Persoonlijk profileren SWOT

Persoonlijk profileren
Les 8
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
persoonlijk profilerenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijk profileren
Les 8

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

vragen H4

Slide 3 - Tekstslide

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?

Je persoonlijkheid staat vanaf je geboorte vast.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraak over eigenschappen is juist?

Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Eigenschappen kun je in korte tijd ontwikkelen
B
Eigenschappen kunnen voor sommige beroepen belangrijker zijn dan voor andere beroepen
C
Eigenschappen zijn aangeleerd
D
Eigenschappen zijn per persoon verschillend

Slide 5 - Quizvraag

Jung onderscheidt vier psychologische functies.

Match de uitspraken met de juiste psychologische functies.
Denken
Gewaar
wording
Intuïtie
Voelen
‘Ik handel op basis van verstand’
‘Ik handel op basis van wat ik zintuiglijk waarneem’
‘Ik handel op basis van mijn buikgevoel’
‘Ik handel op basis van persoonlijke waarden’
Intuïtie

Slide 6 - Sleepvraag

Welk persoonlijkheidstype past bij Ambers uitspraak?​​
A
Het introverte denktype
B
Het introverte gevoelstype
C
Het introverte gewaarwordingstype
D
Het introverte intuïtieve type

Slide 7 - Quizvraag

Welke kenmerken passen bij het extraverte gewaarwordingstype?

Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Analytisch
B
Emotioneel
C
Energiek
D
Sportief

Slide 8 - Quizvraag

H5

Slide 9 - Tekstslide

Welke uitspraak over vaardigheden is juist?

Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Vaardigheden kun je oefenen om er beter in te worden
B
Vaardigheden verleer je nooit
C
Vaardigheden waar je niet goed in bent noem je ontwikkelpunten
D
Voor elk beroep heb je dezelfde vaardigheden nodig

Slide 10 - Quizvraag

Is de volgende uitspraak juist of onjuist?

Door na je opleiding te blijven werken aan je ontwikkeling blijf je van toegevoegde waarde op de arbeidsmarkt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

SWOT

Slide 12 - Tekstslide

Maken
Maak de vragen van hoofdstuk 5 1a, b en c
Deze kan je halen uit de opdrachten praktijkopdracht 4 en 5
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Als je onderzoek doet naar jouw eigenschappen en vaardigheden, dan kan je dat waardevolle informatie over jezelf opleveren. Je kunt deze informatie verwerken in een SWOT-analyse

Hieronder lees je hoe je een persoonlijke SWOT-analyse maakt.

Oorspronkelijk was de SWOT-analyse een methode om de toekomstmogelijkheden van een product of organisatie te analyseren. Met een SWOT-analyse kun je bijvoorbeeld voorspellen of een nieuw product kans van slagen heeft.

Je kunt echter ook een SWOT-analyse over jezelf maken. Met een SWOT-analyse over jezelf kun je bijvoorbeeld onderzoeken wat jouw toekomstmogelijkheden op de arbeidsmarkt zijn. Maar je kunt een SWOT-analyse ook uitvoeren met het oog op de beroepenwedstrijden.
Je kunt een SWOT-analyse dus voor verschillende doeleinden inzetten. 

Met welk doel je een SWOT-analyse ook uitvoert, een SWOT-analyse bestaat altijd uit vier onderdelen: 


Slide 14 - Tekstslide

  • Strengths (=sterktes)
  • Weaknesses (=zwaktes)
  • Opportunities (=kansen)
  • Threats (=bedreigingen

Slide 15 - Tekstslide

Sterktes en zwaktes

De eerste twee onderdelen van een SWOT-analyse zijn gericht op interne factoren, namelijk jezelf. Daarom noem je dit ook wel de interne analyse. Je bedenkt wat jouw sterktes zijn. Wat zijn je kwaliteiten? En waarin onderscheid jij je van anderen?


Voorbeelden van sterktes zijn:
  • Je knoopt gemakkelijk een gesprek met vreemden aan
  • Je kunt jezelf goed presenteren
  • Je kunt buiten gebaande paden denken







Ook onderzoek je jouw zwaktes. Waarin schiet je (nog) tekort? Wat zijn je valkuilen?


Voorbeelden van zwaktes zijn:
  • Je beheerst een bepaalde vakvaardigheid nog onvoldoende
  • Je bent verlegen
  • Je kunt slecht met computers overweg
 

Slide 16 - Tekstslide

Kansen en bedreigingen
   
Bij kansen en bedreigingen onderzoek je je omgeving. Dit noem je ook wel de externe analyse. Alles wat er in je omgeving gebeurt kan een kans of bedreiging zijn. 

Denk bijvoorbeeld aan de mensen met wie je samenwerkt of de omstandigheden waarmee je tijdens de beroepenwedstrijden te maken krijgt.
Voorbeelden van externe factoren:

De ambiance van een beroepenwedstrijd
  • Je relatie met je trainer
  • Je ouders die als supporter naar de beroepenwedstrijd komen

Een externe factor kan zowel een kans als een bedreiging zijn. Voor de een is het bijvoorbeeld een bemoediging als ouders aanwezig zijn bij de beroepenwedstrijden, bij de ander geeft het juist extra druk. Bekijk daarom altijd wat de omgeving voor jóu betekent. 

Slide 17 - Tekstslide

Nadat je de SWOT-analyse hebt uitgevoerd kun je verbanden gaan leggen tussen de vier onderdelen. 
Wegen je sterktes op tegen je zwaktes? Kun je met je sterktes inspelen op bedreigingen? En wat kun je doen om te voorkomen dat je zwaktes een probleem vormen tijdens de beroepenwedstrijden? Als je deze verbanden weet te leggen, kun je je nóg beter voorbereiden op de beroepenwedstrijden. Op deze manier kun je zo goed mogelijk voor de dag komen en kun je jezelf sterker profileren


Slide 18 - Tekstslide

Vul het kwadrant in!  Pagina 139
timer
25:00

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 2
Zijn er sterke punten die je kunt gebruiken om de kansen die je hebt opgeschreven optimaal te benutten? Licht je antwoord toe.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 3
Zijn er sterke punten die je kunt gebruiken om in te spelen op een bepaalde bedreiging? Licht je antwoord toe

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 4
Welke zwakte(s) wil je verbeteren vóór jouw deelname aan de beroepenwedstrijd?
· Licht toe waarom je deze zwakte(s) wilt verbeteren
· Licht toe hoe je dit wilt doen

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Vraag 5 en 6

Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Tekstslide