Klaar voor de grote vakantie?

Klaar voor de grote vakantie?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klaar voor de grote vakantie?

Slide 1 - Tekstslide

Geef 3 zaken die je meeneemt uit de lessen verzorging.

Slide 2 - Woordweb

Geef de leerkracht een advies voor het volgende schooljaar.

Slide 3 - Woordweb

Wat vond je het leukste vak dit
schooljaar?

Slide 4 - Open vraag

Welk moment van het afgelopen jaar vond je het mooist?

Slide 5 - Open vraag

Wat is je dieptepunt van het jaar?

Slide 6 - Open vraag

Wat is je grappigste moment van
het jaar?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het beste advies dat je kreeg dit jaar?

Slide 8 - Open vraag

Waarin ben je gegroeid dit jaar?

Slide 9 - Open vraag

Wat heb je dit schooljaar gedaan
waar je trots op bent?

Slide 10 - Open vraag

Wat wil je komend jaar anders aanpakken?

Slide 11 - Open vraag

Naar wat kijk je uit om volgend jaar
te doen?

Slide 12 - Open vraag

Wat wil je later worden?

Slide 13 - Open vraag

Heb je zin in volgend schooljaar?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het fijnste moment dat je
met de klas hebt beleefd?

Slide 15 - Open vraag

Waarin kan de school nog groeien?

Slide 16 - Open vraag

Beschrijf dit schooljaar
in drie woorden.

Slide 17 - Open vraag

Wat kan je nu nog niet, maar wil je wel over een jaar kunnen?

Slide 18 - Open vraag

Een pupil ...
A
bepaalt de kleur van de ogen
B
regelt de lichtinval
C
beschermt het oog en laat het licht door
D
maakt beelden scherp

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is de baby in rode draagdoek niet veilig?

Slide 20 - Tekstslide

De reukzin bevindt zich in ...
A
de neusholte
B
de neusgaten
C
het neustussenschot
D
de neusflappen

Slide 21 - Quizvraag

Wat bepaalt voornamelijk wat je proeft?
A
De geurzin
B
De smaakzin

Slide 22 - Quizvraag

Hoe kan je een peuter ondersteunen om naar het toilet te gaan?

Slide 23 - Open vraag

Wat doe je bij vergiftiging en verslikking?
A
antigifcentrum bellen (070/ 254 254)
B
antigifcentrum bellen (070/ 245 245)
C
heimlichgreep
D
stabiele zijligging

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Blijvende gehoorschade met oorsuizing noemen we ...
A
tinnititis
B
titus
C
tinistus
D
tinnitus

Slide 26 - Quizvraag

Het centraal zenuwstelsel bestaat uit ...
A
zenuwenbanen
B
hersenen
C
bloedvaten
D
ruggenmerg

Slide 27 - Quizvraag

Het perifeerzenuwstelsel ...
A
vangt de prikkels van de zintuigen op.
B
verwerkt de prikkels in de hersenen.
C
stuurt de informatie door naar de hersenen.
D
stuurt spieren of klieren aan.

Slide 28 - Quizvraag

Een luiz is ...
A
een parasiet dat vliegt.
B
een parasiet dat kruipt.
C
een parasiet dat sluipt.
D
een parasiet dat springt.

Slide 29 - Quizvraag

Hoe merk je dat een kind ziek is?

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Tekstslide

We kunnen zorgen dat de cellen in de hersenen zich verbinden door ...
A
veel alcohol te drinken.
B
geen uitdagingen te zoeken in het leven.
C
levenslang te leren.
D
sociale contacten te onderhouden.

Slide 32 - Quizvraag

Een actieve levensstijl wil zeggen dat men ...
A
mobiel is en blijft.
B
immobiel is en blijft.

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Ik vertrek van het hart met zuurrijkbloed naar alle delen van het lichaam.
A
de kleine bloedsomloop
B
de grote bloedsomloop

Slide 36 - Quizvraag

Wat doe je wanneer de ademhaling en het hart stilvallen?
A
de stabiele zijligging
B
de heimlichgreep
C
het antigifcentrum bellen
D
een reanimatie

Slide 37 - Quizvraag