Paragraaf 8.4 Geluidsoverlast verminderen

Paragraaf 8.4 Geluidsoverlast verminderen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 8.4 Geluidsoverlast verminderen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
8.4.1 Je kunt uitleggen vanaf welke frequenties je gehoor beschadigd kan raken als je er regelmatig of langdurig aan blootstaat.
8.4.2 Je kunt drie manieren benoemen om geluidsoverlast te verminderen.
8.4.3 Je kunt voorbeelden geven van maatregelen tegen geluidshinder bij de geluidsbron, tussen de geluidsbron en de ontvanger en bij de ontvanger.
8.4.4 Je kunt het verschil uitleggen tussen geluid absorberen en weerkaatsen.
8.4.5 Je kunt enkele manieren van geluidsisolatie benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Geluid kan heel vervelend zijn. Denk aan het geluid van een druppelende kraan of van een vork die over een bord krast. Geluidsoverlast van de buren staat hoog in de top 10 van ergernissen in Nederland. Harde geluiden kunnen je gehoor ook nog eens blijvend beschadigen. Daarom worden veel maatregelen genomen om ongewenst geluid te bestrijden.

Slide 3 - Tekstslide

Schadelijk geluid
Je gehoor loopt zeker schade op als de geluidssterkte groter is dan 140 dB(A) (afbeelding 1). Maar ook als je regelmatig of langdurig blootstaat aan geluid van meer dan 80 dB(A), kan je gehoor beschadigd raken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Gehoorbeschadiging
Als je een piep in je oor hoort, bijvoorbeeld na het luisteren naar harde muziek, is je gehoor beschadigd. Het moet dan herstellen. Gebeurt dit te vaak, dan loop je kans op blijvend gehoorletsel. Het kan jaren duren voordat blijvende schade merkbaar wordt. Op het moment dat je last krijgt van slechthorendheid, ben je al te laat. De schade kan dan nooit meer teruggedraaid worden. In Nederland hebben meer dan 500 000 jongeren tussen de 16 en 30 jaar blijvende gehoorschade.

Slide 6 - Tekstslide

Gehoorschade uit zich niet alleen in slechthorendheid. Sommige mensen horen voortdurend een geluid dat er niet is, bijvoorbeeld een hoge piep, rinkelend geluid of een bromtoon. Ze moeten leren om dat geluid te negeren.

Slide 7 - Tekstslide

Hinderlijk geluid
Geluid dat je gehoor niet beschadigt, kan nog wel hinderlijk zijn. De ene persoon ervaart bepaalde geluiden eerder als hinderlijk dan de andere. Verkeerslawaai en lawaai van buren vinden veel mensen hinderlijk. Ook pratende mensen in de stiltecoupé van de trein zijn hinderlijk (afbeelding 2).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slaapgebrek
Of je een geluid hinderlijk vindt, hangt vaak van de situatie af. Een feest bij de buren hoeft helemaal niet erg te zijn, totdat je gaat slapen en merkt dat de muziek toch behoorlijk hard staat. Als je niet oppast, doe je van ergernis geen oog meer dicht.

Door geluidsoverlast kunnen mensen ernstige slaapproblemen krijgen. Als je slaapgebrek hebt, kan dit prikkelbaarheid, concentratieverlies en oververmoeidheid veroorzaken. Daarom zijn in drukke gebieden extra maatregelen nodig om de geluidsoverlast tegen te gaan.

Slide 10 - Tekstslide

Maatregelen tegen geluidshinder

Auto’s en andere vervoermiddelen zorgen voor veel geluidshinder. Een vrachtwagen bijvoorbeeld maakt veel lawaai. Het geluid ontstaat door de ronkende motor, de lucht die langs de auto beweegt, de wielen op het wegdek en de remmen.

Tegen geluidshinder van het verkeer kun je op verschillende manieren iets doen. Je kunt maatregelen nemen bij de geluidsbron, tussen de geluidsbron en de ontvanger en bij de ontvanger.

Slide 11 - Tekstslide

Bij de geluidsbron

Dit zijn maatregelen waardoor de geluidsbron – het verkeer – minder geluid gaat produceren. Dat kan bijvoorbeeld door snelwegen te asfalteren met geluidsarm asfalt. Of door autobanden die minder lawaai maken. Hier zijn al regels voor.

Slide 12 - Tekstslide

Tussen de geluidsbron en de ontvanger

Dit zijn maatregelen tussen een weg en een woongebied, zoals geluidswallen en geluidsschermen. Ook worden langs snelwegen vaak grote bedrijfsgebouwen gebouwd. Die moeten het geluid tegenhouden voor een woonwijk die verderop ligt.

Slide 13 - Tekstslide

Bij de ontvanger

Dit zijn de maatregelen die in het woongebied genomen worden. Huizen die dicht bij een snelweg staan, worden bijvoorbeeld extra goed geïsoleerd. Er kan dan veel minder geluid de huizen binnenkomen.

Slide 14 - Tekstslide

Geluid absorberen of terugkaatsen

Een dikke wal van aarde langs een snelweg kan het verkeerslawaai dempen. Het geluid wordt door zo’n wal geabsorbeerd. Het dringt een eindje in de wal door, maar dooft daarin uit. Materiaal dat geluid moet absorberen is zacht en heeft een onregelmatig oppervlak.

Soms is er niet voldoende ruimte voor een geluidswal. Dan wordt vaak een geluidsscherm langs de snelweg geplaatst. Een geluidsscherm zoals in afbeelding 3 kaatst het geluid terug naar de snelweg. Het geluid kan de huizen en flats langs de snelweg daardoor niet bereiken. Materiaal dat geluid moet terugkaatsen is hard en heeft een glad oppervlak.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Geluidsisolatie

Geluidshinder wordt vaak bestreden met geluidsisolatie. De isolatie kan aangebracht worden bij de bron van het geluid, zoals in afbeelding 4. De geluidstrillingen worden door de isolatie veel zwakker.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vormen van geluidsisolatie
Als een machine op een harde vloer staat, kan hij de vloer gemakkelijk in trilling brengen. De trillingen kunnen door de vloeren en muren alle kanten op bewegen. Dit kan veel geluidshinder veroorzaken. Je kunt de machine van de vloer isoleren door hem op rubberen noppen te zetten. Het rubber dempt de trillingen. De trillingen in de vloer worden daardoor veel zwakker.

Isolatie kan ook aangebracht worden bij de ontvanger. Werknemers die met lawaaiige machines werken, zijn verplicht oorkappen of oordopjes te dragen. Hierdoor wordt het geluid dat hun oren bereikt zwakker (afbeelding 5).

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 8.3 en maak de online opdrachten

Hoe: helemaal stil! muziek mag in!
Hulp: Geen
Tijd: ???? minuten lang
Huiswerk: opdrachten 1 t/m 13 van paragraaf 8.1 & Test jezelf
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 20 - Tekstslide