Vraag en aanbod bepalen de prijs. Wat is hier nadelig aan?
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vraag en aanbod bepalen de prijs. Wat is hier nadelig aan?
Slide 1 - Open vraag
Vrije markt
Vraag en aanbod bepalen de prijs.
Nadelen:
Te hoge prijs
Producten worden te weinig of helemaal niet aangeboden.
Er worden producten geproduceerd die we liever niet willen.
Kwaliteit en service kunnen achterblijven.
Slide 2 - Tekstslide
Wie kan er ingrijpen bij deze problemen?
Slide 3 - Open vraag
Ingrijpen van de overheid
Prijsbeïnvloeding
Prijsregulering
Slide 4 - Tekstslide
Op welke manier kan de overheid prijzen beïnvloeden?
Slide 5 - Open vraag
Wat kan de overheid doen?
- Maximumprijzen instellen
- Minimumprijzen instellen
- Belasting verhogen (bijv. accijnzen)
- Subsidies verstrekken
Onvoldoende concurrentie op de markt,
dus de overheid beschermt de consument
met maximumprijzen.
Slide 6 - Tekstslide
Wie wordt er beschermd met de invoering van een maximumprijs ?
A
Producent
B
Consument
C
De overheid
D
De bank
Slide 7 - Quizvraag
Wat kan de overheid doen?
- Maximumprijzen instellen
- Minimumprijzen instellen
- Belasting verhogen (bijv. accijnzen)
- Subsidies verstrekken
Voor producenten kan hier niet (meer)
rendabel zijn om te produceren. Om te voor-
komen dat zij ermee stoppen krijgen ze van
de overheid een minimumprijs.
(bijv. in de landbouw)
Slide 8 - Tekstslide
Minimumprijs
Minimumprijzen golden lang voor de landbouw om onze voedsel-voorziening veilig te stellen;
gevolg is een aanbodoverschot;
oplossingen:
* overheid koopt overschot op
* overheid geeft exportsubsidies
* overheid stelt productiequotum
Slide 9 - Tekstslide
Invloed van de overheid op de markt
Kernwoorden:
- ingrijpen in de markt
- minimumprijs
- maximumprijs
- belastingheffing
Slide 10 - Tekstslide
Wie wordt er beschermd met de invoering van een minimumprijsumprijs ?
A
Producent
B
Consument
C
De overheid
D
De bank
Slide 11 - Quizvraag
Vraag en aanbodoverschot
Minimumprijzen, beschermen van de producent
Maximumprijzen beschermen consument.
Slide 12 - Tekstslide
Stel dat de overheid de evenwichtsprijs te hoog vindt bij vrije marktwerking met qa = 80p - 40 en qv = -40p + 200. (q x 1000)
Ze stelt daarom een maximumprijs van € 1,50 in.
Het aanbodtekort kun je
als volgt berekenen:
qv = -40 x 1,50 + 200 = 140
qa = 80 x 1,5 – 40 = 80
140 – 80 = 60 (x 1.000)
60.000 is het aanbodtekort
Slide 13 - Tekstslide
Wat kan de overheid doen?
- Maximumprijzen instellen
- Minimumprijzen instellen
- Belasting verhogen (bijv. accijnzen)
- Subsidies verstrekken
Productie en/of gebruik van een product wil de overheid afremmen. Bijv. alcohol, tabak en brandstof. De aanbodlijn verschuift omhoog, de prijs stijgt en wordt minder gekocht. > Er wordt minder aangeboden voor dezelfde prijs.
Slide 14 - Tekstslide
Wat kan de overheid doen?
- Maximumprijzen instellen
- Minimumprijzen instellen
- Belasting verhogen (bijv. accijnzen)
- Subsidies verstrekken
Productie en/of gebruik van een product wil de overheid afremmen. Bijv. alcohol, tabak en brandstof.
Productie en/of gebruik van een product wil de overheid stimuleren. Bijv. subsidie op concerttickets of gezond eten
Slide 15 - Tekstslide
Wat kan de overheid doen?
- Subsidies verstrekken
Bij subsidies verschuift de aanbodlijn
juist omlaag. De Pe daalt en de Qe stijgt.
Slide 16 - Tekstslide
Heffingen
BTW
Accijns
Kostprijsverhogende belasting op producten die slecht zijn voor mens en milieu.
Doel: product minder laten kopen door consumenten.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is accijns?
A
extra kosten op voedsel
B
belasting voor kleding
C
geld wat terug kan krijgen
D
extra belasting op producten om het gebruik te verminderen