Natuur > Ademhaling/Bloedsomloop L1

Ademhaling & Bloedsomloop
Hoe haal je adem? 
Wat is een bloedsomloop?
Waarom is bloed belangrijk?
Wat hebben bloed en ademhaling met elkaar te maken?
Natuur: Ademhaling Bloedsomloop
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling & Bloedsomloop
Hoe haal je adem? 
Wat is een bloedsomloop?
Waarom is bloed belangrijk?
Wat hebben bloed en ademhaling met elkaar te maken?
Natuur: Ademhaling Bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over dit onderwerp?

Slide 2 - Woordweb

Wat ga je leren?
  •  De begrippen warmbloedig/koudbloedig
  • Wat is ademhaling?
  • Wat is bloedsomloop?

Slide 3 - Tekstslide

Haal jij nu adem?
A
Ja
B
Nee* (*= bel de dokter)

Slide 4 - Quizvraag

Bloedsomloop

2 bloedsomlopen:

  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 5 - Tekstslide

timer
1:00
Zelftest
Zit je op een stoel of kruk? 
Hoe vaak haal jij nu adem in een minuut? 
Let op de tijd...

Ga daarna even iets inspannend doen en tel dan nog een keer. 
Hoe vaak haal jij nu adem in een minuut? 

Slide 6 - Tekstslide

Ik haalde ... keer adem
toen ik mij inspande

Slide 7 - Woordweb

Wat is bloed?
Bloed bestaat uit rode en witte bloedcellen. 
Rode bloedcellen kunnen zuurstof en brandstof rondbrengen. 
Witte bloedcellen kunnen beschadigingen repareren. 
Bloed is dus ontzettend belangrijk! Anders kan zuurstof onze hersenen niet bereiken! 

Slide 8 - Tekstslide

Mensen
Mensen, zoogdieren en vogels zijn warmbloedig. 
Er stroomt warm bloed door ons heen. 
Mensen zijn 37 graden Celcius. 

Dat schommelt niet heel erg want dan worden mensen ziek of gaan ze dood. Als je verhoging hebt, heb je koorts. 
Hier zie je een infrarode afbeelding van een kind met een infrarood camera. Die meet de warmte. 

Welke delen van het kind zijn het meest warm? 
Hoe komt dat, denk je? 

Slide 9 - Tekstslide

Beweging
Vogels, zoogdieren en mensen zijn warmbloedig.
We verbruiken veel voedsel en zuurstof om maar warm te blijven.
Zuurstof = energie
Vogels, zoogdieren en mensen ademen zuurstof in. Dat hebben we nodig om voedsel in ons lichaam te verbranden. 
Dit levert energie op!
Zuurstof = energie
Bij de verbranding van voedsel komt koolzuurgas vrij. 
Dat ademen we uit. 
Zuurstof ademen we in, koolzuurgas ademen we uit. 
En soms laten we een scheetje. 
Dat is dan darmgas. 

Slide 10 - Tekstslide

Tegen oververhitting
Om niet te heet te worden hijgt een hond. 
Zo koelt hij af tot de temperatuur die hij moet zijn. 
Dikke vacht
Om niet teveel af te koelen heeft een hond een vacht. 
Dit houdt warmte vast. 
Wij mensen hebben een vetlaag, of dragen kleren.
Of beide.
Eten of sterven
Een wilde hond moet jagen op zijn eten. 
Hij heeft dit nodig om op temperatuur te blijven. 
Gek idee... ook wij mensen doen dit. 

We eten van alles, maar uiteindelijk om onze temperatuur constant te houden.

Slide 11 - Tekstslide

Huismus
Iemand die veel thuis zit, noemen we ook wel een huismus.
Op deze tak zitten twee vogels. 
Huismussen: een mannetje en een vrouwtje. 

Ze eten zaadjes, insekten om warm te blijven. Best veel ook! 
Ze hebben veren en vet tegen de kou. 
Mussen zijn warmer dan mensen... 41° Celsius. (41 graden Celsius)

Slide 12 - Tekstslide

Zoogdieren, vogels en mensen zijn...
A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 13 - Quizvraag

Wie is warmer?
A
Mens
B
Mus

Slide 14 - Quizvraag

Waarom hijgt een hond?

Slide 15 - Woordweb

Koudbloedige dieren
Er bestaan ook koudbloedige dieren.
Ze nemen de temperatuur aan van hun omgeving. Is het warm, dan zijn ze warm. Is het koud, dan zijn ze koud. Toch gaan ze niet dood. 
Koudbloedige dieren
Koudbloedige dieren eten alleen als ze honger hebben, voor een beetje energie. Maar niet om het warm te krijgen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wie eet meer?
A
Warmbloedig dier
B
Koudbloedig dier

Slide 18 - Quizvraag

Waarom hebben warmbloedige dieren meer eten/zuurstof nodig dan koudbloedige dieren?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Leg uit wat je weet over warmbloedig/koudbloedig.

Slide 21 - Open vraag

Einde
Ruim je spullen op
En zorg dat je tafel helemaal leeg is.

Slide 22 - Tekstslide