CH4 The industrial revolution

CH4 Industrial revolution
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

CH4 Industrial revolution

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tijdbalk:
Tijd van Burgers en Stoommachines
1800 n.chr. - 1900 n.chr.
Industrialisatie / Moderne geschiedenis
31. De industriële revolutie die in de westerse landen de basis legde voor een industriële samenleving.
33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson goals
  • At the end of the lesson, I can explain the concept of industrialization.
  • At the end of the lesson, I can name five causes of industrialization.
  • At the end of the lesson, I can explain why we refer to it as an industrial revolution.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Handwork to machine

Slide 5 - Tekstslide

The spinning Jenny
Industrialisation
=  production in factories from 1750s

Start in the textile industry = the spinning and weaving of yarn (=garen_

Middle Ages => by Guilds




Welk economisch nadeel is er voor de consument of ondernemer?
Gilde: Strenge regels voor goede kwaliteit = het product is dus duur
Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik het begrip industrialisatie uitleggen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Domestic industry

Poor farmers spun and wove woolfabric until late in the evening to earn some extra money.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1769: Waterframe
1779: Mule Jenny
1790: Steam engine invented James Watt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

How do you get raw materials?

Colonies -> Slavery -> plantation


For example, Cotton (N-A)
What economic advantage does this give the entrepeneur?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Causes industrialization
1. Agriculture improves => population growth => Growing demand for cotton clothing.

2. Farmers move to the city for work = low wages.

3. Cheap raw materials from the colonies (cotton).
Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik vijf oorzaken benomen van de industrialisatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Causes industrialization
4. In Great Britain, large reserves of coal and iron ore => cheap fuel

5. New machines => production process becomes cheaper
Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik vijf oorzaken benomen van de industrialisatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Consequences industrialization
1. From an agricultural-urban society → Industrial society
2. Domestic (or cottage) industry → Mass production
3. Improvement of infrastructure: All roads, railways, waterways, and other connections in the area
4.Massive population growth from 6 million → 17.5 million in 100 years.
Mass production = making large quantities of a product using machines.
Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Consequences industrialization
Burning coal => Severe air pollution (greenhouse gases) => beginning of global warming.
Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Do: Opdr. 5, 6, 8, 9, 10
p. 22 t/m 24

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CH4.2 The industrial society
Kinderen werken in een steenkoolmijn Ca 1850

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson targets
At the end of the lesson, you will be able to explain the working and living conditions of the worker.

At the end of the lesson, I can explain the difference between an estate-based society and a class-based society.

You can name some important inventions from the 19th century.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Working & Living
  • Low wages
  •  14-hours working day + 6 days a week
  • Dirty air because of machines, + noise of machines is deafening
  • dangerous work and no safety precautions
  • Strike againt low wages of child labour => immediately fired.
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeider waren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Living conditions
Urbanization: Verstedelijking. Labourer start living closer to the factory
Consequences:
- Diseases, because of living closely together, open sewer, dirty smoke, no clean drinking water.
LLabourers became approximately 50 years old.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Capitalism
Business owners just want to do their thing – buy stuff, hire people, and sell products – without the government getting in the way.
What does this mean for the labourer?
De arbeider wordt niet beschermt door de wet

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
leerdoel
- Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen een standensamenleving en een klassensamenleving uitleggen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Class society
1. Rich business people – Had cash and owned stuff. Lived in fancy houses outside the city.
2. Middle class – Smart folks like teachers, store owners, or office workers.
3. Labourers– Didn’t own anything and mostly just worked hard jobs.
leerdoel
- Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen een standensamenleving en een klassensamenleving uitleggen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Inventions 19th century
1. Internal combustion engine
2. Gas lighting
3. Telephones
4. Ether (narcotic product)

Leerdoel
- Je kunt enkele belangrijke uitvindingen uit de 19e eeuw benoemen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Do: Opdr. 1, 4, 6, 7, 9, 12
p. 25 t/m 30

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4.4 Arbeiders strijden voor hun rechten
Bron: Tekening van Albert Hahn op de voorpagina van het socialistische, satirische weekblad De Notenkraker van 6 juni 1909

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen op politiek en economisch gebied
- Je kunt uitleggen wat socialisme is en waarom er twee groepen socialisten waren.
- Je kunt aan de hand van een voorbeeld een sociale wet uitleggen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit Franse revolutie:   (Verlichting)
Gelijkheid: Mensen zijn gelijk voor de wet

Vrijheid: van meningsuiting
Socialisme: Arbeiders mogen niet uitgebuit worden door ondernemers
Liberalisme: De mens is vrij, geen overheidsbemoeienis

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Politieke stroming:
- Voor vrijheid van meningsuiting
- Vrijheid van geloof
- inspraak in het bestuur voor mensen met bezit.
- Meer vrijheid voor ondernemers, zo min mogelijk regels door de overheid
= Gericht op belangen van rijke mensen
Leerdoel
Je kunt uitleggen welke idealen de Liberalen op politiek en economisch gebied

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Socialisme
Politieke stroming:
- Niet goed dat kapitaal in handen is van een klasse.
- Klassenstrijd (revolutie) tussen arm & rijk
- Geen privé bezit, kapitaal voor iedereen.
- Klasseloze samenleving: "Iedereen even rijk"
Karl Marx: Grondlegger socialisme
Kapitaal?
Bezit, geld, land, machines en fabrieken
Leerdoel
Je kunt uitleggen wat socialisme is en waarom er twee groepen socialisten waren.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sociaaldemocratie
Politieke stroming:
- Geen revolutie, maar wetten doorvoeren in het parlement.
- Slechte werk -en leefomstandigheden verbeteren
- Arbeiders verenigen in vakbond, zij onderhandelen over hoger loon en kortere werktijden 
- Stakingen organiseren

Leerdoel
Je kunt uitleggen wat socialisme is en waarom er twee groepen socialisten waren.
Vakbond?
Vereniging van arbeiders, die op komen voor de arbeiders

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale kwestie
"Armoede van de arbeidersklasse"
Oplossing: Sociale wetten
- 1874 beperking kinderarbeid (wetje van houten)
- 1900 woningwet (verbetering van woningen)
1901: Leerplicht
1917: kiesrecht voor mannen
1919: Algemeen kiesrecht (M+V)


Wat is het voordeel voor de arbeiders dat nu ook vrouwen mogen stemmen?
Leerdoel?
- Je kunt aan de hand van een voorbeeld een sociale wet uitleggen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken: Opdr. 7 t/m 13
Blz. 38 t/m 43

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies