Hoofdstuk 6 paragraaf 4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 3 Elektriciteit

Paragraaf 3.3 Elektriciteit in huis

In welk schakelschema is de spanningsmeter op de juiste wijze aangesloten?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke batterijen zijn in serie geschakeld?

1. 
2. 
3. 
4. 

Taalvraag (37b):

Werkwijze les

1) Start Lessonup doornemen

2a) Uitgebreidere uitleg verschil kortsluiting en overbelasting

2b) Maken hoofdstuk 6 paragraaf 4

        Taalvraag: 45 + 50 (a+b) + 51b         

15 minuten

  5 minuten

15 minuten

Klaar --> Maak alvast een mindmap of samenvatting

Leerdoelen

• Je kunt 5 onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen.
• Je kunt uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaan.

De meterkast in huis

Zekerheden

- Overbelasting (zekering):

Te veel apparaten aan op 1 groep --> gevaar dat stroomdraad te warm wordt --> zekering gaat uit

         

- Kortsluiting (zekering):

De min- en plusdraad raken elkaar aan --> gevaar dat een vonk/brand ontstaat--> zekering gaat uit;

- Lekstroom (aardlekschakelaar):

Ergens lekt stroom --> gevaar dat jij de stroom aanraakt --> aardlekschakelaar gaat uit

    

Met welk onderdeel wordt de hoeveelheid verbruikte energie gemeten?
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)

1. Elektriciteitsmeter
2. kWH-meter
3. Hoofdschakelaar
4. Aardlekschakelaar

Welk onderdeel in de meterkast meet
of er stroom 'weg lekt'?
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)

1. Elektriciteitsmeter
2. kWH-meter
3. Hoofdschakelaar
4. Aardlekschakelaar

Waarom wordt de stroom verdeeld in
groepen voordat het verder het huis in kan?

1. Anders werkt de aardlekschakelaar niet goed.
2. Anders kun je niet goed meten hoeveel stroom er verbruikt wordt.
3. Je hebt dan minder kans dat er kortsluiting ontstaat.
4. Als er teveel apparaten worden ingeschakeld, wordt de stroomsterkte te groot en worden de draden te warm.

Op één groep met een zekering van 16 Ampère zijn de volgende apparaten geschakeld:
Wasmachine (6 Ampère), een wasdroger (5 Ampère) en een elektrische oven (4 Ampère). Hoeveel stroom verbruiken de apparaten samen als ze tegelijkertijd aan staan?

1. 15 Ampère
2. 31 Ampère

Op één groep met een zekering van 16 Ampère zijn de volgende apparaten geschakeld:
Wasmachine (6 Ampère), een wasdroger (5 Ampère) en een elektrische oven (4 Ampère). Er wordt nog een zonnebank (5 Ampère) ingeschakeld. Wat gebeurt er in de meterkast?

1. Niets
2. Er ontstaat kortsluiting en de aardlekschakelaar schakelt de stroom uit.
3. Er ontstaat overbelasting en de aardlekschakelaar schakelt de stroom uit.
4. Er ontstaat overbelasting en de groepszekering schakelt de stroom uit.

Werkwijze les

1) Start Lessonup doornemen

2a) Uitgebreidere uitleg verschil kortsluiting en overbelasting

2b) Maken hoofdstuk 6 paragraaf 4

        Taalvraag: 45 + 50 (a+b) + 51b             

15 minuten

  5 minuten

15 minuten

Klaar --> Maak alvast een mindmap of samenvatting

Werkwijze les

1) Start Lessonup doornemen

2a) Uitgebreidere uitleg verschil kortsluiting en overbelasting

2b) Maken hoofdstuk 6 paragraaf 4

        Taalvraag: 45 + 50 (a+b) + 51b             

15 minuten

  5 minuten

15 minuten

Klaar --> Maak alvast een mindmap of samenvatting

Leerdoelen

• Je kunt 5 onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen.
• Je kunt uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaan.