unit 1.5 - used to
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent 'used to' in deze zin
'The bakery used to be next to the supermarkt'
'The bakery used to be next to the supermarkt'
A
vroeger/voorheen
B
gewoon
C
gebruiken
D
wennen aan
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Used to' wordt gebruikt bij gebeurtenissen in de ...
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
toekomstige tijd
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
I
used to
live
in Goirle
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
He
used to
but he quit
play for Chelsea
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Add used to
+
I / to have / a dog / .
+
I / to have / a dog / .
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
add used to
_
She / to be / good at drawing / .
_
She / to be / good at drawing / .
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
add used to
?
she / to wear / makeup / ?
?
she / to wear / makeup / ?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
add used to
+
He / to play / football / .
+
He / to play / football / .
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
add used to
?
they / to visit / a museum / once a year / ?
?
they / to visit / a museum / once a year / ?
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
https://exitticket.nl/ticket/v0s1rpfe
