4.8 Nederland: de zee klopt aan de voordeur (havo)

4.8  Water 
Nederland: de Zee klopt aan de voordeur
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.8  Water 
Nederland: de Zee klopt aan de voordeur

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
Na de les kun je verschillende soorten polders in Nederland benoemen en weet je wat het verschil is.
Na de les weet je wat voor een gevaren er, wat betreft zeewater, aan de kust bevinden

Slide 2 - Tekstslide

planning
oriëntatie op paragraaf
klassikale uitleg
zelfstandig verwerken
klassikale check doelen/ checkvragen lesson up

Slide 3 - Tekstslide

titel van paragraaf? wat wil die zeggen?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Polder
  • een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • dit kan door een molen of een gemaal
  • niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen

Slide 6 - Tekstslide

droogmakerij
  • stukken meren en/of zee die zijn leeggepompt
  • eerst dijken rond en meer en dan (jaren) leegpompen
  • wordt gebruikt voor landbouw en woningen
  • voorbeeld: Flevoland en de Beemster

Slide 7 - Tekstslide

meer uitleg (video's) zie magister/studiewijzer

Slide 8 - Tekstslide

planning par. 8 deel 2
bespreken huiswerk/vragenronde
klassikale uitleg
zelfstandig verwerken (eventueel meer uitleg video's bekijken, zie studiewijzer)
klassikale check doelen

Slide 9 - Tekstslide

Inklinking
  • Om de gebieden bewoonbaar te maken/ te houden moeten ze blijvend het bodemwater wegpompen.

  • Een nadeel is dat de gebieden hierdoor inklinken

Slide 10 - Tekstslide

inklinken
  • bodemwater wegpompen en grond wordt stevig(er)
  • water weg en grond heeft ruimte om te zakken
  • Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 11 - Tekstslide

inklinken
  • bodemwater wegpompen en grond wordt stevig(er)
  • water weg en grond heeft ruimte om te zakken
  • Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De zeespiegel stijgt
  • Klimaatverandering
  • Bodemdaling
  • IJstijd
Als over een periode van zo’n dertig jaar de klimaatfactoren, zoals temperatuur of neerslag, zijn veranderd.
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.

Slide 14 - Tekstslide

Kustafslag
Duinen worden gevormd door het zand wat op de kust waait.
Door de golven die nu tegen de duinen slaan, breken de duinen af.  Door erosie van het water verdwijnen er stukken duin. 

Slide 15 - Tekstslide

zeereep
  • kustafslag vindt plaats tot aan de eerste rij duinen
  • de zee bereikt deze duinen vaak pas tijdens een storm
  • deze duinen noemt men de zeereep

Slide 16 - Tekstslide

dynamisch kustbeheer
vroeger:
  • zand storten bij wegggeslagen kust
tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en de ze het werk laten doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de naam van het project dat je ziet op de foto?
A
Zandsuppletie
B
Dynamisch kustbeheer
C
Zandmotor
D
Zandvlakte

Slide 18 - Quizvraag

Met welk probleem hebben de duinen in Nederland te maken?
A
Zandsuppletie
B
Duinvervorming
C
Duinvorming
D
Kustafslag

Slide 19 - Quizvraag

Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noemen we deze polder?
A
Zeepolder
B
Droogmakerij

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 22 - Quizvraag

Welk begrip past het best bij de afbeelding?
A
Polder
B
Zandmotor
C
Droogmakerij
D
Inklinking

Slide 23 - Quizvraag

Leerdoelen 
Na de les kun je verschillende soorten polders in Nederland benoemen en weet je wat het verschil is.
Na de les weet je wat voor een gevaren er, wat betreft zeewater, aan de kust bevinden

Slide 24 - Tekstslide