Thema 6 - BS 1. Organismen en hun omgeving

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2B
Donderdag 16 mei 2024
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2B
Donderdag 16 mei 2024

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • SO 
  • Beginnen aan nieuwe thema 
  • Uitleg 
  • Afsluiten 
  • Huiswerk volgende les noteren in agenda 
Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Tekstslide

SO thema 5 basisstof 1 t/m 3
- Alle spullen van tafel, alleen pen nodig
- Je bent stil tijdens de toets, ook als je klaar bent
- Ben je klaar?> boek lezen of wacht in stilte tot iedereen klaar is
LEES de vragen goed
Schrijf je naam, achternaam en klas op de toets.
DATUM van vandaag: 16-05-2024


timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Thema 6. Ecologie en duurzaamheid
BS 1. Organismen en hun omgeving

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden. 
  2. Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is ecologie?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is ecologie?
Ecologie onderzoekt relaties tussen organismen en hun milieu

Slide 7 - Tekstslide

Organismen en hun omgeving
Basisstof 1

Slide 8 - Tekstslide

Omgeving
  • Organisme is afhankelijk van zijn omgeving.
  • Bestaat uit andere organismen maar ook uit levenloze factoren.
 

Weet je het nog? Wat is ook alweer levend en wat is levenloos?

Slide 9 - Tekstslide

Noem een aantal levenloze factoren die invloed hebben op ons

Slide 10 - Open vraag

Ecologie
  • Studie van de relaties tussen organismen en hun milieu.
  • Milieu heeft invloed op het organisme maar ook andersom. bv. regenworm of planten 

Milieu> geheel van atmosfeer, bodem, water en geluiden die van invloed zijn op het welzijn van plant, dier en mens.

Slide 11 - Tekstslide

Invloeden uit het milieu
Biotisch / abiotisch factoren:
  • Invloed van LEVENDE natuurlijke aard --> biotische factor.
  • Invloed van NIET levende aard --> abiotische factor.

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk deze factoren

Slide 13 - Tekstslide

Levende factoren
Niet levende factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind

Slide 14 - Sleepvraag

Niveaus
  • Relatie van 1 organisme en zijn omgeving --> individu
  • Groep individuen van 1 soort --> populatie
  • Gebied met populaties van verschillende soorten --> levensgemeenschap
  • Populaties in een levensgemeenschap beïnvloeden elkaar
  • Abiotische factoren beïnvloeden een levensgemeenschap --> ecosysteem

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heet de relatie tussen 1 organisme en zijn omgeving ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet de relatie tussen populaties van verschillende soorten ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet een groep individuen van 1 soort ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 19 - Quizvraag

Individu
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie

Slide 20 - Sleepvraag

Roofdieren
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 21 - Quizvraag

Temperatuur
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 22 - Quizvraag

Waterplanten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 23 - Quizvraag

Soortgenoten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 24 - Quizvraag

Wind
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 25 - Quizvraag

VRAGEN??

Slide 26 - Tekstslide

Aantekeningen
Ecologie = studie van relaties tussen organismen en hun milieu
Milieu = leefomgeving van een organisme
Biotische factoren = invloeden van de levende natuur
Abiotische factoren = invloeden van de levenloze natuur
Niveau = schaal binnen de ecologie, bijvoorbeeld individu, populatie, levensgemeenschap, of ecosysteem
Populatie = groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten
Levensgemeenschap = alle populaties in een bepaald gebied
Ecosysteem = gebied waarbinnen de biotische en de abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
6.1 Organismen en hun omgeving
opdracht 1 t/m 8 maken

6.2 alvast doornemen!

Slide 28 - Tekstslide