2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat

2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Korte terugblik vorige les

10 minuten a/d slag met opdrachten

Uitleg + stellingen

Afmaken huiswerk + PO

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan de voorwaarden voor de rechtsstaat benoemen en uitleggen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een rechtsstaat?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De politie mag je niet zomaar oppakken
A
Rechtshandhaving
B
Rechtsbescherming

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De politie doet alcoholcontroles bij automobilisten
A
Rechtshandhaving
B
Rechtsbescherming

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbescherming

Wetten beschermen ons tegen machtsmisbruik van de overheid



Rechtshandhaving 

Staat moet ervoor zorgen dat wij ons aan de wet houden





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat moet ook de overheid zich aan de wet houden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In dit land zijn meerdere politieke partijen toegestaan
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is sprake van censuur
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een rechter moet lid zijn van de grootste politieke partij
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je mag de overheid aanklagen als je het niet eens bent met een beslissing
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

10 minuten stil aan het werk

2.2 Maken opdracht 2, 3, 4, 5, 7, 9 en 10

(Bij opdracht 4 is één verschil genoeg)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat 
lesboek bladzijdes 36 t/m 39 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden rechtsstaat
1. Grondwet met grondrechten 
2. Er is een machtsverdeling --> Trias Politica
3. Het legaliteitsbeginsel 
4. Onafhankelijke rechtspraak 

Om te zorgen voor de veiligheid van de burgers, te zorgen dat ze gelijk worden behandeld en in vrijheid kunnen leven 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Grondwet
Belangrijkste document 

Grondrechten zijn de basis voor menswaardig bestaan

Onder te verdelen in klassieke en sociale grondrechten 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 17 - Video

Uitleg klassieke en sociale grondrechten. 

Klassieke grondrechten

Beschermen ons tegen de overheid 
Geven ons rechten tegen een te machtige overheid

Hier mag je voor naar de rechter stappen als je denkt dat hier niet aan voldaan is 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bijvoorbeeld:

  • Artikel 1: Anti-discriminatie 

  • Artikel 4: Kiesrecht

  • Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting

  • Artikel 8: Recht op vereniging

  • Artikel 9: Recht op vergadering

  • Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer

  • Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam

  • Artikel 13: Briefgeheim

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Sociale grondrechten



Plichten van de overheid: 

zorgen voor een goed bestaan


Zijn pas later in de Grondwet gekomen

Overheid moet zich ervoor inspannen, maar je kan er niet voor naar de rechter stappen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


bijvoorbeeld:



  • Recht op veilig bestaan

  • Recht op onderwijs

  • Recht op gezondheidszorg

  • Recht op woongelegenheid

  • Recht op bewoonbaar gebied

  • Recht op rechtsbijstand

  • Recht op werk

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

2. Machtenscheiding
  • Franse filosoof Montesquieu (1689 - 1755)
  • 'De ervaring leert dat iedereen die de macht heeft, geneigd is daar misbruik van te maken'

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk?
Waarom is het  zo belangrijk dat er een scheiding van machten is?

Wat betekent het voor de rechterlijke macht als er géén scheiding is?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeling van de macht - Trias Politica
Waarom?
  • Maakt absolutisme en dictatuur onmogelijk
  • Voorkomt onrechtvaardigheid
  • Checks and balances: Verschillende machten
    controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende macht
  • TAAK: Maakt wetten
  • Volksvertegenwoordigers beslissen of een wetsvoorstel wordt aangenomen door te stemmen.
  • Parlement controleert of de uitvoerende macht zijn werk goed doet.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoerende macht
  • TAAK: Voert wetten uit
  • Regering zorgt dat aangenomen wetten worden uitgevoerd.
  • Is politiek verantwoordelijk       --> dagelijks bestuur van land.
  • Geeft leiding aan ambtenaren, militairen en politie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechterlijke macht
  • TAAK: Rechtspraak, is onafhankelijk
  • Beoordeelt of mensen straf moeten krijgen.
  • Geeft een oordeel als burgers, bedrijven en overheid een conflict hebben.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Het legaliteitsbeginsel
1. Ook de overheid moet zich aan de wet houden = rechtsbescherming 

2. Nieuwe wetten worden niet met terugwerkende kracht toegepast. 
--> Waarom belangrijk / logisch?
--> Waarom soms een probleem?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De _______ macht is verantwoording verschuldigd aan de wetgevende macht. De _______ macht is verantwoording schuldig aan de burgers. De burgers hebben invloed op de wetgevende macht door middel van _______.
De _______ macht controleert vervolgens de uitvoering van de wetten en regelgeving en treedt op als _______ bij conflicten tussen machten. De rechterlijke macht wordt gecontroleerd door de uitvoerende macht die de rechterlijke macht organiseert.
verkiezingen
wetgevende
rechterlijke
uitvoerende
scheidsrechter

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Straffen in Nederland
Hierna een aantal strafbare feiten.

Test je kennis...

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kost de boete voor appen op de fiets?
A
90 euro
B
95 euro
C
100 euro
D
160 euro

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is levenslang in Nederland?
A
De rest van je leven
B
30 jaar
C
25 jaar
D
20 jaar

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximale straf bij een verkrachting?
A
6 jaar
B
10 jaar
C
12 jaar
D
100 uur taakstraf

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximale strafmaat voor doodslag?
A
5 jaar gevangenis
B
10 jaar gevangenis
C
15 jaar gevangenis
D
25 jaar gevagenis

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 2.2 


Afmaken opdracht 2, 3, 4, 5, 7, 9 en 10 

Vanaf volgende keer strakker op spullen mee en huiswerk niet gemaakt!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies