26-3

26-3
Today:
Nakijken: Unit 4.3 opdracht 7 t/m 11 - P.136 t/m 139
Nieuw: Can/could- can't/could
Herhalen: who, what, when, why, how




1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

26-3
Today:
Nakijken: Unit 4.3 opdracht 7 t/m 11 - P.136 t/m 139
Nieuw: Can/could- can't/could
Herhalen: who, what, when, why, how




Slide 1 - Tekstslide

Can/could 
Het betekent allebei iets kunnen.
I can do that - I could open the window

Can gebruik je bij bekenden. 
Hi dad, Can you pass me the salt?




Slide 2 - Tekstslide

Could gebruik je bij onbekende mensen. Het staat wat netter.
Could you open the window sir? Thank you.

Maar.. Could gebruik je ook in de verleden tijd!

I could swim when I was six years old.

Slide 3 - Tekstslide

Ontkenning
I can't swim - I couldn't swim


Slide 4 - Tekstslide

Bladzijde 161 in je boek

Slide 5 - Tekstslide

... are those people?
A Who
B Why
C What
D When
A
Who
B
Why
C
What
D
When

Slide 6 - Quizvraag

... is my bike?
A Why
B Who
C When
D Where
A
Why
B
Who
C
When
D
Where

Slide 7 - Quizvraag

... are you angry?
A When
B Why
C Who
D How
A
When
B
Why
C
Who
D
How

Slide 8 - Quizvraag

... is your dad?
A Why
B When
C How
D Where
A
Why
B
When
C
How
D
Where

Slide 9 - Quizvraag

To do:
Bladzijde 140
Unit 4.4 
1 t/m 6 

Maken als huiswerk voor  2 april

Slide 10 - Tekstslide