Unit 2 Flashback

Hello!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hello!

Slide 1 - Tekstslide

Today
- uitleg: vergelijkingen & some/any
- zelfstandig maken op je iPad:
Flashback

Morgen: oefenSE

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Today's goal
Je kent het verschil tussen some en any. 
Je kan some en any toepassen in een Engelse zin.

Slide 4 - Tekstslide

SOME / ANY

SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat 
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)
                                                                           Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.
                                                                    Every day I buy some sweets in the canteen.
                                                           Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
                                                                        My brother can't eat any nuts, he's allergic.


Slide 5 - Tekstslide

Some" = bevestigende zinnen,  vragen waar je verwacht dat het antwoord ja zal zijn, een verzoek & offers 

"Any" = ontkennende zinnen and all other questions. 
Gebruik some:
- in bevestigende zinnen.
- vragen waarop je een 'ja' als antwoord verwacht.
- een verzoek
- een aanbod
Gebruik any:
- in ontkenningen.
- in alle andere vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 7 - Tekstslide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 8 - Tekstslide

Any
Gebruik in ontkennende zinnen en alle andere vragen. 
Een ontkenning herken je aan het woord not, maar never in een zin wordt ook gezien als een ontkenning.
I never have any cash at home.

Slide 9 - Tekstslide

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 10 - Quizvraag

Use some/any:

There isn't _______ paper left.
A
any
B
some

Slide 11 - Quizvraag

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 12 - Quizvraag

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 13 - Quizvraag

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 14 - Quizvraag

We haven't got ... time to study!
A
some
B
any

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Can I help you?
Yes, do you have ... apples for me?
A
some
B
any

Slide 17 - Quizvraag

Have we got ... sugar left?
A
some
B
any

Slide 18 - Quizvraag

Would you like ... tea?
A
some
B
any

Slide 19 - Quizvraag

I want to have ... coffee
A
some
B
any

Slide 20 - Quizvraag

Have we got ... coffee left?
A
some
B
any

Slide 21 - Quizvraag

I haven't got ... coffee
A
some
B
any

Slide 22 - Quizvraag

I learnt ___ new things today.
A
some
B
any

Slide 23 - Quizvraag

This project will take ___ time.
A
some
B
any

Slide 24 - Quizvraag

Would you like ... coffee?
A
some
B
any

Slide 25 - Quizvraag

Can I borrow ___ money?
A
some
B
any

Slide 26 - Quizvraag

He needs to do ___ homework.
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

Can I choose ___ subject I like?
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

You never get ___ letters.
A
some
B
any

Slide 29 - Quizvraag

There is still ... milk in the fridge
A
some
B
any

Slide 30 - Quizvraag

Trappen van vergelijking

Slide 31 - Tekstslide

Spot
Brownie

Slide 32 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
- Vergrotende trap
- Overtreffende trap

Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.
A
B
C

Slide 33 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Woorden van 1 lettergreep:
- Vergrotende trap: woord +  -er
- Overtreffende trap: woord + -est
old
older
oldest

Slide 34 - Tekstslide

Woorden van 2 lettergrepen
Woorden van 2 lettergrepen die eindigen op le/er/ow/y/some krijgen ook +er  / + est

Yellow - yellower than - the yellowest
Gentle - gentler than - the gentlest

Let op! Woorden die eindigen op een medeklinker + y krijgen IER/IEST
Happy - happier than - the happiest 

Slide 35 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap: more + woord more
- Overtreffende trap: most + woord
expensive
more expensive
most expensive

Slide 36 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 37 - Tekstslide

My house is (big)
...
than yours.

Slide 38 - Open vraag

What is your (funny) ...... subject at school?

Slide 39 - Open vraag

This is the (interesting) ....
book I have ever read.

Slide 40 - Open vraag

Today
- uitleg: vergelijkingen & some/any
- zelfstandig maken op je iPad:
Flashback

Morgen: oefenSE

Slide 41 - Tekstslide