2V Nask H1 1.2

Herhaling
• Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhaling
• Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar    Welkom :) 
Kauwgom uit doen
Telefoon in je zakkie
Naambordje op tafel
                                                         Jas uit                                                           Tas op de grond
Boeken, JdW map, schrift, pen  op tafel

Wat is NASK?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling


•Natuurkunde en scheikunde gaan  over stoffen en materialen. 
      Een materiaal is een stof waarvan een product gemaakt wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling

• Bij natuurkunde verandert de toestand van stoffen.



  • Bij scheikunde veranderen stoffen in andere stoffen

Slide 4 - Tekstslide

1.2 Onderzoeken
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de wetenschappelijke methode is.
Je kunt uitleggen hoe je veilig kunt waarnemen bij een onderzoek. 
Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
Je kunt uitleggen wat een indicator is.

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag!
Geef antwoord op de leerdoelen of leg ze uit.

Je mag rustig in 2-tallen werken, of alleen!

Je gebruikt alleen je boek of de docent.

Geen telefoon of laptop

Slide 6 - Tekstslide

Onderzoek met een indicator
Bij scheikunde gebruiken ze vaak indicatoren in het laboratorium. 
Een indicator is een stof die je kan gebruiken om te kijken of iets aanwezig is of niet. (filmpje va 1:37)
Een hele bekende is jodium, 
dat is een indicator voor zetmeel.

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Onderzoeken
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de wetenschappelijke methode is.
Je kunt uitleggen hoe je veilig kunt waarnemen bij een onderzoek. 
Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
Je kunt uitleggen wat een indicator is.

Slide 8 - Tekstslide

Vandaag:

  • HW controle
  •  vraag 7 bespreken 
  • opdrachten maken  8 t/m 10
  • Controle & afsluiting
  • vooruitblik Practicum

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag samen vraag 6 blz. 11 bespreken

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag samen vraag 7 blz. 11 bespreken

Slide 11 - Tekstslide

Meten is weten
De onderzoeksvraag van vandaag! Doe mee: maak aantekeningen!

Slide 12 - Tekstslide

Berekenen is weten
De onderzoeksvraag van de vorige les!
Wiskundige methode:
De kubus met l =10cm b = 10cm h=10cm 
lengte, breedte en hoogte zijn grootheden, meter is eenheid 
V= 10 x10 x10 cm^3 
V = 1 x 1 x 1 dm^3
Conclusie: V= 1 dm^3 = 1 liter 

Slide 13 - Tekstslide

Meten is weten
De onderzoeksvraag van de vorige les!
Wetenschappelijk NASK methode:
In een maatcilinder 1 l water precies meten
1l water in de kubus gieten
conclusie:
V= 1 dm^3 = 1 liter 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten maken:
blz 15 t/m 17
opdrachten maken: 1 t/m 7
KLAAR?

maak 8 t/m 10 dan heb je geen Huiswerk

Slide 15 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij een goed onderzoek?

Slide 16 - Woordweb

Meten is weten
De onderzoeksvraag van deze  les!

Hoe lang is je zakkie?

Slide 17 - Tekstslide

Onderzoek doen, goed doen
Een natuurkundig of scheikundig onderzoek gebeurd op een bepaalde manier.
Daar zijn speciale regels voor zodat het onderzoek goed gebeurd.
Deze manier van werken heet de wetenschappelijke methode 
en werkt zo: 

Slide 18 - Tekstslide

wetenschappelijk onderzoek
  1. Onderzoeksvraag
  2. Hypothese
  3. Experiment bedenken
  4. Experiment uitvoeren
  5. Resultaten verzamelen en weergeven
  6. Onderzoeksvraag beantwoorden, lukt dit niet?
  7. OPNIEUW!

Slide 19 - Tekstslide

Waarnemen
Tijdens een onderzoek moet je alles goed observeren en opschrijven.
Dit waarnemen doe je met je zintuigen.
Welke waren dat ook al weer?

Slide 20 - Tekstslide

Meetintrumenten
Je kan niet zomaar op elke manier waarnemen.
Kijken, voelen en horen kan altijd wel, maar ruiken en proeven niet!
Je kan wel waarnemen met je ogen, maar dat is niet nauwkeurig.
Daar gebruiken we meetinstrumenten voor. 

Slide 21 - Tekstslide

Grootheid, eenheid en meetwaarde
Als Henk op de weegschaal staat en zegt, ik weeg 78, dan heeft hij dit afgelezen op de wegschaal.
Maar in natuurkunde is dat niet goed want in de natuurkunde moet je altijd een aanduiding gebruiken, een eenheid. 
Dat wat je meet is je grootheid, gewicht
Hoe je het meet, kilogrammen, is je eenheid.
Het getal waarin je het opschrijft, 78, is je meetwaarde.

Slide 22 - Tekstslide

Grootheid, eenheid en meetwaarde

Slide 23 - Tekstslide

Grootheid, eenheid en meetwaarde

Slide 24 - Tekstslide

Grootheid, eenheid en meetwaarde

Slide 25 - Tekstslide

Grootheid, eenheid en meetwaarde

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de wetenschappelijke methode is.
Je kunt uitleggen hoe je veilig kunt waarnemen bij een onderzoek.
Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
Je kunt uitleggen wat een indicator is.

Slide 27 - Tekstslide

3

Slide 28 - Video

02:26
Bij welk vak hoort de verandering in de video uitleg?

A
biologie
B
scheikunde
C
natuurkunde
D
nask

Slide 29 - Quizvraag

02:58
Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van dit onderzoek?
A
bij de onderzoeksvraag
B
beide
C
bij de conclusie
D
geen van beide

Slide 30 - Quizvraag

03:09
Bedenk zelf de onderzoeksvraag voor het onderzoek dat past bij deze uitleg video.

Slide 31 - Open vraag

Practicummateriaal

Slide 32 - Tekstslide

Heb je goed opgelet? Welk soort practicummateriaal van glas heb je in de video gezien?
A
bekerglas
B
reageerbuis
C
maatcilinder
D
erlenmeyer

Slide 33 - Quizvraag

Huiswerk

Slide 34 - Tekstslide