1 Communicatie en massamedia

1. Communicatie en massamedia
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1. Communicatie en massamedia

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

.
...weet je wat communicatie is en kan je daar voorbeelden van geven. (R)
...kan je het verschil uitleggen tussen media en massamedia. (T1)
...weet je welke functies de media hebben en daar voorbeelden bij noemen. (T1)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Wat is communicatie?

bewust of onbewust een boodschap op iemand overbrengen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie 
boodschap
De boodschap is wat de zender wil overbrengen (laten zien, horen, vertellen). 
ontvanger
De ontvanger ontvangt de boodschap.
medium
Voordat de zender een boodschap probeert over te brengen, kiest zij eerst voor een medium. Dit medium kan van alles zijn: spraak, zang, een brief, een chatbericht, gebarentaal, etc. Het medium is het middel waarmee de boodschap wordt overgebracht.

Het ene medium is voor de ene boodschap beter dan het andere medium. Wanneer McDonalds een nieuwe burger heeft gemaakt, zal deze eerder op televisie of op Facebook komen dan op de radio: het gaat om het beeld.
zender
De zender heeft een intentie, een bedoeling. Zij wil een boodschap overbrengen aan de ontvanger, zoals: "Wat doe je vanavond?", "Wat wil je eten?" of "Sukkel!"
ruis
Dit proces gaat niet altijd even goed, want soms wordt een boodschap door de ontvanger verkeerd opgevat. Wanneer dat het geval is, noemen we dat ruis. Dit kan verschillende oorzaken hebben:
  • Culturele achtergrond
  • Persoonlijkheid
  • Moment van de dag
  • Beheersing van de taal
  • Omgevingsgeluid(en)

Slide 4 - Tekstslide

De zender heeft een intentie, een bedoeling. Wil een boodschap overbrengen aan de ontvangen. 
Voordat de zender een boodschap probeert over te brengen, kiest zij eerst voor een medium. Dit medium kan van alles zijn: spraak, zang, een brief, een chatbericht, gebarentaal, etc.
De boodschap is het talige dat de zender wil overbrengen.
De ontvanger ontvangt de boodschap.

Dit proces gaat niet altijd even goed, want soms wordt een boodschap door de ontvanger verkeerd opgevat. Dit kan verschillende oorzaken hebben:
  • Culturele achtergrond
  • Persoonlijkheid
  • Moment van de dag
  • Beheersing van de taal

Directe en indirecte communicatie


  • directe communicatieface-to-face contact (taal en gebaren). In dezelfde ruimte

  • indirecte communicatietelefoon, computer, krant, televisie. Niet in dezelfde ruimte.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbale en non-verbale communicatie


  • verbale communicatiegesproken of geschreven woorden (ongeveer 10%)

  • non-verbale communicatie:lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen 
(ongeveer 90%)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenzijdige en meerzijdige communicatie


  • eenzijdige communicatieJe bent of de zender of de ontvanger

  • meerzijdige communicatie: Je bent zender en ontvanger

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je tong uitsteken naar mij is
A
verbale communicatie
B
non verbale communicatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat voor communicatie is dit?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Goede communicatie
D
Ondersteunende communicatie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een advertentie is een voorbeeld van....
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Directe communicatie
D
non-verbale communicatie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het journaal is sprake van ...?
A
eenzijdige persoonlijke communicatie
B
eenzijdige massa communicatie
C
tweezijdige persoonlijke communicatie
D
tweezijdige massa communicatie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van meerzijdige communicatie =
A
Krant
B
Verkeersbord
C
Forum
D
Boek

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort communicatie is dit?
timer
1:00
A
Directe, verbale communicatie
B
Indirecte, verbale communicatie
C
Directe, non-verbale communicatie
D
Indirecte, non-verbale communicatie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Massamedia en internet
Medium is het middel wat je gebruikt om een boodschap te zenden.

Massamedia: media die met hun boodschap grote groepen mensen bereikt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden massamedia
KTBS
Andere bekende of minder bekende vormen van massamedia zijn: kranten, tijdschriften, boeken, films, strips, flyers, aanlakbiljetten, posters, billboards, verkeersborden of kunstwerken. Met hun boodschap richten ze zich op een groot en anoniem publiek. 
RTI
Radio - Televisie - Internet: de drie bekendste vormen van massamedia. Bijna elk gezin in Nederland heeft het wel thuis.
BMT
Bioscoop - Museum - Theater; nog drie bekende vormen van massamedia. Bij de een behoorlijk populair, een ander komt er maar af en toe. Je moet er moeite voor doen en voor de deur uit. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

World Wide Web
Internet = www (world wide web)
Internet is het belangrijkste massamedium van onze tijd (pc-tablet-smartphone).
Internet is een interactief medium. Interactief betekent wisselwerking. Is dus een vorm van meerzijdige communicatie. 
Techniek maakt het mogelijk om toegang te hebben tot andere massamedia: digitale kranten, boeken en vooral webshops.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale Media
Alle internetmedia waarmee je informatie met anderen kunt delen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Sociale Media

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij sociale media zijn er veel meer zenders dan ontvangers
timer
1:00
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef jij wel eens je mening op sociale media?
timer
1:00
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan
timer
1:00
A
EENS
B
ONEENS

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik beslist geen week zonder mijn

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Als ik eerlijk ben, ben ik verslaafd aan sociale media;
ik kan niet meer zonder.
timer
1:00
A
Eens
B
Oneens

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
maandag 8 februari
kader
maken vraag 9 t/m 18 van hoofdstuk 1 Communicatie & Massamedia
basis 
maken vraag 5 t/m 12 van hoofdstuk 1 en vraag 5, 6 en 10 van hoofdstuk 2

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies