Les 8: Verwering, erosie en sedimentatie

Startklaar
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
Zamaia-strand. Waarom zijn sedimentlagen verticaal?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke geologische kalender
 Tektonische activiteit en de Pyreneeën
De Baskische kust, waaronder Zumaia, bevindt zich nabij de grens tussen de Iberische en Euraziatische tektonische platen. Tijdens het late Krijt en het vroege Cenozoïcum (ongeveer 100 tot 50 miljoen jaar geleden) werd de regio onderhevig aan sterke tektonische krachten door de botsing tussen deze platen. Dit proces leidde tot het ontstaan van de Pyreneeën, maar ook tot vervorming van sedimentaire lagen langs de kust.
Flysch-formatie
De flysch-lagen van Zumaia zijn gevormd door opeenvolgende sedimentaire afzettingen van klei, zand en kalk, vaak in diepe mariene omstandigheden. Gedurende miljoenen jaren werden deze lagen horizontaal afgezet. Door de druk van de tektonische bewegingen in het gebied zijn deze lagen samengedrukt, geplooid en gekanteld, wat resulteerde in hun huidige bijna verticale positie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Lesdoel
Vandaag gaan we door processen waardoor  het aardoppervlak afgevlakt wordt.

We zoomen in op verwering, erosie en massabeweging.

Slide 4 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Wat kan bergen afvlakken? (=kapot maken)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
1. De leerlingen weten waar de Grand Canyon ligt.

2. De leerlingen weten wat erosie is.

3. De leerlingen weten wat verwering is.

Slide 6 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Grote plaatje

Slide 7 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Bryce Canyon
Welke endogene krachten hebben ervoor gezorgd dat deze klif is ontstaan uit die vele lagen sediment?
opheffing van de vele zandlagen tot een klif

Slide 9 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Verwering is het uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en van planten.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Verwering
Mechanische/fysische
Chemische 
  1. vorstverwering 
  2. temperatuurstress
  3. biologische
samenstelling van steen veranderd door een reactie met water of zuurstof

Slide 11 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
vorstverwering
temperatuurstress
biologische verwering
chemische verwering

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2a
chemische verwering
biologische verwering
temperatuurstress

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het gebied in de figuur kan er behalve chemische
verwering ook mechanische verwering voorkomen.
Leg dit uit.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Chemische verwering
De regel: hoe warmer en vochtiger het is, hoe meer chemische verwering er optreedt. 

=> waar het koud en droog is, gebeurt dit bijna niet.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke omstandigheden vindt er (bijna) geen verwering plaats?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Chem.verw.: Karst en sinkholes
  1. er valt neerslag
  2. neerslag wordt zuur door de plantenwortels
  3. neerslag sijpelt door het gesteente naar beneden
  4. kalksteen lost op  en karst (grot) ontstaat                 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf in drie stappen hoe de sinkhole in het filmpje is ontstaan.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Massabeweging
= door zwartekracht los gesteente langs een helling naar beneden rolt, schuift of valt.
Puinhelling – helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massabeweging = aardverschuiving
ontstaan door:
- trilling aarde (aardbeving, vulkaanuitbarsting)
- verzadiging door water


Resultaat is puinhelling uit los verweringsmateriaal die vaak onstabiel is door grote hellingshoek.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massabewegingen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat het verschil is tussen een modderstroom en een aardverschuiving.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ontstaan van een berg door endogene krachten a.k.a platentektoniek
verwering
massabeweging 
erosie
sedimentatie
afbraak van een berg: exogene krachten
opbouw van een landschap in lagen
Grote plaatje

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opheffing groter dan erosie
opheffing gelijk aan erosie
opheffing kleiner dan erosie
bijna geen opheffing en erosie
geen opheffing en weinig erosie

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

oud en jong gebergte

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gesteente gaat kapot, valt,
wat gebeurd er daarna?

Het verweerd materiaal wordt getransporteerd
en gesedimenteerd
Erosie = uitschurende werking van sediment dat getransporteerd wordt door wind, water en ijs.

Sedimentatie = neerleggen van los materiaal dat is meegenomen door rivieren, ijs, wind en zeewater

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erosie - het uitschuren van een landschap door 
Ijs 
Rivier
Wind
en Zee

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sedimentatie - material wordt neergelegd door
Ijs 
Rivier
Wind
en Zee

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Kleine afsluiting
verwering fysische en chemische
vorstverwering
temperatuurstress
biologische verwering
karst
sinkholes (doline)
erosie
sedimentatie


Slide 33 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
Controle van begrip:
Wat zijn de optimale omstandigheden voor een sterke chemische verwering?

Slide 34 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:
Noteer een verschil tussen verwering en erosie dat te maken heeft met de plek waar beide processen plaatsvinden.

Slide 35 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:
Door welke processen wordt het aardoppervlak afgevlakt?

Slide 36 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:
Noem drie factoren die het massa beweging kunnen beïnvloeden.

Slide 37 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Zelf aan de slag
► Verwering is het uiteenvallen van hard gesteente onder invloed van het weer en planten.
► Bij ____________ verwering (fysische verwering) valt het gesteente uiteen, maar blijft de scheikundige samenstelling intact. De meeste bekende vormen zijn:
● ___________verwering.
● verwering door ___________________ in woestijnen.
● het uiteendrukken van gesteenten door ________________.
► Er is sprake van _________________ verwering als de scheikundige samenstelling verandert, bijvoorbeeld het oplossen van kalksteen door zuur grond- of regenwater.
● Kalksteen kan door zuur grond- of regenwater oplossen. Er kunnen dan grotten ontstaan met hangende en staande pilaren.
► Het type verwering en de mate waarin verwering optreedt, zijn afhankelijk van:
● het k______.
● de hardheid van het gesteente.
● de aanwezigheid van een dekkende bodemlaag.
● de factor tijd.

Slide 38 - Tekstslide

hoogte
warmer
nat, droog
Zelf aan de slag
► Wanneer op hellingen verweringsmateriaal ontstaat, kan dit door de ___________naar beneden glijden. Deze zogenaamde massabeweging wordt beïnvloed door drie factoren:
● de aard van het materiaal.
● de steilheid van de helling.
● de mate waarin het verweringsmateriaal verzadigd is met water.
► Meestal maken geologen een indeling van massabeweging op basis van de snelheid waarmee verweringsmateriaal zich verplaatst. Aardverschuivingen ontstaan door een _________ van de aarde, en vallen qua snelheid in de middenmoot. Het resultaat is een _____helling. Die bestaat uit los verweringsmateriaal. Deze helling is vaak onstabiel door de grote hellingshoek.
Erosie en sedimentatie
► De uitschurende werking van met puin beladen water, ijs en wind op het verweringsmateriaal noemen we _________. Tijdens transport kan verdere afbraak van het landschap plaatsvinden. Water, ijs en wind kunnen ook het landschap juist opbouwen met verweringsmateriaal dat ze meenemen. Dat heet sedimentatie.


Slide 39 - Tekstslide

vochtige, droge
milder
lagere
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
(...)
Tekening 2.
(...)
Tekening 3.
(...)

Slide 40 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

     Grote afsluiting
Vandaag gaan we door processen waardoor  het aardoppervlak afgevlakt wordt.

We zoomen in op verwering, erosie en massabeweging.

Slide 41 - Tekstslide

Grote lesafsluiting (5 min)

De grote lesafsluiting vindt plaats aan het eind van de les, na de zelfstandige verwerking. Controleer begrip en werkhouding.

Leerlingen geven feedback over wat ze hebben geleerd en reflecteren op hun werkhouding.

Reflectiegesprek, leerlingen geven elkaar feedback
retrieval practice
https://quizlet.com/nl/927654675/havo-4-systeem-aarde-flash-cards/?i=1fo1jg&x=1jqt

Slide 42 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online
 Vraag 1
(R) 1 punt

De Devil’s Marbles is een beroemde granietformatie in de buurt van Tennant Creek in Australië. De afgeronde blokken van de Devil’s Marbles zijn het resultaat van langdurige chemische en mechanische verwering. In de bron zie je hoe zo’n rotsformatie, die ook tor of wolzak heet, ontstaan is.

In welke fase in de bron heeft vooral chemische
 verwering plaatsgevonden? A/B/C/D

Slide 43 - Tekstslide

Breedteligging: Invloed op zonnestraling en temperatuur, waardoor gebieden dichter bij de evenaar warmer zijn.<br>- Hoogteligging: Invloed op temperatuur, met lagere temperaturen op grotere hoogten.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Voordat de verweringsprocessen begonnen die tot het ontstaan van de Devil’s Marbles leidden, waren er andere natuurlijke processen die ook van belang zijn geweest voor de vorming ervan.

Welk endogeen en welk exogeen proces dat je uit de bron kunt afleiden, was nodig voor de vorming van de Devil’s Marbles?

Slide 44 - Tekstslide

Aanlandige wind: Brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen.

Aflandige wind: Brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen.<br>Uitleg: Aan de westkust zorgen aanlandige winden voor meer neerslag en mildere temperaturen, terwijl aan de oostkust aflandige winden droger en extremer weer kunnen veroorzaken.
Vraag 3 
(T2) 1 punt

Hevige chemische verwering vindt onder andere klimatologische omstandigheden plaats dan mechanische verwering.

Welk klimaat moet er zijn geweest toen er veel chemische verwering was?

Slide 45 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Vraag 4 
(T2) 2 punten

Leg uit hoe de weersomstandigheden in het gebied van de Devil’s Marbles tot dit resultaat hebben geleid.

Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 46 - Tekstslide

barrière, loef, lij
Antwoord
a    C
b    Eén endogeen proces gevraagd:
    opheffing
    Eén exogeen proces gevraagd:
    erosie
c    Chemische verwering vindt vooral plaats in een (warm en) vochtig klimaat.
d    Er zijn grote temperatuurverschillen in het gebied van de Devil’s Marbles (oorzaak),
    en die temperatuurverschillen zorgen voor spanningen in de stenen (waardoor de stenen uiteindelijk breken) (gevolg): mechanische verwering.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies