de 2022.

                  Wat is dinsdag? En wat is februari ook alweer?

Slide 8 - Tekstslide

La fecha de tu cumpleaños

¿Cuándo es tu cumpleaños?

Mi cumpleaños es el .................... (número)
de ........................ (el mes).

Slide 9 - Tekstslide

De pretérito perfecto is een van de verleden tijden in het Spaans:
een vorm van 'haber' + voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

El pretérito perfecto
'Haber' is het hulpwerkwoord
voor 'hebben', en je mag deze 
twee vormen onthouden:

1. yo         he            cantado 
  -->  ik heb gezongen                
2. tú         has         comido        
   --> jij hebt gegeten     

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer gebruik je deze tijd??
Deze dag, vandaag, vanmiddag, ...

Deze maand, deze week, dit weekend, deze winter...

Nooit, al, ooit, nog niet, laatst...

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen uit de reader
  • 1. ¿Has comprado un teléfono hoy?                      comprar   --> comprado
  • Sí, he comprado un teléfono hoy.

  • 2. ¿Cuánto dinero has ganado esta semana?  ganar --> ganado
  • Esta semana he ganado 1328 euros.                   

  • 3. ¿Has vendido tu casa?                                            vender --> vendido 
  • No, todavía no he vendido mi casa.                      


Slide 13 - Tekstslide

Hoe zeg je:
'Vandaag heb ik gegeten'
(comer =eten)

Slide 14 - Woordweb

Ejercicio 1 - página 6

¿Qué has hecho hoy?          Wat heb je vandaag gedaan?

Hoy por la mañana ..................................................
Hoy por la tarde .......................................................
Hoy por la noche ......................................................
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Ejercicio 1 - pagína 6
  1. Hoy por la mañana (vanmorgen) he jugado fútbol. Vanmorgen heb ik gevoetbald.
  2. Hoy por la tarde (vanmiddag) he bebido/tomado una cerveza. Vanmiddag heb ik een biertje gedronken.
  3. Hoy por la noche (vanavond) he dormido. Vanavond heb ik geslapen.

Slide 16 - Tekstslide

¿Qué significa?:
'Este día he comprado un teléfono'
A
Deze dag kocht ik een telefoon
B
Deze dag koop ik een telefoon
C
Deze dag heb ik een nieuwe broek gekocht
D
Deze dag heb ik een telefoon gekocht

Slide 17 - Quizvraag

Ejercicio 2 - página 7

Slide 18 - Tekstslide

¿Qué significa?:
'Esta semana he trabajado mucho'

Slide 19 - Open vraag

Hoe goed begrijp je deze nieuwe verleden tijd:
'el pretérito perfecto'?
0100

Slide 20 - Poll

¿Qué hemos hecho hoy?
LEERDOELEN:
- Ik oefen met het spreken van korte zinnetjes met de dagen van de week 
- Ik weet hoe ik een Spaanse datum moet uitschrijven
- Ik maak kennis met de 'Pretérito perfecto', een van de verleden tijden in het Spaans
- Ik oefen de 'pretérito perfecto' in de ik- en de jij-vorm, met behulp van marcadores temporales



Slide 21 - Tekstslide

Los deberes
- Haced (=maak) ejercicio 1 & 3 (página 6 & 7)
                          1. Oefen met de pretérito perfecto
                          3. Zet de zinnen in de juiste volgorde

- Neem deze LessonUp les nog eens rustig door 
                          los días de la semana * la fecha * el uso (=het                                                                     gebruik) del pretérito perfecto
                                                   --> Gedeeld via Teams


           
                            van het jaar   (ALLES BEHOREND BIJ LES 1!)
                   

Slide 22 - Tekstslide

Geef een korte tip of top over de les...

Slide 23 - Open vraag