Week 50 Ne 3B/K De persoonlijke brief/ e-mail



Persoonlijke brief/ e-mail
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Persoonlijke brief/ e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet ik al over een
persoonlijke brief /e-mail?

Mevrouw Ori

Slide 2 - Woordweb

Doelen in deze les 

  • Je kent het verschil tussen een persoonlijke en een zakelijke brief.
  • Je weet wanneer je een zakelijke brief moet schrijven en wanneer een persoonlijke brief.
  • Je kent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 
  • Je weet welke conventies er gebruikt worden bij persoonlijke en zakelijke brieven.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten brieven
Je hebt twee verschillende soorten brieven:
  • een persoonlijke brief
  • een zakelijke brief

Een persoonlijke brief schrijf je aan iemand die je goed kent. Het onderwerp van een persoonlijke brief is persoonlijk en je maakt gebruik van informeel taalgebruik.


Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke brief
Een zakelijke brief schrijf je aan iemand die je niet kent. Je schrijft ook altijd met een bepaald doel, bijvoorbeeld omdat je een klacht hebt, een officiele vraag wilt stellen of bijvoorbeeld wilt solliciteren.

Bij een zakelijke brief maak je gebruik van formeel taalgebruik. Dat betekent dat je nette woorden en zinnen gebruikt en de lezer aanspreekt met u.

Slide 5 - Tekstslide

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een persoonlijke brief of e-mail?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk kent.

Bijvoorbeeld:
vader, moeder, opa, oma, tante, oom, nicht, neef, vriend of vriendin.

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
  • Een persoonlijke brief/e-mail schrijf je aan iemand die je goed kent.

 

  • Je schrijft over persoonlijke zaken die je hebt meegemaakt en over je gevoelens.


  • Je gebruikt informele taal.



Slide 7 - Tekstslide

Tekstdoel
Waarom schrijf je de persoonlijke e-mail?

Bijvoorbeeld:
  • omdat je wilt vertellen hoe het met je gaat.
  • omdat je iemand wilt uitnodigen.
  • omdat je iets leuks hebt meegemaakt.
enz. 

Slide 8 - Tekstslide

Taalgebruik

Een persoonlijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een persoonlijk e manier aan. Met je en jij. En niet met u.  

Dit noem je informeel taalgebruik. Dus: je en jij!

Slide 9 - Tekstslide

Volgorde zakelijke brief
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen

Slide 10 - Sleepvraag

Heb je wel eens een persoonlijke brief of e-mail geschreven? Zo ja, naar wie? Wat schreef je zoal?

Slide 11 - Open vraag

Welk woord hoort bij een persoonlijke brief / e-mail?
A
Geachte
B
Hoi
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 12 - Quizvraag

Indeling 

Bekijk de e-mail van Jeroen. 


Aan:   e-mail adres van de geadresseerde ( degene die de e-                     mail moet ontvangen.)

Onderwerp: In ongeveer 2 tot 3 woorden  omschrijven waar de                            e-mail over gaat.

Aanhef:    Dag Jeroen,

Inleiding:  Je vraagt hoe het gaat en vertelt waarom je schrijft.                          ( Bijv: Ik heb een hele leuke vakantie gehad en daar                            wil ik je over vertellen)

Kern:   Je vertelt over je vakantie en wat je daar hebt                                      meegemaakt.

Slot:   Je vraagt of hij/ zij je een e-mail terug stuurt.

Slotformule:  Groetjes, Liefs,

Je naam: Sharina

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Je schrijft een e-mail naar je beste vriendin. Je hebt twee kaartjes gewonnen voor Pinkpop. Je vraagt of ze mee wil.

Welk onderwerp vind je de beste?
A
Kaartjes
B
Heb je zin om mee te gaan naar Pinkpop?
C
Kaartjes voor Pinkpop
D
Gewonnen

Slide 15 - Quizvraag

De zakelijke e-mail

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Samengevat

Persoonlijke e-mail
  • informele e-mail
  • opbouw: aanhef, inhoud, slotgroet
  • informeel taalgebruik (beste, hoi, jij, groetjes, doei)

Zakelijke e-mail
  • formele e-mail
  • strenge opbouw: aanhef, inhoud, afsluiting, slotgroet en afzendergegevens
  • formeel taalgebruik (geachte, u, met vriendelijke groet, hoogachtend)

Slide 18 - Tekstslide


Hiernaast zie je de conventies en opbouw van een pers e-mail
e-maile-mail.






Onderwerp:
(witregel)
Beste..., / Lieve..., / Hoi..., (aanhef)
(witregel)
Inleiding 
(witregel)
Middenstuk
(witregel)
Slot
(witregel)
Groetjes, / Liefs, / Tot snel, (slotformule)
(witregel)
Je naam

Slide 19 - Tekstslide

OPBOUW
INLEIDING
  • Geef reden voorschrijven van e-mail/brief.
  • Begin met een hoofdletter.

MIDDENSTUK
  • Geef meer informatie over het onderwerp.
  • Bespreek één deelonderwerp per alinea.|

SLOT
  • Geef aan wat je van de lezer verwacht of vat de boodschap samen. 

Slide 20 - Tekstslide

Inhoud informeel bericht
> Mening
> Gevoelens
> Gebeurtenissen
> Plannen

Lezerspubliek
> Persoonlijke toon
> Moet passen bij de lezer

Slide 21 - Tekstslide

Opbouw informeel bericht (persoonlijke brief)

>Brief: plaats en datum links bovenaan
Zaandam, 23 november 2020 
> Aanhef
> Inleiding/introductie
> Kern
> Afsluitende zin
> Ondertekening en je naam



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Geachte meneer Jansen,
A
formeel
B
informeel

Slide 24 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Met mij is alles prima!
A
formeel
B
informeel

Slide 25 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Bij voorbaat dank voor uw reactie.
A
formeel
B
informeel

Slide 26 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Laat je snel iets van je horen?
A
formeel
B
informeel

Slide 27 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Beste Kees,
A
formeel
B
informeel

Slide 28 - Quizvraag

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Met vriendelijke groet,
A
formeel
B
informeel

Slide 29 - Quizvraag

Hallo Kees.
Hoe gaat het?
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Met vriendelijke groet,
Ankalina
A
Formeel, maar fout.
B
Informeel en goed.
C
Formeel en goed.
D
Informeel, maar fout.

Slide 31 - Quizvraag

Groetjes,
Ankalina
A
informeel en goed
B
formeel en goed
C
informeel en fout
D
formeel en fout

Slide 32 - Quizvraag

Een passende slotformule voor mijn persoonlijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Hoogachtend,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 33 - Quizvraag

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 34 - Quizvraag

Ik heb een ontzettend leuk weekend gehad en daar wil ik mijn oma over vertellen.
Ik schrijf een ........
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 35 - Quizvraag

Een persoonlijke e-mail of brief schrijf je aan iemand die je....
A
niet goed kent
B
goed kent

Slide 36 - Quizvraag

In een persoonlijke e-mail gebruik je formeel taalgebruik. Je gebruikt dus bijvoorbeeld u
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Ik schrijf een persoonlijke e-mail naar de Cool Cat als ik een klacht heb over een gekochte broek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Een passende slotformule voor mijn persoonlijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Hoogachtend,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 39 - Quizvraag

Nu gaan we een persoonlijke mail schrijven.

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf een persoonlijke brief naar mij waarin je uitlegt wie je bent en hoe het gaat op school en met het vak Nederlands. 
- Wat vind je het makkelijkst van Nederlands.
- Wat vind je het moeilijkst van Nederlands.
- Sluit af met een verwachting aan het eind van het schooljaar.
- Let op HOOFDLETTERS, punten en komma's! 

Mail deze opdracht naar ori@vanvredenburchcollege.nl




Beide lever je in!

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 43 - Tekstslide