M2-C5-§9 bijwoordelijke bepaling



Wat gaan we doen vandaag?

Doel van de les=bijwoordelijke bepaling

Tien minuten stil lezen
Start nieuw onderwerp
Indien gemaakt de opdrachten bespreken 

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis, chromebook in je tas. Lees en werkboek op tafel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Wat gaan we doen vandaag?

Doel van de les=bijwoordelijke bepaling

Tien minuten stil lezen
Start nieuw onderwerp
Indien gemaakt de opdrachten bespreken 

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis, chromebook in je tas. Lees en werkboek op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


In deze les leer je  bijwoordelijke bepalingen in een zin te vinden.





Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een bijwoordelijke bepaling (bwb) geeft antwoord op vragen als: Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe? Van wie?
Bijvoorbeeld:
Op de markt hebben we een verse stroopwafel gekocht. (Waar?)
In verband met de drukte zal de NS extra treinen inzetten. (Waarom?)
De supermarkt sluit om acht uur ’s avonds. (Wanneer?)
Deze coverband komt uit Eindhoven. (Waarvandaan?)

Woorden zoals niet, misschien en natuurlijk zijn ook bijwoordelijke bepalingen.

Slide 4 - Tekstslide

Zo vind je bijwoordelijke bepalingen
Noteer persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
Zoek naar het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (als die er zijn).

De meeste zinsdelen die daarna nog overblijven, zijn bijwoordelijke bepalingen.




Let op: soms bevat een zin geen bijwoordelijke bepaling, soms één, soms meer dan één.

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk de volgende zinnen:

Op zolder / liggen / twee paar schaatsen.
Yasmina/ viert / over twee weken / haar verjaardag.
De barbecue / werd / vanwege het slechte weer / afgelast.


In deze zinnen zijn de vetgedrukte zinsdelen bijwoordelijke bepalingen. 


Slide 6 - Tekstslide

Ontleed de volgende 3 zinnen:
1-We geven mijn zusje volgend jaar een nieuwe spelcomputer

2-Op een bijzondere manier wist de docent zijn leerlingen te motiveren

3-Als bedankje gaven de leerlingen de desbetreffende docent prachtige cadeaus op de dag van de leraar

Zoek eerst de 
-pv
-werkwoordelijk gezegde
-onderwerp
-lijdend voorwerp
-meewerkend voorwerp 
-bijwoordelijke bepaling


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Gebruik de theorie van blz.212 bij het maken van de opdrachten. 

Maken weektaak:
Gramm. zinsdelen Cursus 5
§8 bijwoordelijke bepaling
Oefenen met opdracht 1 t/m 5 
blz. 212 en 213

Snel klaar? je oefent online voor het so Lezen § 1 t/m 6













 




Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide