Herhalen ecologie en mens&milieu A4 introductie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Herhalen ecologie en mens&milieu

Welk van de volgende is een biotische factor?

1. Zand
2. Vijand
3. Water
4. Lucht

Wat is een voorbeeld van een abiotische factor?

1. Vijand
2. Concurrent
3. Zonlicht
4. Voedsel

Wat houdt symbiose in?

1. Een competitieve relatie tussen verschillende soorten.
2. Een willekeurige interactie tussen verschillende soorten.
3. Een tijdelijke samenwerking tussen verschillende soorten.
4. Een langdurige en nauwe samenlevingsvorm tussen verschillende soorten.

Wat is mutualisme?

1. Een relatie waarbij de ene soort profiteert zonder schade toe te brengen aan de andere soort.
2. Een relatie waarbij geen van de soorten profiteert.
3. Een relatie waarbij beide soorten profiteren.
4. Een relatie waarbij de ene soort profiteert ten koste van de andere soort.

Wat kenmerkt commensalisme?

1. Een relatie waarbij beide soorten schade ondervinden.
2. Een relatie waarbij de ene soort profiteert ten koste van de andere soort.
3. Een relatie waarbij beide soorten profiteren.
4. Een relatie waarbij de ene soort profiteert zonder schade toe te brengen aan de andere soort.

Wat is parasitisme?

1. Een relatie waarbij de ene soort profiteert ten koste van de andere soort.
2. Een relatie waarbij geen van de soorten profiteert.
3. Een relatie waarbij beide soorten schade ondervinden.
4. Een relatie waarbij beide soorten profiteren.

Wat is een producent in de voedselketen?

1. Een organisme dat van dood materiaal leeft
2. Een plant die energie uit zonlicht haalt
3. Een schimmel die op rottend voedsel groeit
4. Een dier dat andere dieren eet

Welk organisme staat bovenaan de voedselketen?

1. Een insect
2. Een toppredator zoals een leeuw of haai
3. Een plant
4. Een herbivoor zoals een hert

Wat is de rol van een consument in de voedselketen?

1. Het eten van andere organismen
2. Het produceren van voedsel
3. Het omzetten van zonlicht in energie
4. Het afbreken van dood materiaal

Wat is een autotroof organisme?

1. Een organisme dat afhankelijk is van andere organismen voor voedsel.
2. Een organisme dat zijn eigen voedsel kan produceren.
3. Een organisme dat geen voedsel nodig heeft.
4. Een organisme dat alleen dierlijk voedsel eet.

Wat is een heterotroof organisme?

1. Een organisme dat alleen plantaardig voedsel eet.
2. Een organisme dat zijn eigen voedsel kan produceren.
3. Een organisme dat afhankelijk is van andere organismen voor voedsel.
4. Een organisme dat geen voedsel nodig heeft.

Wat is een voorbeeld van een autotroof organisme?

1. Een leeuw
2. Een plant
3. Een paddestoel
4. Een mens