Cyclus kip - deel 1

De kip
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De kip

Slide 1 - Tekstslide

Quiz bestaat uit 2 delen:

1. Weetjes over kippen

2. spreekwoorden over kip, haan, kuiken, ei

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel tenen heeft een kip?
A
4
B
10
C
8
D
12

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel eieren legt een kip gemiddeld per jaar?
A
70 eieren
B
300 eieren
C
450 eieren
D
200 eieren

Slide 4 - Quizvraag

In welke maand legt een kip geen eieren.
A
augustus
B
juli
C
december
D
september

Slide 5 - Quizvraag

hoelang duurt het voor een ei is uitgebroed?
A
31 dagen
B
41 dagen
C
21 dagen
D
51 dagen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kauwt een kip haar voedsel?
A
met steentjes in de maag
B
met haakjes in de slokdarm
C
met tanden in de snavel

Slide 7 - Quizvraag

Tot welke dierengroep behoren de kippen?
A
zoogdieren
B
vogels
C
reptielen
D
kweekdieren

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel scharrelkippen leven op 1 vierkant meter?
A
10
B
1
C
2
D
5

Slide 9 - Quizvraag

Een bio kip krijgt ... vierkante meter voor zichzelf?
A
3
B
1
C
2
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Zijn er meer kippen of mensen op de wereld?
A
kippen
B
mensen

Slide 11 - Quizvraag

Hoe wordt een vrouwelijke kip genoemd?
A
kip
B
haan
C
kuiken
D
hen

Slide 12 - Quizvraag

Hoe snel kan een kip lopen
A
10 km / uur
B
5 km / uur
C
15 km / uur
D
20 km / uur

Slide 13 - Quizvraag

Hoelang duurt het om een ei te maken?
A
12u (halve dag)
B
24u (1 dag)
C
36u (anderhalve dag)
D
48u (2 dagen)

Slide 14 - Quizvraag

Betekenis:
Hij praat als een kip zonder kop?
A
hij zoekt naar oplossingen
B
hij is vergeetachtig
C
hij praat keurig Nederlands
D
hij kraamt onzin uit

Slide 15 - Quizvraag

Betekenis:
Met de kippen op stok gaan?
A
veel praten
B
je eigen gedacht doen
C
vroeg gaan slapen
D
vroeg opstaan

Slide 16 - Quizvraag

Betekenins:
Hij hangt de gebraden haan uit?
A
hij is te fel gekleurd gekleed
B
hij is aan het opscheppen
C
hij draagt enkel donkere kleuren
D
hij heeft te lang in de zon gelegen

Slide 17 - Quizvraag

Betekenis:
Er als de kippen bij zijn?
A
er snel bij zijn
B
veel vrienden hebben
C
te traag reageren
D
op tijd gaan slapen

Slide 18 - Quizvraag

Betekenis:
Zo fris als een hoentje.
A
onmiddellijk na het opstaan je wassen
B
erg wakker en fris zijn
C
helder denken in de les
D
tanden zijn gepoetst

Slide 19 - Quizvraag

Betekenis:
De kuiken wil wijzer zijn dan de kip
A
kleine mensen hebben meer verstand dan grote mensen
B
kinderen leren vlugger dan volwassenen
C
kinderen denken dat ze het beter weten dan volwassenen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video