Par 3.1 Ionen en zouten

Hfdst. 5 Ionen en zouten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Hfdst. 5 Ionen en zouten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- We gaan beginnen met hoofdstuk 5: zouten
- kijken naar de ion binding en het ionrooster
- werken aan de verhoudingsformules van zouten 
- Zouten in water
- Zout hydraten 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les
- Kun je de lading van ionen uit je hoofd of vinden in de binas
- Kun je de verhoudingsformule van een zout opstellen
- Kun je zouten een naam geven
- Kun je een ion rooster tekenen 
- Kan je een oplosvergelijking geven
- Weet je wat een neerslagsreactie is 
- Kan je een neerslagreactie opstellen met behulp van BiNaS

Slide 3 - Tekstslide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?

Slide 4 - Tekstslide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?
Combinatie van een metaal atoom + niet metaal atoom

Slide 5 - Tekstslide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?
Combinatie van een metaal atoom + niet metaal atoom

Zout is opgebouwd uit ionen = geladen deeltjes 

Lading ontstaat door een te veel/te weinig aan elektronen 
elektronen = negatief geladen

Slide 6 - Tekstslide

Zouten
Metalen = geven elektronen weg --> positieve lading

niet-metalen = nemen elektronen op --> negatieve lading

Slide 7 - Tekstslide

Hoe weet je wat de lading is?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe weet je wat de lading is?
BiNaS tabel 99, rechts boven: oxidatie getallen

Dit is niet altijd handig om te gebruiken! 
Kijk maar naar Broom, deze heeft een lading van -1
in de binas staat +1, +5 en -1. 
Alleen handig als er maar 1 getal staat (zoals bij Magnesium) 

Slide 9 - Tekstslide

Het opbouwen van een zoutmolecuul:
Het zout zelf is ALTIJD neutraal 
Dus er moeten evenveel + als - zijn



Slide 10 - Tekstslide

naamgeving 
1. Eerst de naam van het metaal 
2. dan het niet-metaal 
3. eindigen op -ide

Hierbij gebruik je GEEN griekse telwoorden zoals mono di tri etc. 

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoorbeeld een combinatie van Natrium en Chloor
Natrium lading: Na+
Chloor lading: Cl-

Verhoudingsformule: NaCl
Naamgeving: NatriumChloride

Slide 12 - Tekstslide

Bijvoorbeeld een combinatie van Magnesium en chloor 
Magnesium lading: Mg2+
Chloor lading: Cl-

Verhoudingsformule: MgCl2
Naamgeving: MagnesiumChloride

Slide 13 - Tekstslide

Let op:
Bij zouten gebruik je GEEN Griekse telwoorden als mono, di, tri etc.

We hebben afgesproken dat een zout altijd neutraal geladen is., dus er is maar één mogelijkheid.

Slide 14 - Tekstslide

Ion-rooster
+ en - trekken elkaar aan
= ionbinding
= heel erg sterk!

geladen deeltjes kunnen niet vrij
bewegen -> geen stroomgeleiding
in vaste fase 

Slide 15 - Tekstslide

Ion-binding
In een vast zout trekken de positieve en de negatieve ionen elkaar sterk aan. De ionen zijn door een ion binding gebonden, doordat deze ion binding een sterke binding is hebben zouten een hoog smeltpunt.

Slide 16 - Tekstslide

Laten we even oefenen, geef de verhoudingsformule van de volgende zouten
1. Natriumbromide
2. Kaliumoxide
3. Magnesiumsulfide
4. Lithiumjodide
5. tin(|V)fluoride
*hint --> romeinse cijfers in de naam kunnen de lading aangeven*

Slide 17 - Tekstslide

Laten we even oefenen, geef de verhoudingsformule van de volgende zouten
1. Natriumbromide / NaBr
2. Kaliumoxide / K2O
3. Magnesiumsulfide / MgS
4. Lithiumjodide / LiI
5. tin(|V)fluoride / PbI4
*hint --> romeinse cijfers in de naam kunnen de lading aangeven*

Slide 18 - Tekstslide

Vind de fout in de volgende verhoudingsformules
1. CaBr
2. MgF3
3. Ba2S
4. Fe3O2 (vanuit Ijzer(|||)oxide) 

Slide 19 - Tekstslide

Vind de fout in de volgende verhoudingsformules
1. CaBr moet zijn: CaBr2
2. MgF3  moet zijn: MgF2
3. Ba2S moet zijn: BaS
4. Fe3O2 (vanuit Ijzer(|||)oxide): Fe2O3

Slide 20 - Tekstslide

Opgaven par 5.1 en 5.2

Par 5.1  Opgaven 13 tot en met 18
Par 5.2 Opgaven 24, 25, 26, en 28
Uitdaging opgave 32
Par 5.3 Opgaven 34, 35, 37, 38 en 42




Slide 21 - Tekstslide