Verleden tijd sterke werkwoorden extra oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling verleden tijd

(sterke werkwoorden)

zelf oefenen

.... (vinden) jij de lessen gisteren op school ook zo saai?

De juf .... (prijzen) de klas voor
hun goede gedrag gisteren

De man ... (slaan) zijn hond jaren lang, voordat de dierenbescherming ingreep

.... (moeten) jij gisteren niet naar de tandarts?

Toen Napoleon verslagen was,
...(denken) niemand erover om zijn veranderingen weer af te schaffen.

Vader .... (slaan) vanmorgen hard met zijn vuist op tafel, ik schrok er van!

Terry en Jerry .... (komen) afgelopen zaterdag gezellig eten.

Toen wij nog in het eerste jaar zaten, ... (zenden) de directeur ons allemaal een kaartje.

De paarden hadden hard getraind, maar zij ... (doorstaan) de moeilijke proef toch niet

Die twee peuters stonden hier al eerder en toen .... (schelden) zij hun zusje uit.

In de vorige klas .... (zitten) een meisje met prachtig mooi rood haar.

Wij hebben deze discussie al eerder gehad en toen ... (zijn) wij het ook al niet eens!

In de trein zat ik naast een onbekende en toen we uitstapten .... (lopen) we dezelfde kant op.

In die belangrijke wedstrijd van gisteren, ... (blijven) het spannend tot het einde.

Op 4 mei 1945 ...
(geven) het Duitse leger zich over en was Nederland bevrijd.

In december 2019 .... (uitbreken) het covid19 virus voor het eerst uit.

Vroeger ... (kiezen) koningen meestal zijn oudste zoon als zijn opvolger.

De gebroeders Grimm .... (schrijven) samen ongeveer tweehonderd sprookjes in de vorige eeuw.

Een heleboel demonstranten .... (roepen) afgelopen zaterdag onaardige dingen naar de politie.

Toen het jachtseizoen geopend werd, ... (schieten) de zwarte jager als eerste een hert dood