abstraheren

Vorm
Van figuratief naar abstract
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Vorm
Van figuratief naar abstract

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert:
  • Wat abstract en figuratief betekent.
  • Abstract en figuratief werk herkennen.
  • Zelf abstraheren toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Vorm
Figuratief = Je kan zien wat het voorstelt.
Geabstraheerd = Je ziet nog wel wat het voorstelt maar de vormen zijn sterk vereenvoudigd.
Abstract = Je kan niet zien wat het voorstelt.
Abstraheren = Vormen vereenvoudingen

Slide 3 - Tekstslide

Figuratief
Figuratief = Je kan zien wat het voorstelt.
Weiland met koeien.
Landschap met molens.
Zelfportret van Rembrandt.

Slide 4 - Tekstslide

Geabstraheerd
 Je ziet nog wel wat het voorstelt maar de vormen zijn sterk vereenvoudigd.
Gitaar
Mens
Bloemen
Oog

Staande vogel
Vliegende vogel
Bloem
Ster
Boom

Slide 5 - Tekstslide

Abstract
 Je kan niet meer zien wat het voorstelt.

Slide 6 - Tekstslide

Abstraheren = Vereenvoudigen, details weg laten.
Abstraheren = vereenvoudigen, details weglaten.

Slide 7 - Tekstslide

De opdracht

Teken een afbeelding van een mens drie keer na.
1. Figuratief/realistisch
2. Geabstraheerd
3. Abstract

Slide 8 - Tekstslide

Lesplanning
LES 1:  Kies een afbeelding in het lokaal. Bewaar deze goed
             Je krijgt van de docent 3 kleine vellen tekenpapier (10 x 15 cm).
             Maak tekening 1:  Teken de afbeelding, zo realistisch mogelijk  
             (figuratief). 
LES 2:  Maak tekening 2:  Teken je de mens of dier nog een keer na en laat 
                details weg. Er ontstaat een geabstraheerd beeld. Voeg kleur toe.
LES 3:   Maak tekening 3:  Teken de mens of dier nog een keer na en laat nog meer 
               details weg. Er ontstaat een abstract beeld. Maak bijvoorbeeld 
               gebruik van deformatie(vervorming) of fragmentatie(in stukje opdelen).
              Maak ook een bewuste keuze in je kleurgebruik.
LES 4: Afronden tekeningen. Samen op 1 blad plakken en inleveren mét originele foto.

Slide 9 - Tekstslide

de Eiffeltoren 

Slide 10 - Tekstslide

de Eiffeltoren door Seurat. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De Eiffeltoren door Delaunay (1)

Slide 13 - Tekstslide

De Eiffeltoren door Delaunay (2)

Slide 14 - Tekstslide

De Eiffeltoren door Delaunay (3)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat lever je in :
  • de originele foto, afdrukken en opplakken 
  • tekening 1 (10x15) waarbij je het dier zo realistisch mogelijk natekent
  • tekening 2 (10x15) waarbij je de vormen al iets simpeler maakt
  • tekening 3 (10x15) een volledige abstracte tekening van jouw dier                                          Plak de drie tekeningen samen op één blad.










Slide 17 - Tekstslide

Planning per les:
  • Les 1: Kies een afbeelding en start met tekening 1: zo realistisch mogelijk nagetekend. Niet af = huiswerk
  • Les 2: Maak tekening 2: een geabstraheerde versie van de afbeelding. (details zijn weggelaten, maar je kunt nog herkennen wat het is)
  • Les 3: maak tekening 3: een abstracte versie van de afbeelding. Alle details zijn weggelaten, een onherkenbare vorm blijft over. 










Slide 18 - Tekstslide