Oefentoets werk maatschappijleer

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Oefentoets Werk

De piramide van Maslow gaat over:

1. Geluk
2. (Basis)behoeften
3. Egypte
4. Hobby's

Wat staat er niet in de
Piramide van Maslow?

1. Eerste levensbehoeften
2. Geld verdienen
3. Jezelf ontwikkelen
4. Status en waardering

Behoeftenpyramide van Maslow: wat is de volgorde van behoeften volgens Maslow? De eerste die vervuld moet worden onderaan, de laatste bovenaan.

Eerste levensbehoefte

Veiligheid en zekerheid

Jezelf ontwikkelen

Status en waardering

Behoefte om erbij te horen

In welk voorbeeld is er sprake van werk?

1. Thuis de afwas doen.
2. Je vriend(in) helpen met kleren kopen.
3. ’s Morgens je bed opmaken.
4. Een kantoorpand schoonmaken.

Wie werkt?
1. Jan bezorgt pakketjes. Hij verdient niet veel, maar hij vindt het toch leuk werk.
2. Davy droomt ervan profvoetballer te worden. Nu speelt hij bij de A-junioren van DEV in Doorn.

1. A. Jan werkt, Davy werkt niet.
2. B. Davy werkt, Jan werkt niet.
3. C. Jan en Davy werken.
4. D. Jan en Davy werken niet.

Wie werkt?

1. Jan bezorgt pakketjes. Hij verdient niet veel, maar hij vindt het toch leuk werk.

2. Davy droomt ervan profvoetballer te worden. Nu speelt hij bij de A-junioren van DEV in Doorn.

3. Wie werkt?
Elke zaterdag gaat Yasmin naar het dierenasiel. Ze gaat uren met een paar honden wandelen. Als ze terugkomt, krijgt ze van Bram, de beheerder, altijd een gevulde koek. Bram werkt al tien jaar bij het asiel.

1. A. Yasmin werkt, Bram werkt niet.
2. B. Bram werkt, Yasmin werkt niet.
3. C. Yasmin en Bram werken.
4. D. Yasmin en Bram werken niet.

3. Wie werkt?

Elke zaterdag gaat Yasmin naar het dierenasiel. Ze gaat uren met een paar honden wandelen. Als ze terugkomt, krijgt ze van Bram, de beheerder, altijd een gevulde koek. Bram werkt al tien jaar bij het asiel.

Wie werkt?
Ben collecteert voor het Longfonds. Het geld brengt hij naar Loes. Zij regelt al 20 jaar de collecte in de buurt. Aan het eind van het jaar gaan ze naar een feest voor vrijwilligers van het Longfonds.

1. Ben werkt, Loes werkt niet.
2. Loes werkt, Ben werkt niet.
3. Ben en Loes werken.
4. Ben en Loes werken niet.

Wie werkt?

Ben collecteert voor het Longfonds. Het geld brengt hij naar Loes. Zij regelt al 20 jaar de collecte in de buurt. Aan het eind van het jaar gaan ze naar een feest voor vrijwilligers van het Longfonds.

Wie werkt?
1. Ali is superhandig. Sinds een halfjaar heeft hij zijn eigen klussenbedrijf. Hij bezoekt klanten om deuren of lekkages te repareren. Ali leeft van zijn inkomsten.
2. Zijn vriendin Els wast elke week zijn werkkleding. Daarvoor krijgt ze van Ali een zoen.

1. Ali werkt, Els werkt niet.
2. Els werkt, Ali werkt niet.
3. Ali en Els werken.
4. Ali en Els werken niet.

Wie werkt?

1. Ali is superhandig. Sinds een halfjaar heeft hij zijn eigen klussenbedrijf. Hij bezoekt klanten om deuren of lekkages te repareren. Ali leeft van zijn inkomsten.

2. Zijn vriendin Els wast elke week zijn werkkleding. Daarvoor krijgt ze van Ali een zoen.

Wie werkt?

1. Rick schildert het plafond van zijn slaapkamer.
2. Deborah speelt in het derde team van volleybalclub Smash.
3. Mohamed repareert zijn eigen scooter.
4. Grace verdient bij als kapster.

John bestelt een pizza. Hij werkt:

1. wel.
2. niet.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als je werkt, moet je zelf voor een veilige werkplek zorgen.
2. Als eigen baas werk je bijna altijd minder uren dan iemand in loondienst.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Als je werkt, moet je zelf voor een veilige werkplek zorgen.

2. Als eigen baas werk je bijna altijd minder uren dan iemand in loondienst.

Als je vast werk hebt krijg je loon. Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?

1. Het nettoloon.
2. Het brutoloon.

Na een maand hard werken ontvang je je brutoloon op je bankrekening.
Deze uitspraak is:

1. juist.
2. onjuist

De loonbelasting en de verzekeringspremies worden nog afgetrokken van het …:

1. brutoloon
2. nettoloon

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In sommige beroepen draag je veiligheidskleding.
2. Het brutoloon is altijd hoger dan het nettoloon.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. In sommige beroepen draag je veiligheidskleding.

2. Het brutoloon is altijd hoger dan het nettoloon.

Het nettoloon is het brutoloon min loonbelasting en ….
Welke woorden zijn weggelaten?

1. de verzekeringspremies.
2. het reisgeld.
3. de toeslagen voor overwerk.
4. de btw.

Het nettoloon is het brutoloon min loonbelasting en ….

Welke woorden zijn weggelaten?

Het nettoloon is het brutoloon min loonbelasting en ….
Welke woorden zijn weggelaten?

1. de verzekeringspremies.
2. het reisgeld.
3. de toeslagen voor overwerk.
4. de btw.

Het nettoloon is het brutoloon min loonbelasting en ….

Welke woorden zijn weggelaten?

Het nettoloon is het brutoloon min loonbelasting en ….
Welke woorden zijn weggelaten?

1. de verzekeringspremies.
2. het reisgeld.
3. de toeslagen voor overwerk.
4. de btw.

Het nettoloon is het brutoloon min loonbelasting en ….

Welke woorden zijn weggelaten?

Wat is een vacature?

1. Een netwerk van vrienden en kennissen.
2. Een open sollicitatie.
3. Een baan die vrij is.
4. Een arbeidsovereenkomst.

Een vacature is een baan die vrij is.
Deze uitspraak is:

1. juist.
2. onjuist

Een uitzendbureau zorgt vooral voor:

1. vast werk.
2. zwartwerk.
3. tijdelijk werk.
4. onbetaald werk.

Welke woorden zijn weggelaten?
Als je een vaste baan zoekt, kan ………………………. je het beste helpen.

1. het UWV.
2. een arbeidsovereenkomst.
3. gaan zwartwerken.
4. het uitzendbureau.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In een sollicitatiebrief leg je je werkervaring uit.
2. Eerst krijg je een arbeidsovereenkomst, dan volgt het sollicitatiegesprek.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. In een sollicitatiebrief leg je je werkervaring uit.

2. Eerst krijg je een arbeidsovereenkomst, dan volgt het sollicitatiegesprek.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen werkgever en werknemer.
2. In een arbeidsovereenkomst staan afspraken over het loon en de werktijden.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen werkgever en werknemer.

2. In een arbeidsovereenkomst staan afspraken over het loon en de werktijden.

Als zwartwerker kun je:

1. een boete krijgen.
2. nooit ontslagen worden.
3. doorbetaald worden als je een ongeluk krijgt.
4. belasting terugvragen bij de Belastingdienst.

Wat is een nadeel van zwartwerken?

1. Je krijgt een lager nettoloon.
2. Je betaalt veel belasting.
3. Je bent verzekerd.
4. Je hebt geen rechten

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Bij zwartwerken krijg je bij ziekte doorbetaald.
2. Bij zwartwerken betaal je belasting.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Bij zwartwerken krijg je bij ziekte doorbetaald.

2. Bij zwartwerken betaal je belasting.

Je maatschappelijke positie is de plaats die je in de samenleving inneemt.
De uitspraak is:

1. juist.
2. omjuist

Je maatschappelijke positie is de plaats die je in de samenleving inneemt.

De uitspraak is:

Autocoureur Max Verstappen heeft een hoge maatschappelijke positie.
Dat komt vooral door zijn …………
Welk woord is weggelaten?

1. talent.
2. kennis.
3. afkomst.
4. geld.

Autocoureur Max Verstappen heeft een hoge maatschappelijke positie.

Dat komt vooral door zijn …………

Welk woord is weggelaten?

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Mensen met een hoge maatschappelijke positie hebben vaak geld en macht.
2. De maatschappelijke positie van een automonteur heeft te maken met zijn kennis van auto’s.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1.    Mensen met een hoge maatschappelijke positie hebben vaak geld en macht.

2.    De maatschappelijke positie van een automonteur heeft te maken met zijn kennis van auto’s.

Een hoofdcommissaris van politie heeft een hoge maatschappelijke positie. Die heeft vooral te maken met:

1. macht.
2. geld.
3. afkomst.
4. talent.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. De maatschappelijke positie is de plaats die je in de samenleving hebt.
2. Een docent dankt zijn maatschappelijke positie aan zijn afkomst.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. De maatschappelijke positie is de plaats die je in de samenleving hebt.

2. Een docent dankt zijn maatschappelijke positie aan zijn afkomst.

De eigenaar van een zaak dankt zijn maatschappelijke positie aan zijn afkomst.
Deze uitspraak is:

1. juist
2. onjuist

De eigenaar van een zaak dankt zijn maatschappelijke positie aan zijn afkomst.

Deze uitspraak is:

Met de maatschappelijke ladder bedoelen we alle opleidingen in Nederland.
Deze uitspraak is:

1. juist
2. onjuist

Met de maatschappelijke ladder bedoelen we alle opleidingen in Nederland.

Deze uitspraak is:

Welke zinnen zijn juist?
Wil je klimmen op de maatschappelijke ladder?
1. Dan is steun van familie en vrienden vaak belangrijk.
2. Dan moet de één soms harder knokken dan de ander.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Welke zinnen zijn juist?

Wil je klimmen op de maatschappe¬lijke ladder?

1. Dan is steun van familie en vrienden vaak belangrijk.

2. Dan moet de één soms harder knokken dan de ander.

Wat is de juiste volgorde van hoog naar laag op de maatschappelijke ladder?
1. Verkoper.
2. Afdelingsmanager.
3. Verkoopassistent.
4. Directeur.

1. 4 – 2 – 1 – 3.
2. 2 – 4 – 1 – 3.
3. 4 – 1 – 2 – 3.
4. 4 – 2 – 3 – 1.

Wat is de juiste volgorde van hoog naar laag op de maatschappelijke ladder?

1. Verkoper.

2. Afdelingsmanager.

3. Verkoopassistent.

4. Directeur.

Een werkgever neemt bij een sollicitatie iemand zonder diploma niet aan, maar wel iemand met een hoog diploma. Dat is discriminatie.
Deze uitspraak is:

1. juist
2. onjuist

Een werkgever neemt bij een sollicitatie iemand zonder diploma niet aan, maar wel iemand met een hoog diploma. Dat is discriminatie.

Deze uitspraak is:

Een werkgever neemt liever een 18-jarige aan dan een 22-jarige. Dat is discriminatie.
Deze uitspraak is:

1. juist
2. onjuist

Een werkgever neemt liever een 18-jarige aan dan een 22-jarige. Dat is discriminatie.

Deze uitspraak is:

Een werkgever zegt: “Ik neem niet iemand van 60 jaar aan. Mensen van die leeftijd zijn altijd ziek.”
Discrimineert de werkgever?

1. ja
2. nee

Een werkgever zegt: “Ik neem niet iemand van 60 jaar aan. Mensen van die leeftijd zijn altijd ziek.”

Discrimineert de werkgever?

In welk voorbeeld discrimineert de baas?
1. Het maakt een baas niet uit of hij een autochtoon of een allochtoon aanneemt.
2. Een baas ontslaat werknemers omdat ze te oud zijn.

1. Alleen in voorbeeld 1
2. Alleen in voorbeeld 2.
3. In beide voorbeelden.
4. In geen enkel voorbeeld.

In welk voorbeeld discrimineert de baas?

1. Het maakt een baas niet uit of hij een autochtoon of een allochtoon aanneemt.

2. Een baas ontslaat werknemers omdat ze te oud zijn.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een baas/werkgever iemand ontslaat, geldt voor de baas een opzegtermijn.
2. Als je zelf ontslag neemt, geldt voor jou een opzegtermijn.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Als een baas iemand ontslaat, geldt voor de baas een opzegtermijn.

2. Als je zelf ontslag neemt, geldt voor jou een opzegtermijn.

Wanneer kan een baas je op staande voet ontslaan?

1. Als het bedrijf geen geld meer heeft.
2. Als je meer loon wilt hebben.
3. Als je opzegtermijn is afgelopen.
4. Als je spullen steelt op je werk.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als je ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag geldt voor werkgever en werknemer een opzegtermijn.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Als je ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.

2. Bij ontslag geldt voor werkgever en werknemer een opzegtermijn.

Als je bijstand krijgt, krijg je net genoeg voor eten, drinken, huur en kleding.
Deze uitspraak is:

1. juist
2. onjuist

Als je bijstand krijgt, krijg je net genoeg voor eten, drinken, huur en kleding.

Deze uitspraak is:

Achmed is bouwvakker en breekt zijn been. Achmed heeft recht op een ……… Hij moet namelijk drie maanden thuiszitten.

1. bijstandsuitkering.
2. werkloosheidsuitkering.
3. AOW-uitkering.
4. ziektegelduitkering.

Achmed is bouwvakker en breekt zijn been. Achmed heeft recht op een ……… Hij moet namelijk drie maanden thuiszitten.

Meneer Joustra heeft altijd gewerkt. Hij wordt 67 jaar en stopt met werken. Hij krijgt nu ………

1. bijstand.
2. werkloosheidsuitkering.
3. AOW.
4. ziektegeld.

Mevrouw Clerc is altijd huisvrouw geweest. Ze is 67 jaar en heeft recht op AOW.
Deze uitspraak is:

1. juist
2. onjuist

Mevrouw Clerc is altijd huisvrouw geweest. Ze is 67 jaar en heeft recht op AOW.

Deze uitspraak is:

Mensen die niet werken, krijgen meestal een uitkering. Die uitkering krijgen ze van de werkgevers.
Deze uitspraak is:

1. juist
2. onjuist

Mensen die niet werken, krijgen meestal een uitkering. Die uitkering krijgen ze van de werkgevers.

Deze uitspraak is:

Wat is een verzorgingsstaat?
Een land waar:

1. mensen bijna nooit een uitkering krijgen.
2. de overheid burgers helpt als dat nodig is.
3. de overheid mensen niet helpt.
4. mensen de overheid moeten helpen.