8 - Het gezinsbudget beheren

8 - Het gezinsbudget beheren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappelijke vormingSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

8 - Het gezinsbudget beheren

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je in dit thema leren?
* Je kent het verschil tussen inkomsten en uitgaven op korte en      lange termijn.
* Je kan een gezinsbudget ontleden.
* Je kan begrippen als sparen, lenen en rente uitleggen.
* Je begrijpt het nadeel van een consumentenkrediet.
* Je kan een gezin raad of tips geven omtrent hun budget.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat zijn inkomsten?
Geef 1 voorbeeld

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn uitgaven?
Geef 1 voorbeeld

Slide 5 - Open vraag

Welke inkomsten en uitgaven hebben gezinnen?
- Zet je per 2
- Zoek voor elke letter van het alfabet een mogelijke inkomst of uitgave voor een/jouw gezin
- Vul in op p.111

Slide 6 - Tekstslide

Klasgesprek:
Zijn de inkomsten en uitgaven voor elk gezin hetzelfde?

Slide 7 - Tekstslide

Inkomsten
Uitgaven
ziekte-uitkering
flexijob
pensioen
winnend kraslot
erfenis
huur
gas & elektriciteit
internet/tv
lidgeld
auto

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

inkomsten

Slide 10 - Tekstslide

inkomsten
uitgaven

Slide 11 - Tekstslide

inkomsten
uitgaven
overschot
SPAREN

Slide 12 - Tekstslide

inkomsten
uitgaven
overschot
SPAREN
tekort
LENEN

Slide 13 - Tekstslide

Waarvoor zou een gezin willen/moeten sparen?

Slide 14 - Open vraag

Waarvoor zou een gezin geld willen/moeten lenen?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Klasgesprek:
Op welke manier kan je het beste sparen?

Slide 17 - Tekstslide

Klasgesprek:
Is geld lenen gratis?
Wat zijn de nadelen/risico's aan geld lenen?

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Lees volgende info's p.112-113:
INFO 1 
INFO 2
INFO 3
Duid de belangrijkste woorden aan met een markeerstift!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Aan de slag
Maak met je groepje volgende opdrachten:

opdracht 1 (p.114-117)
Voor vraag e) -> Bekijk het filmpje via de QR code: 
opdracht 2 (p.118)
opdracht 4 (p.120)

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 1 - b)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Wat is een consumentenkrediet?
A
hypothecair krediet
B
impulsieve aankoop
C
lening op afbetaling
D
2 consumenten die elkaar geld lenen

Slide 24 - Quizvraag

Kan je deze wasmachine kopen via een consumentenkrediet?

Slide 25 - Tekstslide

Waar vind je alle informatie omtrent het consumentenkrediet?
Je kan een consumentenkrediet aangaan waarbij je gedurende 10 maanden elke maand 52,22 euro betaalt
JKP = het jaarlijkse kostpercentage 
De meerkost die je betaalt voor deze wasmachine na 10 maanden is 23,20 euro. Je betaalt dus niet 499 euro, maar wel 499 + 23,20 = 522,20 euro voor deze wasmachine als je deze aankoopt via het consumentenkrediet.

Slide 26 - Tekstslide

Vul aan:
LET OP, GELD LENEN....

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Link