1. (1)ze geven advies over de rechten can de consument.
(2) zij komen op voor de belangen van de consument.
2. De consument is een zwakkere partij bij het kopen van producten. De verkoper weet namelijk meer over het product.
3. Omcirkel de woorden:
(consumentbond, ANWB, Vereniging eigen huis, ROVER.)