Voedingsleer II - Les 2 Vetten

Voedingsleer II - Les 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer II - Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Terugblik vocht
  • Verschillende soorten vetten en hun functie
  • Het effect van vetten op de gezondheid
  • Vetten in voeding

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Vocht
Week 2: Vetten
Week 3: Eiwitten
Week 4: Vervalt i.v.m. pinksteren
Week 5: Koolhydraten
Week 6: Vitaminen en mineralen
Week 7: Toets


Slide 3 - Tekstslide

Vermelden welke lessen uitvallen
Functies vocht

Slide 4 - Woordweb

Bouwstof
Transport 
Oplosmiddel 
Temperatuurregelaar
Wat gebeurt er als je te lang geen vocht binnenkrijgt?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke situaties heb je extra vocht nodig?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle dranken vallen binnen de schijf van vijf
Waar
Niet waar

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
• Jij weet welke verschillende soorten vetten er zijn
• Je weet de functie van vetten in je lichaam (cholesterol, triglyceriden)
• Je weet de invloed van vetten op je gezondheid (verzadigd, onverzadigd, transvetten)
• Je kunt herkennen welke producten een goede invloed hebben op je gezondheid en welke producten een slechte invloed hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten vetten zijn er?

Slide 9 - Open vraag

Vetten of lipiden komen in verschillende vormen voor in het voedsel. Het meest voorkomende vet (>90%) in ons voedsel is triglyceride. Triglyceriden bestaan uit een glycerolskelet, met daaraan 3 vetzuren gekoppeld. Daarnaast zijn ook fosfolipiden, cholesterol en vrije vetzuren in het voedsel aanwezig.
Soorten vet
  1. Fosfolipiden
  2. Triglyceriden
  3. Cholesterol

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fosfolipide
  • Vetachtige stof
  • Hydrofobe staart en hydrofiele kop
  • Belangrijkste bouwsteen celmembraan
  • Gassen, vetachtige stoffen en kleine polaire stoffen moeiteloos diffunderen

Slide 11 - Tekstslide

Fosfolipiden komen overal voor in het menselijk lichaam, vooral als bestanddeel van celmembranen. Het zenuwstelsel bevat miljoenen cellen en daarom ook een hoog gehalte aan lecithine. Het celmembraan is opgebouwd uit een dubbele laag van fosfolipiden. Deze fosfolipiden liggen met de waterafstotende, of hydrofobe, staart naar elkaar toe. De water minnende kant, hydrofiele kant, is naar de buitenkant gericht waar het vet in aanraking kan komen met waterachtige substanties

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Triglyceride

Slide 13 - Tekstslide

Dit is een triglyceride die bestaat uit een glycerol met daaraan 3 vetzuren, 1 verzadigde vetzuur en 2 onverzadigde vetzuren welke te herkennen zijn door de dubbele bindingen.
Triglyceriden en hun functie
  • Omega 3-vetzuren: Belangrijke rol hersenontwikkeling en gezichtsvermogen ongeboren baby's
  • Energie(voorraad)
  • Bescherming organen + bescherming tegen kou
  • Werking ogen, hersen en spieren
  • Vet oplosbare vitaminen 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol
  • Aangemaakt door de lever (groot deel) of via voeding (klein deel)
  • Vervoert via de bloedbaan
  • Bouwstof lichaamscellen & hormonen

Slide 16 - Tekstslide

Cholesterol heeft verschillende belangrijke functies in het lichaam: Bouwstof van het zenuwweefsel, galzure zouten en verschillende hormonen en vitamines.
Galzure zouten zijn grotendeels opgebouwd uit cholesterol. Galzure zouten zijn erg belangrijk voor de vetvertering. Voedingsmiddelen rijk aan cholesterol zijn: Eieren (eierdooier), orgaanvlees (lever, nier), garnalen, mosselen, hom, kuit, roomboter en slagroom. Daarnaast kan je lever zelf ook cholesterol aanmaken. Een groot deel van het cholesterol wordt aangemaakt door het lichaam zelf en een deel moet worden verkregen uit voeding.

Er bestaan 2 relevante cholesterolwaarden: het totaalcholesterolgehalte en de cholesterolratio. Voor beide geldt: hoe hoger de waarde, hoe hoger het risico op (sterfte aan) een hartziekte. De cholesterolratio is de beste voorspeller voor het krijgen van hart- en vaatziekten.
Wat wordt er bedoeld met essentiële vetten?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoer van cholesterol vindt plaats door een laagje eiwit om het cholesterol heen, waarom is dit zo?

Slide 18 - Open vraag

Cholesterol is een vetachtige stof. Bloed is een waterige substantie. Vetten en water mengen niet bij elkaar, dus het vervoer wordt bemoeilijkt. Het eiwit zorgt ervoor dat het makkelijker gaat.
LDL en HDL 
  • Verantwoordelijk voor het transport van cholesterol door het bloed 

LDL is een LOSER

HDL is een HERO

Slide 19 - Tekstslide

De verhouding tussen LDL en HDL noemen we de cholesterolratio. Een ‘scheve’ verhouding met te veel LDL vormt een belangrijk risico voor hart- en vaatziekten. De cholesterolratio wordt berekend door het totaal cholesterolgehalte (LDL + HDL) te delen door het HDL. De ratio hoort kleiner dan 5 te zijn
LDL (Loser)


  • Vervoert cholesterol vanuit de lever naar de rest van het lichaam
  • Vastzetten in de binnenwand bloedvaten
  • Plakken aan beschadigingen 
  • Beschadigingen ontstaan door bijv. roken, verhoogde bloeddruk, ouderdom
  • Bloedvaten slibben dicht = arteriosclerose

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HDL (Hero)
  • Transporteert cholesterol vanuit vaatwand naar de lever
  • Lever zorgt ervoor dat cholesterol lichaam verlaat
  • Hoger HDL-cholesterol = betere afvoer

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken hoog cholesterolgehalte
  • Lever zorgt voor evenwicht tussen de hoeveelheid cholesterol in het bloed en aanmaak door lever
  • Aanmaak cholesterol beïnvloed door leefstijl
  • Roken, weinig lichaamsbeweging en eetpatroon met veel verzadigd vet --> evenwicht verstoren

  • Verzadigd vet: verhoogt LDL, onverzadigd vet: verlaagt LDL

Slide 22 - Tekstslide

De lever zorgt gewoonlijk voor een evenwicht tussen de hoeveelheid cholesterol die de lever maakt en het gehalte cholesterol in het bloed. De hoeveelheid cholesterol die de lever maakt, wordt beïnvloed door de leefstijl. Roken, weinig lichaamsbeweging en een eetpatroon met veel verzadigd vet kunnen het evenwicht verstoren. Daardoor kan een ongewenste verschuiving plaatsvinden naar meer LDL. Onverzadigd vet in de voeding zorgt juist voor minder LDL-cholesterol.
 Naast voedingsgerelateerde oorzaken spelen ook erfelijke factoren een rol. In Nederland heeft bijvoorbeeld 1 op de 300 personen aanleg voor een sterk verhoogd LDL-cholesterolgehalte in het bloed. Andere oorzaken van een hoog cholesterolgehalte zijn overgewicht, diabetes type 2 en een traag werkende schildklier. 
Zoek op.......
  • 5 producten die zorgen voor een daling van het LDL cholesterol
  • 5 producten die zorgen voor een stijging van het LDL cholesterol, 

Tip: Gebruik het voedingscentrum

Slide 23 - Tekstslide

veel verzadigde vetten zorgen voor een verhoging van het LDL en veel onverzadigde vetten zorgen voor een verlaagd LDL.

Fermenteerbare vezels kunnen het LDL-cholesterol verlagen. Dit is alleen aangetoond voor b-glucanen en pectine, soorten fermenteerbare vezels die onder andere voorkomen in haver, gerst of fruit.

Daling LDL: haverproducten, noten, peulvruchten, soja, vezels uit fruit, vervanging van mono en di sachariden (suiker) naar polysachariden(zetmeel)

Stijging LDL: ongefilterde koffie, eieren, verzadigde vetten (roomboter en harde margarine), transvetzuren

Stijging
Wat zijn transvetten? En wat is het effect op het menselijk lichaam?

Slide 24 - Open vraag

Transvetzuren zijn een type onverzadigde vetzuren. In de praktijk spreken we niet over transvetzuren, maar over transvet. Onverzadigd vet is over het algemeen goed voor de gezondheid, maar transvet niet.
Dat heeft te maken met de scheikundige structuur: de keten van een transvetzuur is inflexibeler, hierdoor kan het lichaam dit type vet moeilijker verwerken. 

Transvet verhoogt het LDL-cholesterolgehalte van het bloed. LDL-cholesterol is niet goed voor de bloedvaten. Bovendien verlaagt transvet het HDL-cholesterol. Transvet verhoogt op deze manier het risico op hart- en vaatziekten. Er is ook een direct verband gevonden tussen een hoger risico op hartziekten bij een hogere inname van transvet. 
Wat is het verschil tussen verzadigde, onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetten?

Slide 25 - Open vraag

Verzadigde vetten hebben geen dubbele bindingen, onverzadigde vetten hebben 1 dubbele binding en meervoudig onverzadigde vetten hebben 2 of meer dubbele bindingen.
Over het algemeen:
  • Verzadigde vetzuren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzadigde en onverzadigde vetten
Over het algemeen:
  • Verzadigde vetzuren hebben een negatieve invloed op hart en vaatziekten
  • Onverzadigde vetzuren hebben een positief effect op hart en vaatziekten m.u.v. transvetzuren

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies