Schrijven 1.4 - 3 kader

Schrijven 1.4 - 3 kader
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Schrijven 1.4 - 3 kader

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Uitleg theorie schrijven 1.4 + oefeningen
- Maak opdrachten van 1.4

Lesdoel:
- Je kunt vertellen uit welke onderdelen een zakelijke brief bestaat.

Slide 2 - Tekstslide

Aan wie zou je een zakelijke brief kunnen schrijven?

Slide 3 - Woordweb

1. Afzender

Tim Jongejans
Langetuin 5092
2050 GV Vierbruggen

Slide 4 - Tekstslide

Tim Jongejans
2050 GV Vierbruggen
Langetuin 5092

A
correct
B
niet correct

Slide 5 - Quizvraag

2. Geadresseerde

Megabouwmarkt
Kerkstraat 8
3002 DR Rotterdam

Slide 6 - Tekstslide

Megabouwmarkt
Kerkstraat 8
Rotterdam 3002 DR
A
correct
B
niet correct

Slide 7 - Quizvraag

Megabouwmarkt
Kerkstraat 8
3002 DR Rotterdam
A
correct
B
niet correct

Slide 8 - Quizvraag

3. Onderwerp

Onderwerp: Aanschaf veiligheidsschoenen

Slide 9 - Tekstslide


Onderwerp Herkansing
A
Correct
B
Niet correct

Slide 10 - Quizvraag

4. Plaats, datum

Vierbruggen, 1 mei 2016

Slide 11 - Tekstslide


Hoorn, 7-01-2020
A
Correct
B
Niet correct

Slide 12 - Quizvraag


7 januari 2020, Hoorn
A
Correct
B
Niet correct

Slide 13 - Quizvraag


Hoorn, 7 januari 2020
A
Correct
B
Niet correct

Slide 14 - Quizvraag

5. Aanhef

Geachte heer Broekmans,

Slide 15 - Tekstslide


Welke aanhef is correct?
A
Geachte mevrouw Bakker,
B
Geachte mevrouw Bakker

Slide 16 - Quizvraag

6. Inleiding: stel jezelf voor + doel van de brief

Mijn naam is Tim Jongejans. Ik ben 16 jaar oud en zit op het Clusius College in Hoorn. Komend schooljaar moeten alle leerlingen in onze klas veiligheidsschoenen aanschaffen. Met deze brief willen wij u vragen of u ons daarbij kunt helpen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zet je in de inleiding van een zakelijke brief?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
jezelf voorstellen + het doel van de brief

Slide 18 - Quizvraag

7. Kern: informatie geven/vragen stellen
Het is natuurlijk belangrijk dat we goed passende schoenen hebben. Zouden we daarom pasmodellen kunnen krijgen in verschillende maten? Alle leerlingen kunnen dan passen en daarna de goede maat bestellen.
In ruil voor uw hulp kunnen wij reclame maken voor uw bouwmarkt via de website en de nieuwsbrief van onze school.

Slide 19 - Tekstslide

Wat zet je in de kern van een zakelijke brief?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
jezelf voorstellen + het doel van de brief

Slide 20 - Quizvraag

8. Slot: schrijf wat je van de lezer verwacht

Zou u binnen twee weken willen reageren op deze brief?

Slide 21 - Tekstslide

Wat zet je in het slot van een zakelijke brief?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
jezelf voorstellen + het doel van de brief

Slide 22 - Quizvraag

9: Afsluiting
Met vriendelijke groet,

Tim Jongejans

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een correcte afsluiting van een zakelijke brief?
A
met vriendelijke groet
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet

Slide 24 - Quizvraag

Met vriendelijke groet, Tim Jongejans
A
er moet een witregel tussen de groet en de naam
B
er hoeft geen witregel tussen de groet en de naam

Slide 25 - Quizvraag

10: Bijlagen
Bijlage: CV


--> Zet ook in je brief dat je iets als bijlage meestuurt. 

Slide 26 - Tekstslide

Belangrijkste verschillen persoonlijke en zakelijke brief:
formeel of informeel taalgebruik
 
je of u

 – aanhef: Hoi of Geachte

 – afsluiting: Groetjes of Met vriendelijke groet

Slide 27 - Tekstslide

Kenmerken zakelijke brief:
A
je
B
u

Slide 28 - Quizvraag

Kenmerken zakelijke brief:
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik

Slide 29 - Quizvraag

Kenmerken aanhef zakelijke brief:
A
Hoi
B
Geachte

Slide 30 - Quizvraag

Kenmerken afsluiting zakelijke brief:
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,

Slide 31 - Quizvraag

Lesplanning
- Maak van 1.4, opdr. 1 t/m 3, 4a, 7 en 8 (blz. 34-37)
= huiswerk dinsdag

Dinsdag 1 maart + vrijdag 4 maart (4e uur):
verder oefenen met zakelijke brief

Toets schrijven 304 zakelijke brief: maandag 7 maart

Slide 32 - Tekstslide