2 HV les 3/03

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Lezen

Na deze les

- Ken je de verschillende woordraadstrategieen 

- Ken je de betekenis van verschillende uitdrukkingen

- Kun je een tekst aantrekkelijker maken door de woordvolgorde te veranderen

Een tekst mooi maken

- Zet een onderwerp en gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar: gebruik in lange zinnen want en maar in plaats van hoewel en omdat

- Zet een persoonsvorm zo dicht mogelijk bij de andere werkwoorden van het gezegde

- Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is

In tweetallen

Tekst van 150 woorden over iets wat jij mooi/leuk vindt. 

Varieer in woordgebruik en zinsopbouw en gebruik voorbeelden

• Kijk je klasgenoot na
• Onderstreep woorden die te vaak gebruikt worden
• Markeer (spel)fouten en fouten in zinsopbouw
• Markeer de woorden die te ver uit elkaar staan

Herschrijf het verhaal zelf

Herhaling woordenschat + formuleren H3 H4

Vaste voorzetsels + voorzetseluitdrukkingen

Jip maakt haar sommen met ... van een geodriehoek

Tijdens de toets zijn de regels bekend met ... tot spieken

De procedure ten ... van de aanstelling voor een nieuwe docent is bekend

Geld over ... smijten

Voorbeelden gebruiken

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, als

Tijdens de vakantie heeft Lot ontzettend leuke dingen gedaan. Ze is naar het strand geweest en ze is ook naar een dierentuin geweest.

Rijmende uitdrukkingen

Ik erger me (groen) ... aan mijn zus

... (bezakt) gingen we een week op vakantie

Wie goed doet, goed ...

Wie niet waagt, wie niet ...

Schrijfopdracht

• Groepjes van 4 of 5
• Begin met "er was eens..."
• Zet de timer op 1 minuut
• Geef het blaadje door
• Iedereen heeft 1 minuut de tijd voor een zin 

Woordenschat + formuleren hoofdstuk 4

Afmaken en nakijken