Thema 5 - les 14 - volgorde en voegwoorden

• Taal
• Basisschool
• Groep 5,6

Wat is de juiste volgorde
bij deze trap van vergelijking?

1. knapper - knapst - knap
2. knapst - knap - knapper
3. knapper - knap - knapst
4. knap - knapper - knapst

groot - groter - grootst

1. Jij bent groot.
2. Ik ben groter.
3. Hij is het grootst.

Let op de tekendief!

Wat is de juiste volgorde
bij deze trap van vergelijking?

1. groot - groter - grootst
2. groots - groot - groter
3. groter - grootst - groot
4. groot - groots - groter

Wat is de juiste volgorde
bij deze trap van vergelijking?

1. liever - liefst - lief
2. liefst - lief - liever
3. lief - liever - liefst
4. lief - liefst - liever

lesdoel

Ik leer hoe je dingen met elkaar kunt vergelijken en wanneer je het woord als of het woord dan gebruikt.

Waarom wilde Thomas niet op Hockey blijven?

Welke sport vindt hij leuker dan zwemmen?

Welke sport vindt hij minder leuk dan zwemmen?

In welke zin worden er dingen met elkaar vergeleken?

1. Ik zit op voetbal en waterpolo?
2. Voetbal is leuker dan tennis.

In welke zin worden er dingen met elkaar vergeleken?

1. Tennis is minder leuk dan voetbal.
2. Bij hockey kun je lekker tegen een bal slaan.

Welke vergelijking past erbij?

Lianne vindt zwemmen en voetbal even leuk.

Karin vindt basketbal het leukst.

Finn vindt zwemmen het leukst.

Zwemmen is net zo leuk als voetbal.

Zwemmen is minder leuk dan basketbal.

Zwemmen is leuker dan basketbal.

Maak de zinnen af! Kijk naar het plaatje!

Karim is net zo groot als...

1. Annelot
2. Floris
3. Karlijn
4. Wesley

Maak de zinnen af! Kijk naar het plaatje!

Florijn is kleiner dan ....

1. Karim
2. Floris
3. Karlijn
4. Wesley

Maak de zinnen af! Kijk naar het plaatje!

Karlijn is groter dan ....

1. Annelot
2. Floris
3. Karlijn
4. Wesley

Maak de zinnen af! Kijk naar het plaatje!

Floris is net zo groot als  ....

1. Annelot
2. Floris
3. Karlijn
4. Wesley

Wat komt er op de rode stippen?

Een voetbal is ....... een tennisbal

1. groter dan
2. kleiner dan
3. net zo groot als

Wat komt er op de rode stippen?

Een tennisbal ....... een hockeybal.

1. groter dan
2. kleiner dan
3. net zo groot als

Wat komt er op de rode stippen?

Een tafeltennisballetje is ....... een voetbal.

1. groter dan
2. kleiner dan
3. net zo groot als

Wat komt er op de rode stippen?

Een hockeybal is ....... een tafeltennisballetje.

1. groter dan
2. kleiner dan
3. net zo groot als

Wat komt er op de rode stippen?

Een hockeybal is ....... een voetbal.

1. groter dan
2. kleiner dan
3. net zo groot als

taal

https://leerkracht.juniorcloud.nl/content/taal/ceb991ab-9567-47f9-a412-e3effa60a70a/b3cfa915-6482-402a-a632-976fb0c3ee91/4ba3469f-4c33-4257-b2cc-ea4f178ff6c1/6af35bd2-aa38-420f-b684-07b9aedd1aff/eeda1d80-f129-48a5-902e-fe77f4abd9ab/inclass?classroomId=a773e89b-cc56-4dbb-98ca-cf262c3afe9d&subjectName=&methodName=&view=Boardbook&index=0&topicIndex=0&pageIndex=0&ebookIndex=0

les 16 - blz. 22

Maak alle opdrachten.

Juf legt ze uit.

leerkracht.juniorcloud.nl