Les 5 - Oriënteren op gesproken tekst en samenhang

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les 5 

Oriënteren op gesproken tekst en samenhang

Doel van deze les

Aan het einde van deze les:

• Kun je vooraf oriënteren waar een luisterfragment over zou kunnen gaan;
• Weet je hoe samenhang wordt aangebracht in luisterfragmenten o.a. door het gebruik van signaalwoorden.

Oriënteren op gesproken tekst

Net als verkennend lezen; je doet dit vooraf.

• Je voorspelt waar het fragment over gaat;
• Je gebruikt informatie die vooraf beschikbaar is;
• Je stelt jezelf de volgende 4 vragen:

1. Wat is het onderwerp?
2. Wat weet ik al van dit onderwerp?
3. Wat is de tekstsoort?
4. Wie spreekt er?

Tekstdoelen

• Informeren(alleen feiten--> objectief)
• Activeren/ aansporen
• Amuseren
• Overtuigen(subjectief)
• Instrueren 
• Opiniëren (objectief en subjectief)

Tekstsoorten--> welk doel hebben ze?

• Journaal
  
• Reclame
  
• Consumentenprogramma
  
• Documentaire 
• Luisterboek
  
• Podcast
• Quiz op tv

Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?

1. informeren
2. amuseren
3. overtuigen
4. activeren

Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?

1. informeren
2. amuseren
3. overtuigen
4. activeren

Wat is het tekstdoel bij deze tekst?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. instrueren

Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. instrueren

Fragment

Sjinkie, Spelen met vuur

Wat is het onderwerp?

Wat weet ik al van dit onderwerp?

Wat is de tekstsoort?

Wie spreekt er?

Wat weet je al van dit onderwerp af?

Wat is de tekstsoort en het tekstdoel van dit fragment denk je?

We gaan nu eerst de vragen bekijken

Hoe wordt het fragment geïntroduceerd?

1. Met een fast forward
2. Met een vraagstelling
3. Met een situatieschets
4. Met een flashback

Wat doet Sonja Scholten in het eerste moment dat zij in beeld komt?

1. Ze geeft uitleg over hoe Sjinkie behandeld wordt.
2. Ze geeft algemene uitleg over wat er gebeurt bij patiënten met brandwonden.
3. Ze vertelt wat haar rol is bij patiënten met brandwonden.
4. Ze vertelt over haar eerste kennismaking met Sjinkie en wat haar rol was in zijn herstel.

Wat wordt bedoeld met 'Hij kon zich disscociëren van zijn benen?'

1. Hij verliest de controle over zijn benen
2. Voorbereiding voor amputatie van benen
3. Huidtransplantatie op zijn benen
4. Geestelijk losmaken van zijn benen

Welke 2 signaalwoorden gebruiken de artsen om uit te leggen in hun opsomming waarom iemand meer dan 50% kans heeft om te overlijden met dit soort brandwonden?

Hoeveel voordelen noemt de arts op waarom hij snel geneest?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 5

Hoe doodde Sjinkie zijn tijd in het ziekenhuis?

1. Door veel te netflixen
2. Door te tekenen
3. Door met Lego te bouwen
4. Door veel gesprekjes aan te knopen met lotgenoten

Wanneer mag Sjinkie naar huis van de artsen?

1. woensdag
2. zondag
3. maandag
4. zaterdag

Hoe wordt het fragment geïntroduceerd?

1. Met een fast forward
2. Met een vraagstelling
3. Met een situatieschets
4. Met een flashback

Wat doet Sonja Scholten in het eerste moment dat zij in beeld komt?

1. Ze geeft uitleg over hoe Sjinkie behandeld wordt.
2. Ze geeft algemene uitleg over wat er gebeurt bij patiënten met brandwonden.
3. Ze vertelt wat haar rol is bij patiënten met brandwonden.
4. Ze vertelt over haar eerste kennismaking met Sjinkie en wat haar rol was in zijn herstel.

Wat wordt bedoeld met 'Hij kon zich disscociëren van zijn benen?'

1. Hij verliest de controle over zijn benen
2. Voorbereiding voor amputatie van benen
3. Huidtransplantatie op zijn benen
4. Geestelijk losmaken van zijn benen

Welke 2 signaalwoorden gebruiken de artsen om uit te leggen in hun opsomming waarom iemand meer dan 50% kans heeft om te overlijden met dit soort brandwonden?

Hoeveel voordelen noemt de arts op waarom hij snel geneest?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 5

Hoe doodde Sjinkie zijn tijd in het ziekenhuis?

1. Door veel te netflixen
2. Door te tekenen
3. Door met Lego te bouwen
4. Door veel gesprekjes aan te knopen met lotgenoten

Wanneer mag Sjinkie naar huis van de artsen?

1. woensdag
2. zondag
3. maandag
4. zaterdag

Opdrachten deze week

 StartTaal:

• 3F | Luisteren | Opbouwopdrachten | Oriënteren op gesproken tekst | opdracht 1 en 2
• 3F | Luisteren | Opbouwopdrachten | Samenvatten en hoofdgedachte | opdracht 1 en 2