2 SCC- Hoe zijn planten aangepast om te overleven?

Hoe zijn planten aangepast om te overleven?
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe zijn planten aangepast om te overleven?

Slide 1 - Tekstslide

even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Enkel op de blauwe dia's moet je een antwoord invullen. De witte dia's zijn teksten of afbeeldingen die je zeer goed moet lezen of bekijken.
Welke organen heeft een bloemplant?

Slide 3 - Tekstslide

Welke organen hebben bloemplanten?

Slide 4 - Open vraag

Bekijk bij de volgende dia's goed de afbeeldingen van de cactus, de roos, de braambes en de brandnetel.

Slide 5 - Tekstslide

Wat hebben deze planten gemeen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat hebben cactus, roos, brandnetel en braambes gemeen?
A
bloemen
B
stekels
C
vruchten
D
bladeren

Slide 11 - Quizvraag

Waartegen kan een plant zich beschermen wanneer hij prikt?
A
tegen de zon
B
tegen een felle regenbui
C
tegen opgegeten worden door dieren
D
tegen muggen

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk goed de foto's van klimop.

Slide 13 - Tekstslide

Worteltjes die  aan de stengel groeien om zo te kunnen klimmen noemen we hechtwortels.

Slide 14 - Tekstslide

Naar welke abiotische factor gaat klimop op zoek?
A
licht
B
water
C
frisse lucht

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat heeft klimop aan zijn stengels om goed te klimmen?
A
stekels
B
hechtworteltjes
C
bladeren

Slide 17 - Quizvraag

Bekijk goed de foto's van de biet en de radijsjes. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Radijs en biet zijn ... van de plant.
A
de bloem
B
het blad
C
de stengel
D
de wortel

Slide 21 - Quizvraag

De wortels van deze planten zijn erg dik. Deze sparen voedsel voor de winter.

Slide 22 - Tekstslide

Voor wie is dit voedsel bedoeld?
A
dieren
B
de mens
C
de plant zelf

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Heb je vorige afbeelding goed bekeken? Waarvoor zal de biet het reservevoedsel in zijn wortel na de winter gebruiken?

Slide 25 - Open vraag

Sommige planten groeien op droge grond. Zij zoeken trucjes om zo weinig mogelijk water te verliezen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welk trucje gebruiken loofbomen?
A
Zij hebben zeer kleine bladeren.
B
Zij verliezen in de winter hun bladeren.
C
Zij hebben dikke bladeren.
D
Zij hebben zeer grote bladeren.

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Welk trucje gebruikt heide?
A
Zij hebben zeer kleine bladeren.
B
Zij verliezen in de winter hun bladeren.
C
Zij hebben dikke bladeren.
D
Zij hebben zeer grote bladeren.

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Welk trucje gebruiken vetplanten?
A
Zij hebben zeer kleine bladeren.
B
Zij verliezen in de winter hun bladeren.
C
Zij hebben dikke bladeren.
D
Zij hebben zeer grote bladeren.

Slide 32 - Quizvraag

Planten die in een natte omgeving leven hebben ...

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Planten in een natte omgeving hebben
A
stekels
B
hechtwortels
C
dikke bladeren
D
grote bladeren

Slide 35 - Quizvraag

Hoe overleven planten op een voedselarme bodem?

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Link

Planten die geen voedsel in de bodem vinden,
A
halen hun voedsel uit de lucht.
B
stelen het voedsel van andere planten.
C
gaan insecten vangen en als voedsel gebruiken.

Slide 39 - Quizvraag

Test jezelf.
Sleep de aanpassingen van de planten naar het juiste sleepdoel. Alle gele kaartjes moeten verplaatst worden.

Slide 40 - Tekstslide

Overleven op droge grond.
Overleven in water.
Bescherming tegen vraat.
Zoeken naar licht.
Overwinteren
Ik spaar reservevoedsel in mijn wortels.
Ik heb grote bladeren.
Ik heb stekels.
Ik heb kleine bladeren.
Ik gebruik mijn hechtwortels.
Ik verlies mijn bladeren als het koud wordt.
Ik spaar water in mijn bladeren, daarom zijn ze dikker.

Slide 41 - Sleepvraag

Test jezelf.
Lees het probleem waarmee de plant te maken krijgt. Kies de best aangepaste plant(en) aan dat probleem en sleep deze er naartoe. Soms is het maar één plant, soms zijn het er meer. Goed nadenken dus!

Slide 42 - Tekstslide

Ik moet overleven in vochtige grond.

Slide 43 - Sleepvraag

Ik moet voedsel sparen om te overwinteren.

Slide 44 - Sleepvraag

Ik moet overleven op droge grond.

Slide 45 - Sleepvraag

Ik wil niet opgegeten worden door konijnen.

Slide 46 - Sleepvraag

Ik klim tegen muren op zoek naar licht.

Slide 47 - Sleepvraag

Hoe kunnen planten zich aanpassen?
Noteer drie zaken die je geleerd hebt met deze les. Je maakt een zin en je let op hoofdletters en leestekens!

Slide 48 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 49 - Open vraag

Ik heb de leerstof .... begrepen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

Opdracht:
Maak in je werkboek p. 24, 25 en 26 in potlood.

Slide 51 - Tekstslide