4. Schakelingen tekenen

4. Schakelingen tekenen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4. Schakelingen tekenen

Slide 1 - Tekstslide

Notitie voor docent
neem ruitjesblaadjes mee
print de overzichtjes van de symbolen voor de leerlingen. Ik wil gewoon niet dat ze de opdracht maken op met de laptop voor de neus....

Slide 2 - Tekstslide

Planning vandaag
  • Herhaling vorige les
  • Waarom gebruiken we een schakelschema?
  • Hoe teken je een schakelschema
  • Oefenen
  • Tijd voor huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling - vorige les
Wat is een belangrijk onderdeel van een oplader?

Slide 4 - Tekstslide

"Bouw deze maar eens na"

Slide 5 - Tekstslide

"Bouw deze maar eens na"

Slide 6 - Tekstslide

"Bouw deze maar eens na"

Slide 7 - Tekstslide

Schakelschema's
Schakelschema's
In onze huizen zitten uitgebreide elektrische installaties. Zie bijvoorbeeld hier een installatie van een keuken

Slide 8 - Tekstslide

Schakelschema's
Schakelschema's
Maar dit soort tekeningen zijn erg onduidelijk. Daarom gebruiken natuurkundige speciale tekening om elektrische schakelingen uit te leggen. Zo'n natuurkundige tekening noem je een schakelschema. Zie hieronder een voorbeeld van van het schakelschema van een alarm installatie.

Slide 9 - Tekstslide

Schakelschema
Schakelschema
Jullie moeten schakelschema's kunnen aflezen en tekenen.
Bekijk het volgende filmpje met een uitleg hierover.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Uit je hoofd leren!
!
Dit zijn de symbolen uit het schakelschema,

Slide 12 - Tekstslide

Ik doe het voor

Slide 13 - Tekstslide

Regels tekenen schakelschema
1. Gebruik de afgesproken symbolen

Slide 14 - Tekstslide

Regels tekenen schakelschema
2. Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal (liniaal)

Slide 15 - Tekstslide

Regels tekenen schakelschema
3. Afstanden en posities in het schakelschema zeggen niets over werkelijke afstanden en posities

Slide 16 - Tekstslide

Regels tekenen schakelschema
4. Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn (zo min mogelijk hoeken)

Slide 17 - Tekstslide

Regels tekenen schakelschema
1. Gebruik de afgesproken symbolen
2. Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal (liniaal)
3. Afstanden en posities in het schakelschema zeggen niets over werkelijke afstanden en posities
4. Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn (geen onnodige hoeken)

Slide 18 - Tekstslide

Schema tekenen

Slide 19 - Tekstslide

In het volgende filmpje worden een aantal voorbeelden uitgewerkt

Let op!: Deze man moet natuurlijk eigenlijk een liniaal gebruiken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Oefenopgave 1
Wat geeft dit symbool aan?

Slide 22 - Tekstslide

Oefenopgave 1: Wat geeft dit symbool aan?
A
Stroommeter
B
Schakelaar
C
Spanningsmeter
D
Bel

Slide 23 - Quizvraag

Oefenopgave 2

Slide 24 - Tekstslide

Sleep het symbool naar het goede woord.
Lampje
Batterij
Zoemer/bel
Draad

Slide 25 - Sleepvraag

Oefenopgave 3
Oefenopgave 3: Welke 2 fouten zijn er gemaakt met het tekenen van dit schakelschema?

Slide 26 - Tekstslide

Teken-vragen

Slide 27 - Tekstslide

Oefenopgave 4
Je ziet hier een schakeling met een batterij en een lampje
Teken het schakelschema. 

Slide 28 - Tekstslide

Oefenopgave 5
Je ziet hier een schakeling 3 batterijen, 2 lampjes en 1 schakelaar. Teken het schakelschema.


Slide 29 - Tekstslide

Oefenopgave 6
Een motor is aangesloten op een stopcontact. Ook is er een schakelaar, wanneer ik deze schakelaar sluit gaat de motor aan.


Slide 30 - Tekstslide

Oefenopgave 7
Kijk goed hoe de draden zitten!
Teken het schakelschema



Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden oefen-vragen
Oefenvraag 3
1. Het symbool van de lamp is niet goed, er staat een streepje teveel
2. Het is niet overzichtelijk, die hoek rechts is niet nodig.
Oefenvraag 4            Oefenvraag 5             Oefenvraag 6           Oefenvraag 7   

Bij schakelschema's zijn vaak veel verschillende antwoorden goed, mag symbolen en het gehele schakelschema roteren. De volgorde soms ook. Twijfel je of jouw antwoord goed is, stuur mij een berichtje.
* bij vraag 6 en 7 mogen de schakelaars ook dicht zijn omdat je niet kan zien of de lampjes aan of uit zijn.


Slide 32 - Tekstslide

Schakelschema's

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeldvraag: Schakeling
Stel je voor dat je een nachtlampje ontwerpt voor iemand die 's nachts niet in het donker wil lopen. Het lampje moet met een schakelaar aan en uit kunnen. Daarnaast is er een LED-lampje dat alleen aangaat als een extra schakelaar wordt ingedrukt. Dit LED-lampje dient als een klein noodlampje. Het systeem wordt gevoed door een batterij of voedingskastje.

Slide 34 - Tekstslide

Regels tekenen schakelschema
1. Gebruik de afgesproken symbolen
2. Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal (liniaal)
3. Afstanden en posities in het schakelschema zeggen niets over werkelijke afstanden en posities
4. Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn (geen onnodige hoeken)

Samenvattend - Schakelschema
Een schakelschema is een schematische tekening van een schakeling. We tekenen deze volgens de volgende regels:

1. Gebruik de afgesproken symbolen (zie volgende)
2. Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal (liniaal)
3. Afstanden en posities in het schakelschema zeggen niets over werkelijke afstanden en posities
4. Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn (geen onnodige hoeken)

Slide 35 - Tekstslide

Dit zijn de symbolen uit het schakelschema, 
leer deze uit je hoofd!

Slide 36 - Tekstslide

Voordat je begint- NAKIJKEN!
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Dit gaat om les 1, 2 de antwoorden zijn nu verschenen op dia's achter de opgaven

Slide 37 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel

Slide 38 - Tekstslide

Wat gebeurt er nu wanneer je de schakelaar indrukt?
A
Het linker lampje gaat aan
B
Het rechter lampje gaat aan
C
beide lampjes gaan aan
D
beide lampjes gaan uit

Slide 39 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je de schakelaar sluit en daarna een van de 2 lampjes losdraait?
A
Het linker lampje gaat aan
B
Het rechter lampje gaat aan
C
beide lampjes gaan aan
D
beide lampjes gaan uit

Slide 40 - Quizvraag

Opdracht 2 - Wat gebeurt er als je de schakelaar sluit en daarna een van de 2 lampjes losdraait?

Slide 41 - Open vraag

Opdracht 3 Je ziet rechts een schakeling met een batterij, een stroommeter, een schakelaar en een lamp. Het lampje staat uit. Teken op een los blaadje het bijbehorende schakelschema.

Slide 42 - Open vraag

Opdracht 4 Teken het schakelschema van deze schakeling.
Het bevat een batterij, schakelaar en 2 lampjes.

Slide 43 - Open vraag

VOOR HAVO, NIET VERPLICHT VOOR VWO
Opdracht 5 Teken een schakelschema dat het volgende doet:

Twee lampjes branden op één batterij. Wanneer je een lampje losdraait blijft het andere lampje branden. De spanningsbron is een batterij.

Slide 44 - Open vraag

VOOR VWO, NIET HAVO
Opdracht 6 Teken een schakelschema die het volgende doet:

Een belinstallatie met twee schakelaars en twee bellen. Als je op 1 van de 2 knoppen drukt, gaan beide bellen rinkelen. Dit gebeurd ook als je op de andere knop drukt en ook als je beide knoppen indrukt. De spanningsbron is een batterij.

Slide 45 - Open vraag

Antwoorden
4.2 - Beide lampjes zijn uit want je verbreekt de stroomkring
4.3                        4.4                  4.5                   4.6





Let op! Bij het tekenen van schakelschema's kan je op veel verschillende manieren het goede antwoord tekenen. Twijfel je over jouw antwoord? Stuur eventjes een fotootje naar mij in teams, dan kan ik zeggen of die van jou goed of fout is.

Slide 46 - Tekstslide

Parallelschakeling - schema tekenen

Slide 47 - Tekstslide

Serieschakeling - schema tekenen

Slide 48 - Tekstslide