ZESTIENDE EN ZEVENTIENDE EEUW

zestiende en zeventiende eeuw
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voortgezet speciaal onderwijsMiddelbare school

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

zestiende en zeventiende eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

historische achtergrond

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hervorming of Reformatie
De handel in aflaten en de supermacht van de hoge geestelijkheid knaagde aan de populariteit van de rooms-katholieke kerk. Het protestantisme was het gevolg. Het begon in de zestiende eeuw met de Hervorming of Reformatie. Dankzij de boekdrukkunst werd de leer van Maarten Luther en Johannes Calvijn snel verspreid.

Slide 3 - Tekstslide

Het fenomeen ‘aflaat’ was een manier om tijdelijke straffen voor zonden af te kopen. Het ging hierbij om zonden die in de biecht waren beleden. Met aflaten kon de tijd in het vagevuur – waar men na de dood kwam – verkort worden. Een aflaat (in het Latijn: indulgentia) kon verdiend worden door veel bidden, door goede werken of door deze voor geld te kopen. In de loop van de Late Middeleeuwen nam de verkoop van aflaten steeds grotere vormen aan.
Nederlandse opstand of Tachtigjarige oorlog

In 1506 werd Karel V landsheer van de Nederlanden. Hij was de zoon van een Bourgondische hertog en een Spaanse troonopvolgster. Hij heerste uiteindelijk ook over grote delen van Spanje, Italië, Duitsland en Oostenrijk. Zijn zoon Filips II volgde hem op. Deze legde de autonomie van De Nederlanden aan banden en trad hard op tegen ketters.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willem van Oranje
Willem van Oranje leidde het verzet tegen de politiek van Filips II. Na de Beeldenstorm in 1566 stuurde Filips een legermacht onder leiding van Alva om de ketterij te bestrijden. Het was het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648). De noordelijke gewesten van de Nederlanden stichtten de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en maakten zich los van Spanje. De zuidelijke gewesten bleven onder Spaanse heerschappij.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gouden eeuw
In de 15e en 16e eeuw was de handel over de oceanen op gang gekomen. Antwerpen was de belangrijkste handelstad tot het in 1585 in Spaanse handen viel. In de Republiek was er vrijheid van godsdienst en daarom vluchtten veel buitenlandse geleerden daarheen. De 17e eeuw was voor de Republiek een bloeiperiode op het gebied van economie, kunst en wetenschap. De handel in koloniale waren door VOC en WIC was zeer lucratief.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfjarig bestand
Tijdens het bestand laaiden de interne tegenstellingen in de Republiek weer op. Wie had de macht? dat was de vraag:
  • de Staten-Generaal o.l.v. Johan van Oldenbarnevelt
  • het leger o.l.v. stadhouder Maurits van Oranje

Ook waren er twee religieuze stromingen:
  • remonstranten die niet in de predestinatie geloven
  • contraremonstranten, aanhangers van Calvijns predestinatieleer

Slide 7 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Maurits vs Van Oldenbarnevelt
Maurits koos partij voor de contraremonstranten en Van Oldenbarnevelt voor de remonstranten. Maurits beschuldigde de laatste van landverraad en liet hem onthoofden.

Uiteindelijk werden de ideeën van de remonstranten verworpen. Er werd een nieuwe vertaling van de Bijbel uitgegeven: de Statenbijbel in 1637.

Slide 8 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

culturele en literaire achtergrond

Slide 10 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
HET GELOOF
In de middeleeuwen stond God centraal, het was een theocentrische maatschappij. Deze zienswijze maakt in de zestiende eeuw plaats voor een antropocentrisch wereldbeeld. De mens staat centraal, daarom spreken we van humanisme. Desiderius Erasmus was een van de bekendste humanisten. Het humanisme heeft een grote rol gespeeld bij de ontwikkeling van de renaissance (wedergeboorte). Er wordt teruggegrepen op de klassieke oudheid, zowel in de beeldende kunst als in de literatuur.

Slide 11 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

REDERIJKERSKAMERS
De rederijkerskamers die in de vijftiende eeuw waren ontstaan, blijven ook tijdens de renaissance belangrijk. Ze organiseren regelmatig landjuwelen (literaire wedstrijden, tevens feesten). 

Slide 13 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
REDERIJKERSKAMERS

Een populaire dichtvorm van de rederijkers was het refrein. 
In de zeventiende eeuw verliezen de kamers terrein en is er ruimte voor meer geleerde en humanistische renaissanceliteratuur, met schrijvers als Bredero, Hooft, Vondel en Huygens. Een kenmerk van renaissanceliteratuur is het estheticisme, oftewel de opvatting dat kunst in de eerste plaats mooi moet zijn. Ook nieuw in de zeventiende eeuw is dat schrijvers en dichters hun werken gaan signeren. Dit past bij het antroposofische idee: de schrijver staat centraal als mens.

Slide 14 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
LITERAIRE GENRES
Naast de rederijkersliteratuur, komt in de zestiende eeuw de emblematiek op. De emblemata waren de bestsellers van de zeventiende eeuw. Het is de ultieme samenwerking tussen schilders en schrijvers. Een embleem bestaat uit een motto een afbeelding en een onderschrift.
Dit lijf, wat ist, als stanck en mist?
Ziet hier, ô Courtizaen, hier light de Af-goddinne
Die ghy aen-bidt en smeeckt met over-aerdsche minne.
Zy sy Gravin' , Princes, en van het hooghste bloed,
Van leden noyt zoo schoon, van wezen noyt zoo zoet;
Zy is (met eer gezeyd) in duyster schaemt' gewonnen,
In vuyligheyd verwarmt, uyt on-reyn bloed geronnen:

En als sy nu al is, met smerte, voort-ghebracht,

Zy drijft en smelt daer heen van vuyle mist en draght.

Slide 15 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
emblemata
Twee belangrijke thema's zijn:
  • vanitas = ijdelheid en leegheid. Met bijvoorbeeld schedels, gedoofde kaarsen, verwelkte bloemen en zeepbellen wordt de ijdelheid, tijdelijkheid en zinloosheid van het aardse gevisualiseerd. Het draait niet om het uiterlijk. Het is alleen van belang dat je deugdzaam hebt geleefd.
  • memento mori = gedenk te sterven. Vooral: kun je je verantwoorden tegenover God op je sterfdag? Op veel schilderijen van de zeventiende eeuw komt een schedel voor.

Slide 16 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Op dit schilderij wijst het schoonvegen van de billen op aardse ijdelheid, zoals op het embleem "Dit lijf wat ist..."

Slide 17 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Op dit schilderij wijst het veel te grote zegel op het zogenaamde echtheidscertificaat op bedrog.

Slide 18 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Ook dit veel te grote zegel is al eerder verwerkt in een embleem.

Slide 19 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Op dit schilderij wijst de wafelbakster op geroddel.

Slide 20 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Ook zo'n wafelbakster komen we tegen in een embleem. Het ongare beslag wordt vergeleken met het onzinnige geklets van "die niet gaer en zijn gebacken". 

Slide 21 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Op dit schilderij wijst het jongetje en de vogel op hebzucht.
Het is tevens een waarschuwing je niet te laten lokken door iemand die geen goede bedoelingen
heeft, zoals de kwakzalver.

Slide 22 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Ook dit element vinden we terug in een embleem:
De Gout-zucht is een groote plaagh ... 

Een vogeltje, alleen voor "de heb".

Slide 23 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Op dit schilderij waarschuwen de lelijke en de mooie boom voor bedrog. Wanneer je moet kiezen uit twee of meer dingen, ga je vaak op het uiterlijk af en dan kom je soms bedrogen uit. Je krijgt dan geen "keurboom", maar een "vuylboom". 

Slide 24 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
Ook die twee bomen zien we in een embleem.

Slide 25 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
overige genres
  • liedboeken, waarin geuzenliederen (strijdliederen over de opstand
     tegen Spanje)
  • poëzie waaronder hekeldichten
  • toneel waaronder tragedies, komedies en kluchten
  • reisjournalen, waaronder "de scheepsjongens van Bontekoe"

Slide 26 - Tekstslide

Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.