Interviewverslag schrijven TH2A

interview
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

interview

Slide 1 - Woordweb

verslag schrijven

Slide 2 - Woordweb

• Letterlijk interviewverslag: 
Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op.
De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg.


• Samenvattend interviewverslag: 
Je laat de vragen weg. Antwoorden vat je samen in eigen woorden en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon.

Slide 3 - Tekstslide

citeren

Slide 4 - Woordweb

Citeren

Een citaat is een stukje tekst waarin staat wat iemand letterlijk heeft gezegd. 

Gebruik interpunctie (leestekens) om duidelijk te maken dat het een citaat is en niet jouw eigen woorden.

Slide 5 - Tekstslide

Citeren

Vergelijk de vier manieren van citeren (directe rede)

1.  Frank zegt: 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'
2. ‘Bij mij', zegt Frank, 'zouden de lessen later beginnen.'
 > Let op de plek van de dubbele punt, komma en de punt

3. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen,' zegt Frank.
4. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'

Vervolg > les 2

Slide 6 - Tekstslide

Woordkeuze in een interviewverslag > les 2


Een tekst leest prettiger als woorden niet vaak herhaald worden.

Voorkom dat je steeds de werkwoorden zeggen / vertellen in een interviewverslag gebruikt!

• Wissel af met werkwoorden die ongeveer hetzelfde betekenen
      > vervolgen
      > antwoorden
      > toelichten
Welke woorden ken jij die zeggen/vertellen kunnen vervangen?


Slide 7 - Tekstslide

Woordkeuze in een interviewverslag

Gebruik in een interview verslag werkwoorden die uitdrukken hóe iemand iets zegt
>> mompelen, fluisteren, bulderen

Werkwoorden die een handeling aanduiden:
>> knikken, schateren, knipogen

Dit zorgt voor een afwisselende en levendige tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Functie van de inleiding

1. Bedoeld om aandacht te trekken


2. De aanleiding / het onderwerp / de feiten noemen: 
                                      DE 5 W'S EN DE H

3. De centrale vraag stellen, die later in de tekst wordt beantwoord

4. De mening van de schrijver geven

5. Een samenvatting van de inhoud geven.



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Functies van het slot:

>> Een conclusie geven.
Signaalwoorden: dus, daarom, dan ook

>> Een samenvatting van de inhoud geven
Signaalwoorden: kortom, samenvattend

>> Een advies geven, vooruitblikken.

Slide 11 - Tekstslide